Gepubliceerd op: 17-07-2024
De pensioenuitgaven voor ex-statutaire medewerkers van Vlaamse lokale en provinciale besturen stijgen tussen 2023 en 2029 met 5,3% per jaar, of in totaal ongeveer 660 miljoen euro extra. Dat blijkt uit nieuwe ramingen van de Federale Pensioendienst die de VVSG kon inkijken. Zonder bijkomende middelen van de Vlaamse en de federale overheid wordt de pensioenfactuur voor de lokale besturen onbetaalbaar.
Lokale besturen staan zoals bekend zelf in voor de financiering van de pensioenen van hun vroegere statutaire medewerkers. In het werknemersstelsel betaalt de Schatkist een deel van de factuur, en dat is ook het geval voor de pensioenen van de zelfstandigen en voor die van de ambtenaren van Gemeenschappen en Gewesten. Gemeenten staan er echter alleen voor, al besliste de vorige Vlaamse regering bij haar aantreden in 2019 wel om vanaf 2020 de helft van de responsabiliseringsbijdrage van de Vlaamse lokale besturen voor haar rekening te nemen. We weten vandaag niet of die subsidie behouden blijft en onder welke vorm. Daarnaast rijst de vraag of er federaal politieke wil (en het nodige budget) zal zijn om de lokale besturen te geven wat ook andere sectoren krijgen: een cofinanciering van een deel van de pensioenlasten met algemene middelen.
Het is duidelijk dat zonder dotaties vanuit de centrale overheden de gemeenten afstevenen op een steeds kleinere beleidsruimte, want de pensioenuitgaven stijgen een stuk sneller dan de groei van het Gemeentefonds van 3,5% per jaar. Investeren in belangrijke maatschappelijke behoeften zoals zorg, de aanleg van rioleringen of fietspaden en het verduurzamen van gebouwen wordt dan steeds minder vanzelfsprekend.
De pensioenproblematiek neemt dan ook een belangrijke plek in in het VVSG-memorandum voor de nieuwe regeringen. Hij komt ook aan bod in de nota's die de VVSG aan de Vlaamse en federale formateurs heeft bezorgd.
Jan Leroy - Senior expert data en analyse VVSG