Auteur:

Gepubliceerd op: 27-08-2024

Overal te lande leggen partijverantwoordelijken de laatste hand aan de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. Daarbij is het vaak nog zoeken naar die ene kandidaat uit een bepaalde deelgemeente of wijk, het liefst nog met een leeftijd die de diversiteit binnen de lijst het best laat aansluiten bij de bevolkingssamenstelling. Hoeveel lijsten uiteindelijk tussen 4 september 9u en 14 september 16u zullen worden ingediend, weten we pas over enkele weken. In afwachting van de cijfers voor 2024, brengen we nog eens in herinnering hoe het er in 2018 op dat vlak aan toeging.

Voor de toen nog 300 gemeenten (op 13 oktober zijn er verkiezingen voor 285 gemeenteraden) waren er 1624 lijsten, of gemiddeld 5,41 per gemeente (en een mediaan van 5). Dat aantal lag dicht bij de gemiddeld 5,39 lijsten per gemeente van 2012. Er was één gemeente met slechts één lijst (en dus geen verkiezingen; Zuienkerke) en in Antwerpen en Gent waren er dertien lijsten. Grotere gemeenten telden in de regel meer lijsten, al is het statistische verband tussen beide eerder zwak.

In totaal 36.741 Vlamingen stelden zich op 14 oktober 2018 kandidaat voor één van de 7398 zitjes in de gemeenteraad, of 4,97 kandidaten per zetel. Zes jaar eerder waren dat er 4,91. Ter herinnering: op 13 oktober kiezen we in Vlaanderen 7239 gemeenteraadsleden.

Lijsten hebben de mogelijkheid om op te komen onder een ‘nationaal nummer’. Ze maken dan, met toelating, gebruik van een beschermde naam van een partij die ook nationaal actief is. In 2018 had bijna 69% van de lijsten zo een nationaal nummer. De rest kwam op onder een lokale naam en nummer. Voor de creatievelingen geven we nog mee dat de lijstnaam uit ten hoogste 20 tekens mag bestaan.

Lijsten kunnen maximaal even veel kandidaten tellen als er raadszitjes te begeven zijn. Net geen 75% van de lijsten was in 2018 volledig, een kleine daling ten opzichte van zes jaar voordien. Lijsten met een nationaal nummer waren in 2018 duidelijk vaker volledig (78,6%) dan lijsten met een lokaal nummer (65,7%).

De decreetgever heeft bepaald dat de lijsten op één na even veel mannen als vrouwen moeten tellen, en dat de eerste twee plaatsen naar kandidaten van verschillend geslacht moeten gaan. Toch was dit in 2018 geen garantie voor pariteit over alle lijsten heen, want maar liefst 75,7% van de lijsttrekkers was een man, een kleine daling ten opzichte van de 80% van 2012. De verschillen tussen de politieke partijen bleven hier trouwens klein, want ze scoorden alle tussen 21 en 31% vrouwelijke lijsttrekkers.

Zal het verdwijnen van de lijststem als factor om te bepalen wie binnen een lijst verkozen is, een duwtje in de rug betekenen voor meer gendergelijkheid aan de top van de lijsten? We weten het tegen half september.

 

Meer weten:

 

Jan Leroy