lokaal_20230501_58_samenleving.png
Provider image

Balen doet wat weinig andere lokale besturen doen: een eigen dienstencentrum inrichten dat specifiek gericht is op (vooral) sociale en activerende tewerkstelling. Elke Balenaar kan in Den Travoo terecht voor een oplossing op maat die leidt naar een zinvol plekje op de lokale arbeidsmarkt. Ellen Dierckx is er coördinator en bezieler

  • Ellen Dierckx is bijna 22 jaar maatschappelijk werker bij lokaal bestuur Balen
  • Coördinator van dienstencentrum voor tewerkstelling Den Travoo, dat ze 15 jaar geleden zelf mee oprichtte
  • Overziet samen met zes collega’s de steeds veranderende veelheid van regels en maatregelen in het tewerkstellings- en activeringslandschap
  • Biedt aan elke inwoner van Balen begeleiding op maat voor een zinvolle werkplek binnen de lokale gemeenschap

‘Toen ik als trajectbegeleider begon bij OCMW Balen, ging dat nog puur over tewerkstelling van leefloners in het kader van de artikel 60-maatregel,’ herinnert Ellen Dierckx zich. ‘Maar in onze landelijke gemeente speelden ook andere problematieken en bevonden er zich diverse doelgroepen in kwetsbare situaties, en we hebben onze werking daaraan aangepast. Zo startten we voor alleenstaande moeders een strijkdienst als sociale-economiebedrijf op, we gingen werken met jongeren, met psychisch kwetsbare mensen. Uiteindelijk kwam het idee om een dienstencentrum op te richten met een breed en laagdrempelig aanbod toegespitst op tewerkstelling, voor de meest kwetsbaren.

Dat centrum heet Den Travoo en bestaat nu vijftien jaar.’ De deur van het dienstencentrum staat zonder meer open voor elke inwoner van Balen. ‘Elk jaar schrijven we een nieuw project uit en boren we nieuwe niches aan,’ gaat Ellen Dierckx voort. ‘Maar altijd laten we de keuze voor een nieuw initiatief afhangen van de problemen die we zien en de vragen die we binnenkrijgen: nu eens loopt er een project voor jongeren, dan weer een voor anderstalige vrouwen bijvoorbeeld.’ Het activeringsbeleid wordt hier breed opgevat en is naast de reguliere arbeidsmarkt gericht op tewerkstelling in diverse trajecten en maatregelen zoals wijk-werken, arbeidsmatige activiteiten, tijdelijke werkervaring en dies meer. ‘En die brede manier van werken loont,’ zegt ze. ‘Niet alleen zijn onze werkloosheidscijfers gedaald, onze werkzaamheidsgraad is gestegen.

Wij richten ons eigenlijk al vijftien jaar op de groep van niet-beroepsactieven waarover nu zoveel sprake is. Neem het project “Sterk Werk” dat we uitrolden met steun van de provincie: daarvoor bedachten we een innovatief model om met behulp van een loopbaancoach en een geletterdheidscoach uit het Ligo-volwassenenonderwijs mensen uit de meest kwetsbare doelgroep toe te leiden naar de reguliere arbeidsmarkt. Welnu, na tweeënhalf jaar hebben we 94 aanmeldingen waarvan 36 personen ofwel aan de slag zijn, ofwel een langdurige opleiding binnen het volwassenenonderwijs hebben aangevat. Dat zijn cijfers die ik me nooit had kunnen voorstellen.’

‘Wist je dat we ook een 35-tal trajecten lopende hebben van personen die medische of psychosociale belemmeringen ervaren? Zij worden ingezet in scholen en woonzorgcentra, maar ook in bedrijven. Dat is vernieuwend, denk ik.’ Ook de vele goede lokale samenwerkingen en partnerschappen die Ellen Dierckx en haar collega’s onderhouden, volgen uit die vraaggerichte werking van het dienstencentrum. ‘We nemen voor de cliënt contact op met potentiële werkgevers, met lokale initiatiefnemers en toeleidingspartners, maar ook met het CGG en het CAW. We informeren naar randvoorwaarden voor bijvoorbeeld kinderopvang en mobiliteit. We nemen altijd de telefoon en bellen, dat werkt het best. Er is een heel goede samenwerking met de ziekenfondsen, het RIZIV, het GTB, de VDAB. Naar het aanbod van die laatste verwijzen we door waar het kan, we willen dat niet vervangen maar net aanvullend werken. Wie-kent-wie blijft belangrijk, zeker als je in tandem samenwerkt in een dossier.’ Den Travoo werkt ook proactief samen met het deeltijds onderwijs en heeft een overeenkomst met Justitie voor de inschakeling van werkgestraften.

‘Momenteel zijn we hier met zeven collega’s aan de slag,’ vertelt Ellen Dierckx. ‘Ieder van ons legt zich toe op bepaalde methodieken, programma’s en doelgroepen. Maar binnen het dienstencentrum kunnen we allemaal te rade bij elkaar, en dat is nodig, want het tewerkstellingslandschap is een heus kluwen geworden. Elk jaar komen er nieuwe regels, maatregelen, voorwaarden, toeleidingen: provinciaal, Europees, Vlaams, federaal. Het geheel is nauwelijks nog te overzien. En dat we in onze job zoveel in afkortingen praten, helpt ook al niet. (lacht) Zodra we weten dat een cliënt bij een werkgever aan de slag kan, moeten we bezig zijn met het statuut waarin dat kan, welke maatregelen we mogen combineren, welke vrijstellingen we moeten aanvragen. De looptijd van elke tewerkstellingsmaatregel is anders. Ik heb hier een groot structuurbord gemaakt en opgehangen. Komt er een nieuwe regel of maatregel bij, dan bekijk ik hoe ik die tussen de rest kan schuiven en positioneren, zodat het tot nieuwe kruisbestuivingen kan komen. Bij elke nieuwe projectoproep stel ik de vraag: blijven onze missie en visie overeind, als we hierop intekenen? Anders doen we het niet. Gelukkig hebben we een bestuur dat in onze voorstellen meegaat, anders zou de uitdaging nog groter zijn.’

Vorige week konden toch weer drie mensen via het dienstencentrum aan de slag. ‘Voor die momenten doe je het,’ glimlacht Ellen Dierckx. ‘Voor een maatschappelijk werker pur sang blijft het doel om stappen vooruit te zetten met de cliënt, hoe klein die stappen ook zijn. En we bouwen stelselmatig op, om een terugval te vermijden. Mensen die bij ons terechtkomen, hebben vaak al honderd-en-een tegenslagen gekend. Onze partners proberen we zoveel mogelijk mee te krijgen in het individuele verhaal van de cliënt. Met de vangnetten die we inbouwen, kunnen cliënten ook al eens een bepaalde job uitproberen zonder hem te moeten aanvaarden. Dan durven ze al eens verder springen. De vertrouwensband met cliënten is ook sterk omdat we niet controlerend optreden over hun leefloon.’ De collega’s van Den Travoo stellen vast dat de werking die ze zo hebben opgebouwd, een terugverdienmodel is gebleken. De resultaten zijn uitstekend, de diversiteit op de werkvloer is sterk, de strategie ‘werkt’. Hoe dat komt? ‘Pure verbinding,’ luidt het antwoord van Ellen Dierckx. ‘We doen niets nieuws, het is hoe we het aanpakken: heel lokaal, zowel één op één als in de groepsvormingen.’ —

 

Pieter Plas is hoofdredacteur Lokaal | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 05 | 2023