Veel mensen zijn bereid om een Oekraïnse vluchteling op te vangen bij hen thuis. Uiteraard is dit niet altijd zo eenvoudig: ze zijn weggevlucht van een oorlog, leven in onzekerheid, er is een taalbarrière, ... Lokale besturen kunnen gastgezinnen daarin ondersteunen. De volgende documenten kunnen daarbij helpen.
Algemeen: hoe het samenleven aanpakken?
Ondersteuning burgers en vluchtelingen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen startte eind maart met een infolijn voor burgers en vluchtelingen.
- Burgers kunnen terecht voor vragen over het verblijf, opvang, huisvesting, toegang tot onderwijs, ... Elke werkdag tussen 9u en 12u30 - Tel. 02 225 44 11 (NL)
- Oekraïners: elke werkdag tussen 9u en 12u30 - Tel. 02 225 44 21 (Oekraïens)
Terbeschikkingstelling/verhuur deel van de woning
De woning, of het ter beschikking gestelde deel van de woning, moet voldoen aan de afwijkende woningkwaliteitsnormen. Er kan een huurovereenkomst of een opvangovereenkomst afgesloten worden.
Verzekeringen
Fiscaal
Schulden, boedelvermenging en deurwaarders.
We kregen ook de vraag wat er gebeurt indien het opgevangen gezin schulden maakt en een deurwaarder voor de deur verschijnt? We zetten een paar principes op een rijtje en proberen die toe te passen op de situatie van de opgevangen gezinnen.
Bij samenwoonst is er niet automatisch vermenging van de schulden. M.a.w. de schulden van opgevangen gezin en gastgezin blijven apart. Het ene gezin wordt niet mee aansprakelijk voor de schulden van het andere gezin. Maar ook al ben je er juridisch niet toe gehouden om de schulden (mee) te betalen van personen waar je mee samenwoont, er is het probleem van de boedelvermenging. Een deurwaarder mag er vanuit gaan dat de schuldenaar eigenaar is van alle roerende goederen die de deurwaarder aantreft in het bezit van de schuldenaar. De deurwaarder kan dus beslag leggen op alle roerende goederen die zich in de woning van het gastgezin bevinden. Daarmee zijn die spullen niet definitief verloren. De eigenaar die niet de schuldenaar is, heeft het recht om te bewijzen dat het zijn goederen zijn. Dat is echter niet altijd evident (zijn er nog aankoopfacturen? op wiens naam staan die, enz.). Om de goederen terug te krijgen moet er bovendien een 'revindicatie' gebeuren. Dit is een kostelijke procedure bij de beslagrechter en er is niet altijd een positief resultaat. Bij samenwonenden wordt daarom aangeraden om op voorhand een inventaris te maken (en te laten registreren). Maar de deurwaarder (of de beslagrechter bij een revincatie) hoeft daar geen rekening mee te houden.
Indien er een opvangovereenkomst wordt gesloten tussen opgevangen gezin en gastgezin (al dan niet met tussenkomst van het OCMW), kunnen daarin ook bepalingen opgenomen worden m.b.t. het gebruik van (een deel van) de woning alsook de goederen/meubels/apparaten te benoemen en te inventariseren die ook deel van deze opvangovereenkomst uitmaken. Er kan daarbij desgvallend een onderscheid gemaakt worden tussen het deel van de woning dat exclusief voor gebruik van het opgevangen gezin resp. het gastgezin is voorzien en het deel dat gemeenschappelijk is voor het opgevangen gezin en het gastgezin. Zoals gezegd kan er best voorafgaand aan de opvang een inventaris opgemaakt worden. Dat kan een onderhandse inventaris zijn of een inventaris opgemaakt door een deurwaarder. Dat laatste is niet gratis. Deze overeenkomst of inventaris kan best geregistreerd worden zodat ze vaste datum krijgt, wat vooral zinvol is bij een eventuele latere revindicatievordering. De vaste datum bewijst dan dat de inventaris vooraf werd opgemaakt en niet door de betrokkenen geantidateerd werd. Alleen een op voorhand opgestelde inventaris speelt een rol.
Wat de revindicatievordering zelf betreft, is het aangeraden om een advocaat te raadplegen en in te schakelen. Het opstellen van de vordering is complex. De vordering moet ingeleid worden met een (kostelijk) gerechtsdeurwaardersexploot dat betekend wordt aan alle betrokken partijen (beslagleggende schuldeiser, de beslagen schuldenaar en de betrokken gerechtsdeurwaarder) met daarin, op straffe van nietigheid, de bewijsmiddelen die men wil aanvoeren om de eigendom aan te tonen. Bewijsmiddelen die niet vernoemd worden in de revindicatievordering, kunnen tijdens de procedure niet meer (aanvullend) ingeroepen worden.
De beste bewijsmiddelen zijn natuurlijk de 'harde feitelijke stukken' zoals aankoopfacturen op naam (per goed en liefst met betalingsbewijs). Onderhandse inventarissen (liefst geregistreerde voor de vaste datum) kunnen door de beslagrechter in rekening worden gebracht maar de rechter is daartoe niet verplicht. Ook feitelijke vermoedens zoals de korte duur van het samenwonen, kunnen aangebracht worden alsook getuigen maar ook de beoordeling daarvan ligt bij de beslagrechter. Je kan er op voorhand bijgevolg niets met zekerheid over zeggen.