Auteur: Jan Leroy
Gepubliceerd op: 26-06-2023
Actualisatie 16 augustus 2023
De torenhoge inflatie van het voorbije jaar heeft de financiële buffers van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s duidelijk aangetast. Dat blijkt uit een VVSG-analyse van de 300 gemeentelijke jaarrekeningen 2022 die beschikbaar zijn in de BBC-databank.
Energie
De exploitatie-uitgaven van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s nemen in 2022 met maar liefst 9,3% toe. Ter vergelijking: in de periode 2014-2021 bedroeg de gemiddelde jaarlijkse stijginhg slechts 2,2%. Vooral de uitgaven voor hulpverlening door het OCMW (+17,8%), goederen en diensten (+17,3%) en bezoldigingen (+7,9%) gaan in 2022 fors hoger. De absolute uitschieters zijn echter de energie-uitgaven, die met 84,4% stijgen. Alle Vlaamse gemeenten en OCMW’s samen betalen in 2022 ongeveer 212 miljoen euro meer voor elektriciteit, aardgas en stookolie dan het jaar voordien.
Tegen de algemene stijging in gaan (andermaal) de rente-uitgaven. Ondanks de hogere intrestvoeten en de stijging van de uitstaande schulden (zie verder), dalen die toch nog met 3,2%. In 36% van de Vlaamse gemeenten nemen tussen 2021 en 2022 de rente-uitgaven wel al toe. Het ziet ernaar dat dit de komende jaren op steeds meer plaatsen het geval zal zijn.
Vertraging
De exploitatie-ontvangsten groeien in 2022 maar met 5,5%, al ligt ook die groei boven het gemiddelde van de periode 2014-2021 (2,1%). Veel besturen hebben de tarieven voor de geleverde dienstverlening intussen geïndexeerd, want die inkomsten stijgen met 9,6%. De ontvangsten uit belastingen en uit subsidies groeien met respectievelijk 5,7 en 6,3%, een stuk minder dus dan de inflatie en de algemene uitgavenstijging. Voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing (+4,7%) en de aanvullende personenbelasting (+5,8%) speelt er immers een vertraagd effect: de kadastrale inkomens werden pas begin 2023 geïndexeerd en de aanvullende personenbelasting op de aan de index aangepaste lonen komt maar dit en volgend jaar binnen. Ook uit algemene subsidiëring mogen lokale besturen in 2023 extra middelen verwachten, want de Vlaamse regering trekt bovenop de normale groei van het Gemeentefonds met 3,5% dit jaar 93,5 miljoen euro uit als gedeeltelijke compensatie voor de sterk gestegen personeels- en energiekosten. Ook in 2024 en 2025 blijft die compensatie trouwens bestaan.
De al langer lopende terugval van de gemeentelijke financiële ontvangsten (met vooral dividenden uit participaties) gaat ook in 2022 door met een daling met ruim 56 miljoen euro of 14%.
Investeringen
Door de veel sterkere groei van de exploitatie-uitgaven dan van de exploitatie-ontvangsten, zien gemeenten en OCMW’s het exploitatiesaldo, een belangrijke financieringsbron voor de investeringen, in 2022 met 20,9% of ongeveer 367 miljoen euro terugvallen. Toch blijven de lokale investeringen in materiële vaste activa op peil: ze komen voor 2022 uit op zowat 2.107 miljoen euro, een toename met 150 miljoen euro of 7,7% tegenover een jaar eerder. Rekening houdend met de sterk gestegen bouwkosten, gaat het in reële termen echter om een daling. We zien trouwens dat de algemene stijging van de lokale investeringsuitgaven het gevolg is van een groei bij 52,7% van de besturen en een daling bij de overige 47,3%.
Lokale besturen kennen in 2022 ook voor ruim 18 miljoen euro meer investeringssubsidies toe aan andere actoren (+6,7%).
Schulden
Gemeenten en OCMW’s kunnen hun hogere investeringsniveau bij een gekrompen exploitatiesaldo niet opvangen met meer investeringssubsidies van andere overheden. Integendeel zelfs, want die dalen in 2022 met 11,6% of bijna 43 miljoen euro. Ook de verkoop van eigen gronden en gebouwen krimpt met 6%. Per saldo moeten veel besturen dus wel wat meer gaan lenen. Daardoor nemen de uitstaande schulden met 3,5% toe, of een aangroei met 282 miljoen euro. De stijging van de lokale schulden is echter geen algemeen fenomeen, want 65% van de besturen ziet de financiële verplichtingen in 2022 nog dalen. We geven nog mee dat de groei van de totale uitstaande schulden niet meteen dramatisch hoeft te zijn, want de voorbije jaren was er een vrijwel permanente afbouw.
Spaarpot
De globale gemeentelijke spaarpot (uitgedrukt als het beschikbaar budgettair resultaat) bedraagt voor 2022 3.181 miljoen euro, of 311 miljoen euro minder dan een jaar eerder (-8,9%). De autofinancieringsmarge (AFM), een goede indicator voor de financiële gezondheid, komt uit op 732 miljoen euro, terwijl die eind 2021 nog 1.093 miljoen euro bedroeg, een daling met 33%. De AFM van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s zit daarmee op het laagste niveau sinds 2014. Positief is dan weer dat slechts 30 van de 300 gemeenten (10%) een negatieve AFM laten optekenen. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, want pas in 2025 moet de (geplande) AFM boven 0 uitstijgen. Het aantal besturen met een negatieve AFM is tegenover 2021 (9) wel fors gestegen.
We geven tot slot nog mee dat de Vlaamse gemeenten en OCMW's eind 2022 een bedrag van bijna 3,9 miljard euro aan liquide middelen en beleggingen op de bankrekening hebben, wat zelfs een kleine stijging is tegenover een jaar eerder. Thesaurieproblemen hoeven de meeste besturen dus niet meteen te vrezen.