Een lokaal bestuur vaardigt net als andere organisaties iemand af naar een netwerk. In het netwerk gebeurt iets; er worden voorstellen besproken, afspraken gemaakt, acties getest,.. Welk mandaat heb je in een netwerk? Hoe koppel je terug? Wat kan je toezeggen? En als je toezegt, gebeurt het dan soms dat je wordt teruggefloten?
Mandaat nemen en krijgen is geen eenvoudige opdracht voor medewerkers van lokale besturen. Er spelen heel wat factoren mee; de ene persoon neemt meer mandaat dan de andere. De positie van een lokaal bestuur zal meer of minder goed in te schatten zijn ten aanzien van bepaalde voorstellen. Het ene netwerk laat minder mandaat toe dan het andere, bijvoorbeeld omwille van politieke gevoeligheid rond een thema. De ene schepen blinkt uit in micromanagement en de andere gelukkig niet. Er zijn lokale besturen waar de schepen of de algemeen directeur nauwelijks in netwerken zitten en andere lokale besturen waar dit wel zo is. Die vele factoren maken dat het niet wenselijk is om mandaat in strikte spelregels te proberen vatten.
Wel is noodzakelijk om als lokaal bestuur na te denken over wie je waarom naar een netwerk afvaardigt. Om te investeren in netwerkskills en om je bewust te zijn van de effecten van de manier waarop je met mandaat omgaat op jouw positie als lokaal bestuur. Een medewerker die niets kan toezeggen in een netwerk, een medewerker die teruggefloten wordt,… dit straalt af op jouw imago als lokaal bestuur.
Schema Pronet:
