Voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen uit Oekraïne moeten we extra aandacht hebben. Zij zijn nog kwetsbaarder dan de andere vluchtelingen uit Oekraïne. Bovendien is er een tekort aan voogden wat de situatie nog meer precair maakt.
Wie is een niet-begeleide minderjarige?
Eerst brengen we kort de juridische definitie van een niet-begeleide minderjarige (NBM) in herinnering. Belangrijkste hier is dat de minderjarige niet begeleid wordt door zijn ouders of door iemand die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent. Hier lees je meer. Een minderjarige kan dus wel vergezeld zijn van een familielid, een kennis, iemand die de minderjarige goed kent enz. maar juridisch toch een NBM zijn.
Meer informatie over NBM van FOD Justitie
Melding van een niet-begeleide minderjarige vreemdeling aan Dienst Voogdij
Belangrijk is dat een OCMW of een gemeente of eender wie, dus ook een burger, die denkt geconfronteerd te worden met een NBM dat signaleert aan de Dienst Voogdij. Ook als de situatie helemaal in orde lijkt. De meldingen gebeuren via een meldingsformulier. Het gaat vooral over situaties waarbij iemand samen met een NBM contact opneemt met het lokaal bestuur en de NBM nog niet geregistreerd is als tijdelijk beschermde. NBM die geregistreerd werden en een attest tijdelijke bescherming hebben, werden door de DVZ al gemeld aan de Dienst Voogdij (zie verder).
Door een groot tekort aan voogden kan niet iedere NBM meteen een voogd toegewezen krijgen. Er is een lange wachtlijst. Als de NBM om één of andere reden extra kwetsbaar is (bijv. ernstige medische of psychische problemen, zwangerschap, indicaties van misbruik of mensenhandel) kan dat doorgegeven worden aan de Dienst Voogdij en kan er prioritair een voogd worden toegewezen. Een oogje in het zeil houden tot er contact kan worden opgenomen met de voogd is dan aangeraden. Ook na het toewijzen van een voogd is het lokaal bestuur een belangrijke actor. Lokale besturen zijn de ogen en oren ter plaatse en kunnen de voogd ook op de hoogte brengen van eventuele twijfels die ze hebben bij een bepaalde situatie. (Zie ook verder onder Wat gebeurt er na de registratie?)
Het tekort aan voogden leidt tot heel wat problemen. Niet alleen is er dan niemand die specifiek de belangen van de NBM verdedigt en een oogje in het zeil houdt, er zijn ook meer concrete knelpunten. Heel wat banken weigeren het openen van een basisbankdienst als er geen voogd is. De aansluiting bij een ziekenfonds moet in principe goedgekeurd worden door de voogd. Lees meer over de aansluiting bij de ziekteverzekering van NBM. Enz. Nochtans is de handelingsonbekwaamheid van een minderjarige een beschermingsmaatregel en heeft die niet tot doel om bijkomende problemen voor de NBM te veroorzaken. Dat is evenwel wat er nu gebeurt. Samen met de collega’s van de Waalse en Brusselse verenigingen heeft de VVSG het tekort aan voogden aangekaart bij de minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Er is weliswaar een akkoord om 25 bijkomende werknemer-voogden aan te werven maar dat aantal zal niet volstaan om het tekort weg te werken en alle NBM, zowel degene uit Oekraïne als degene uit andere herkomstlanden, meteen een voogd toe te kennen. Bovendien moeten deze voogden nog aangeworven worden en een opleiding krijgen. Lees hier onze brief aan minister Van Quickenborne.
De Dienst Voogdij verzekert ook een permanente dienstverlening gedurende 7 dagen op 7 en zijn 24 uur op 24 bereikbaar via het noodnummer 078 15 43 24. (opmerking: Door een vakbondsactie is er sinds 17 maart (tijdelijk) geen dienst na 17u en in het weekend) of op voogdij@just.fgov.be
Wat gebeurt er bij de registratie van een niet-begeleide minderjarige?
We maken het onderscheid tussen een vergezelde NBM en een niet-vergezelde NBM. Het gaat wel telkens over een NBM volgens de juridische definitie.
De registratie van NBM gebeurt aan specifieke loketten.
- Een vergezelde NBM meldt zich aan in het registratiecentrum. De NBM wordt vergezeld door volwassen personen, al dan niet familieleden. De NBM wil weer vertrekken met de mensen die hem vergezellen of samen met hen opgevangen worden in de noodopvang.
- Kunnen zij samen weer vertrekken of opgevangen worden? Ja, dat kan tenzij de NBM of de personen die de NBM vergezellen aangeven dat dit niet ok is.
- Wordt aan de NBM gevraagd of hij/zij het ok vindt om met die mensen terug te keren naar hun huisvesting? Ja. Die vraag wordt ook opgenomen in het proces van registratie. De DVZ geeft de NBM ook heel wat informatie mee.
- Wordt het lokaal bestuur verwittigt om de situatie verder op te volgen? Ja. Als er noodopvang nodig was, zal Fedasil de NBM samen met de personen die hem vergezellen toewijzen aan een lokale crisishuisvesting. Het het lokaal bestuur wordt dan verwittigd wie er zal aankomen. Als er geen opvangnood is, zal de NBM vertrekken samen met de personen die hem vergezellen. Voor die situaties is zeker verdere opvolging nodig om te vermijden dat de NBM door de mazen van het net glipt. Alleen is daar (nog) geen gestructureerde aanpak voor uitgewerkt. Ook hier kan het lokaal bestuur een belangrijke rol spelen en problematische situaties melden aan de dienst voogdij. Het lokaal bestuur kan ook zelf de dienst Pleegzorg Vlaanderen contacteren zodat die begeleiding van het gezin kunnen opstarten (zie verder).
- Wordt de NBM aan de dienst voogdij gesignaleerd (ook al is er een tekort aan voogden)? Ja, elke NBM wordt door de DVZ gesignaleerd aan de dienst voogdij.
- Een door niemand vergezelde NBM meldt zich aan en zegt geen opvangnood te hebben.
- Mag de NBM dan vertrekken met zijn attest tijdelijke bescherming? Deze NBM passeren niet bij Fedasil in de noodopvang. Ze worden sowieso gesignaleerd aan de dienst voogdij door de DVZ. Voor die situaties is zeker verdere opvolging nodig om te vermijden dat de NBM door de mazen van het net glipt. Alleen is daar (nog) geen gestructureerde aanpak voor uitgewerkt. Ook hier kan het lokaal bestuur een belangrijke rol spelen en problematische situaties melden aan de dienst voogdij. Het lokaal bestuur kan ook zelf de dienst Pleegzorg Vlaanderen contacteren zodat die begeleiding van het gezin kunnen opstarten (zie verder).
- Een door niemand vergezelde NBM meldt zich aan en zegt een opvangnood te hebben.
- De NBM wordt gesignaleerd aan de dienst voogdij.
- Deze NBM worden in principe geplaatst in een pleeggezin via Pleegzorg Vlaanderen. Er is jammer genoeg niet steeds een pleeggezin beschikbaar. (zie verder)
- Deze NBM gaan in principe dus niet naar de noodopvang om doorgestuurd te worden naar lokale crisishuisvesting. Als er geen pleeggezin beschikbaar is, is niet altijd geweten waar de NBM terecht komt. Dat kan ook in de noodopvang van Fedasil zijn.
Als een lokaal bestuur weet dat er in de eigen gemeente een NBM wordt opgevangen bij familie, vrienden, kennissen, een gastgezin, enz. (informele opvang), is het aangewezen om een oogje in het zeil te houden om problematische situaties te kunnen detecteren en tijdig te kunnen ingrijpen. Om het lokaal bestuur daarbij te helpen, kan het lokaal bestuur de situatie aan pleegzorg melden. Pleegzorg heeft ervaring in het screenen van dergelijke situaties. Ze kunnen de situatie opvolgen, begeleideing en ondersteuning bieden en, indien echt nodig, naar een ander opvanggezin oriënteren. Hier vind je de contactgegevens van de diensten Pleegzorg
Gezinnen die NBM opvangen kunnen ook nood hebben aan ondersteuning of kunnen misschien officieel pleeggezin worden. Het lokaal bestuur kan alvast deze flyer meegeven aan deze gezinnen met de contactgegevens van Pleegzorg Vlaanderen.
Wat gebeurt er na de registratie?
NBM krijgen net alle andere tijdelijk beschermden een attest van tijdelijke bescherming waarmee de NBM zich bij de gemeente kunnen aanmelden. De gemeete levert een bijlage 15 en een elektronische A kaart af. Dat er (nog) geen voogd werd aangesteld is geen reden om de afgifte van deze documenten te weigeren. Zie Statuut Tijdelijk Ontheemde voor meer informatie over de procedure.
De NBM heeft ook recht op maatschappelijke dienstverlening (equivalent leefloon en aanvullende maatschappelijke dienstverlening) want er is geen leeftijdsvoorwaarde in de OCMW-wet. Ook dat recht is niet gekoppeld aan de toewijzing van een voogd door de Dienst Voogdij. Zie OCMW-dienstverlening en Sociale Rechten voor meer informatie.
Er is zoals gezegd een groot tekort aan voogden waardoor de wachttijd oploopt. Daardoor kan er zeker niet gewacht worden op de aanstelling van een voogd om de verblijfsdocumenten af te leveren en de maatschappelijke dienstverlening op te starten. Maar ook als er voldoende voogden zijn en de aanstelling vlot verloopt, is het hebben van een voogd geen voorwaarde om verblijfsdocumenten te kunnen krijgen of maatschappelijke dienstverlening te kunnen ontvangen. De handelingsonbekwaamheid van minderjarigen is een maatregel om hen te beschermen. Het is niet de beodeling dat die beschermingsmaatregel in hun nadeel werkt. Elke door de minderjarige gestelde rechtshandelig waarbij misbruik werd gemaakt van zijn minderjarigheid is sowieso nietig.
We stellen jammer genoeg vast dat de rechten van NBM momenteel geschonden worden door het uitblijven van een voogd. Onder andere ziekenfondsen en banken weigeren de aansluiting resp. het openen van een bankrekening omdat er geen voogd werd aangesteld.
De opvang in pleeggezinnen
Voor de opvang van niet vergezelde NBM die een opvangnood hebben, schuift het Agentschap Opgroeien de pleegzorg naar voor. In de praktijk wordt de NBM aangemeld bij Pleegzorg Vlaanderen. Pleegzorg Vlaanderen zorgt dan voor de plaatsing in een pleeggezin.
Het is mogelijk dat er een tekort aan pleeggezinnen is. Als er geen pleeggezin beschikbaar is, is niet altijd geweten waar de NBM terecht komt.
Lokale besturen die weet hebben van een gezin dat kandidaat is of zou kunnen zijn om NBM uit Oekraïne op te vangen of een andere rol op te nemen, kunnen dat doorgeven aan Pleegzorg Vlaanderen. Het lokaal bestuur kan ook deze Flyer meegeven aan eventueel geïnteresseerde gezinnen. Pleegzorg organiseert ook geregeld infosessies voor de pleeggezinnen. Raadpleeg de contactgegevens van de diensten Pleegzorg
Voor de psychosociale begeleiding wordt een beroep gedaan op Solentra.
Lees het Nieuwbericht en de communicatie van Opgroeien