lokaal_20230701_58_incontact.png
Provider image

Dirk Broux werkt op de technische dienst van woonzorgcentrum Mandana in de Genkse deelgemeente Waterschei. Zes jaar geleden maakte hij de overstap uit de privésector. ‘De beste beslissing in mijn leven. Vroeger werkte ik voor een bedrijf in koeltechniek, de omzet was het belangrijkste. Nu staat de mens centraal, ik kan voor mensen zorgen.’

  • Dirk Broux werkt sinds 2017 voor de technische dienst van het Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk. 
  • Het woonzorgcentrum Mandana in Waterschei is zijn vaste werkplek. Heel vaak werkt hij er alleen, af en toe krijgt hij hulp van de collega’s van woonzorgcentrum Toermalien, bijvoorbeeld voor werken in de grote tuin. 
  • Voor alle mogelijke klussen spreken directie, medewerkers en bewoners hem aan. 
  • Hij heeft een goede band met de bewoners, vaak neemt hij een bewoner mee naar het tuincentrum of het containerpark.  
  • Dirk maakte zes jaar geleden de overstap uit de privésector en noemt dat de beste beslissing in zijn leven.

Wzc Mandana vormt samen met wzc Toermalien het Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk (ZOG). Mandana biedt een thuis aan 96 bewoners, ouderen met psychiatrische problemen of dementie, maar ook acht mensen met jongdementie. Er zijn zes huizen met telkens twee leefgroepen van acht bewoners. Het woonzorgcentrum is een open huis waar de vertrouwde mantelzorgers een belangrijke rol opnemen. Dirk Broux maakt sinds 2017 deel uit van de technische dienst. ‘Een neef van me is brandweerman in Genk en krijgt zo de vacatures van de stad te zien. Toermalien was op zoek naar een medewerker voor de technische dienst. Ik was na 22 jaar werken in de koeltechniek – ijskasten, diepvriezers, airco’s monteren – op zoek naar iets anders. Vooral de vele, vaak verre verplaatsingen met de bestelwagen zag ik niet meer zitten. Ik geef toe dat ik getwijfeld heb om te solliciteren, het was wel een heel grote stap. Uiteindelijk heb ik het dan toch gedaan en een jaar later kon ik aan het werk in het andere woonzorgcentrum, Mandana.

Ik heb het me nog geen seconde beklaagd, het was de beste beslissing in mijn leven.’

‘De twee woonzorgcentra samen hebben een klein technisch team, ik werk vaak alleen. In de zomer, als er veel werk is in de twee hectare grote tuin, krijg ik hulp van collega’s van de technische dienst van Toermalien. Vandaag hebben we 200 van de 600 meter haag gesnoeid. Ik werk dan wel meestal alleen, ik vóél me helemaal niet alleen. Ik ken alle bewoners en hun familie, en zij kennen mij allemaal. Ik voel me prima bij hen, we kunnen heel goed met elkaar overweg. Ik kom overal in het woonzorgcentrum. Is er een lamp stuk, werkt er een koffiezet niet meer, moet er een rolwagen gerepareerd worden, is er iets met de elektriciteit of het sanitair, dan word ik erbij geroepen. Twee weken geleden heb ik nog een betonnen paadje opnieuw aangelegd omdat de hellingsgraad voor bewoners met een rolwagen te groot was. Ik steek ook regelmatig een handje toe bij de ergotherapeuten voor de organisatie van een feestje of een uitstap. In het voorjaar was ik zelfs verkleed als paashaas, niet veel bewoners hebben me herkend. Die grote variatie maakt het heel fijn werken.’

‘Ik heb met veel bewoners een goede band. Als ik iets moet gaan halen, dan neem ik vaak een bewoner mee. Dan rijden we samen naar het tuincentrum om plantjes te kopen, naar de dierenzaak voor eten voor de geiten, konijnen en kippen die we hier hebben, of naar het containerpark. Natuurlijk is het hard als er iemand sterft met wie je een hechte band hebt, dat went niet, daar ben ik altijd enkele dagen of weken niet goed van. Maar dat mensen overlijden, is nu eenmaal eigen aan een woonzorgcentrum en het is ook telkens een kans om nieuwe mensen te ontmoeten die hier hun intrek nemen. Dat nieuwe begin wordt gesymboliseerd doordat ik de kamer verf en opknap voor iedere nieuwe bewoner.’

‘Vroeger werkte ik voor een privébedrijf en was het enige doel zoveel mogelijk winst maken. Nu staat de mens centraal in wat ik doe. Een bewoner met wie ik goed opschiet en die vaak met mij op pad ging, kreeg onlangs een beroerte. Praten lukt niet zo goed meer en ook fysiek kan hij niet meer goed uit de voeten. Voor die man heb ik via het kringloopcentrum een scootmobiel op de kop kunnen tikken. Hij kan nu weer boodschappen doen in Waterschei of naar zijn vrienden rijden waarmee hij vroeger petanque speelde. Het geeft enorm veel voldoening als je zoiets voor iemand kunt doen.’

‘Ik ben een echte chiroman. Ik was tien jaar lid van chiro Boxberg, tien jaar leider waarvan negen jaar hoofdleider en nu ben ik al 22 jaar volwassenenbegeleider. Ik ondersteun de leiding, waak mee over de goede werking, ben een aanspreekpunt voor de ouders enzovoort. Ik ga ook elk jaar mee op kamp met de kookploeg. Wel, mijn werk in het woonzorgcentrum sluit daar voor mij perfect bij aan. Ik help en ondersteun, ik probeer problemen op te lossen, ik praat veel met bewoners en hun mantelzorgers. En op woensdagmiddag bak ik zelfs 28 kilogram frieten. Ook daarbij krijg ik af en toe hulp van een bewoner.’

‘Normaal gezien eindigt mijn werkdag om half vijf, maar ik blijf regelmatig wat langer, omdat er nog een klus afgewerkt moet worden. En als ze me dringend nodig hebben, kom ik later op de avond wel even terug. Of op zaterdag of zondag. De medewerkers of de directeur van het woonzorgcentrum mogen me altijd bellen. Als ik vrij ben, dan sta ik klaar. Op maandag bekijk ik altijd mijn mail om te zien of er in het weekend opdrachten zijn gemeld. Maar doorgaans verloopt de communicatie met de directeur, de leefgroepmedewerkers of de hoofdverpleegkundige rechtstreeks, ze spreken me aan of bellen me. Ik ben nooit ver uit de buurt, de lijnen zijn zeer kort. Ook dat maakt dit werk zo plezant.’ —

 

Bart Van Moerkerke is redacteur Lokaal | Beelden Stefan Dewickere
Voor Lokaal zomer 2023