Auteur: Jan Leroy
Gepubliceerd op: 23-09-2024
Hoewel de kandidatenlijsten zelf op één na even veel mannen als vrouwen moeten tellen, blijft de meest zichtbare plek grotendeels voor mannen voorbehouden. Dat blijkt uit een VVSG-analyse van de lijsten voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in Vlaanderen.
Meerderheid mannen
Exact 25,3% van de lijsten wordt aangevoerd door een vrouw. In vergelijking met zes jaar geleden gaat het om een stijging met één procentpunt. In 2012 bedroeg het aantal vrouwelijke lijsttrekkers nog maar 20%. De afschaffing van het effect van de lijsstem op wie verkozen wordt heeft blijkbaar niet veel impact gehad op de genderverhoudingen. In Vlaanderen dingen op 13 oktober ook 33 eenpersoonslijsten naar de gunst van de kiezer. Die zijn in 30 gevallen het initiatief van een man. Houden we alleen rekening met de lijsten met ten minste twee kandidaten (en dus verplicht mensen van verschillend geslacht), dan stijgt het aandeel van de vrouwelijke lijsttrekkers naar 25,6%.
Minder kandidaten
Dat er minder kandidaten opkomen in vergelijking met zes jaar geleden komt niet helemaal onverwacht. Door de fusies zakt het aantal gemeenten van 300 naar 285, en dus zijn er ook minder mandaten te begeven. Maar in 2024 is er meer aan de hand, want ook het aantal kandidaten per mandaat daalt vrij fors, van 5 naar 4,6. Dat heeft deels te maken met een lager aantal lijsten, zowel in het algemeen (van 1624 in 2018 naar 1453 dit jaar, of 10,5% minder) als per gemeente (van 5,4 naar 5,1). Mogelijk is dat dan weer het gevolg van de nieuwe regels over de coalitievorming, waarbij de grootste lijst na de verkiezingen als eerste aan zet is om een meerderheid te vormen. Daarnaast stellen we vast dat in 2018 in totaal nog 74,6% van de lijsten volledig was, terwijl dat aandeel nu gezakt is naar 70,7%.
Tussen de gemeenten onderling zijn er grote verschillen op het vlak van het aantal kandidaten per mandaat. In Lo-Reninge een Herstappe zijn er geen gemeenteraadsverkiezingen, omdat er slechts één lijst werd ingediend. Verder tellen we 23 Vlaamse gemeenten met ten hoogste twee kandidaten per mandaat. Aan het andere uiterste zien we negen besturen met zeven kandidaten of meer per mandaat. Antwerpen (8,2) en Gent (7,4) spannen de kroon, maar ook in Aalst, Balen, Brugge, Geel, Herentals, Sint-Niklaas en Zoersel is er een ruime keuze.
Minder nationale lijstnummers
Daarnaast lijkt het erop dat de greep van de nationale politiek op de lokale verkiezingen weer wat minder is geworden, of toch als we ons baseren op het aantal lijsten met een nationaal nummer. Dat zijn er nu nog 863, of slechts 59,4% van het totaal. Ze zijn samen goed voor 21.160 kandidaten, een aandeel van 63,2%. In 2018 kwam nog 68,9% van de lijsten op met een nationaal nummer, en in 2012 zelfs 74,4%.
Veertien échte kartellijsten
Lijsten konden bij de voordracht bepalen dat ze na de installatie van de gemeenteraad als twee aparte fracties zullen zetelen. Van die kartellijsten zijn er uiteindelijk slechts veertien in Vlaanderen, of zowat 1% van het totaal. Nochtans is het aantal lijsten met in de naam de vermelding van twee verschillende partijen een stuk groter, maar blijkbaar hebben die er allemaal voor gekozen om toch als één fractie in de nieuwe gemeenteraad te zetelen. Om te weten wie straks burgemeester wordt, is het onderscheid tussen één of twee fracties wel belangrijk. Het wordt immers vrijwel overal de man of vrouw met de meeste voorkeurstemmen die behoort tot de grootste fractie van de coalitie. Alleen in de faciliteitengemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem is er nog een klassieke voordracht van de burgemeester.