Auteur: Joris Deleenheer
Gepubliceerd op: 20-01-2022
De Vlaamse regering wil dat sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren tegen 1 januari 2023 integreren tot woonmaatschappijen. Als regisseur van het lokale woonbeleid is deze hervorming voor lokale besturen dan ook van groot belang en zij zien er ook wel kansen in. De VVSG heeft dan ook regelmatig overleg met het kabinet van de minister van wonen en de andere stakeholders om deze evolutie op te volgen.
Een eerste voorwaarde om aan de slag te gaan om de woonmaatschappij te vormen is weten in welke gemeente die woonmaatschappij actief moet zijn. Daartoe dienden de gemeenten tegen 31 oktober 2021, zoals gevraagd door de minister van Wonen Matthias Diependaele, een advies voor de afbakening van het werkingsgebied in. Het is aan de Vlaamse Regering om het werkingsgebied effectief vast te stellen. Zolang de Vlaamse regering die beslissing niet neemt, kunnen de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren niet aan de slag om de nodige juridische en operationele stappen te zetten om de woonmaatschappij effectief te vormen. Daarbij komt ook nog de invoering van een nieuw toewijsmodel vanaf 1 januari 2023 dat binnen de woonmaatschappij en de gemeenten in het werkingsgebied heel wat overleg en voorbereidend werk vraagt. Dit heeft dus ook consequenties voor het lokale woonbeleid. De timing wordt steeds krapper.
Het is dan ook nodig dat de Vlaamse Regering snel een beslissing neemt over de afbakening van de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen.
