Auteur:

Gepubliceerd op: 06-02-2024

De pensioenfactuur van de Vlaamse lokale besturen stijgt tegen 2028 tot 2,4 miljard euro, bijna het dubbele van 2018 (1,25 miljard). Als de volgende Vlaamse en federale overheid de lokale besturen niet helpen om hun pensioenfactuur te betalen, wordt het onmogelijk om te blijven investeren in grote maatschappelijke uitdagingen zoals veiligheid, kinderopvang of fietspaden. Dat zegt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) op een druk bijgewoonde studiedag die ze vandaag over de problematiek organiseert in Brussel.

 

Lokale besturen betalen alles zelf (als enige)

De lokale besturen (gemeenten, OCMW’s, maar ook politie- en hulpverleningszones, intercommunales en welzijnsverenigingen) moeten volledig zelf instaan voor de financiering van de pensioenen van hun vroegere statutaire medewerkers. Dat is helemaal anders voor de stelsels van werknemers en zelfstandigen die kunnen rekenen op een stevige cofinanciering door de Schatkist. Ook de Gemeenschappen en Gewesten schuiven het gros van hun pensioenfactuur door naar de federale overheid. Lokale besturen kunnen dat niet doen.

 

Pensioenen of fietspaden?

Ramingen wijzen uit dat de pensioenlasten voor de Vlaamse lokale besturen oplopen van ca. 1,25 miljard euro in 2018 naar ca. 2,4 miljard euro in 2028, bijna een verdubbeling en een stijging met ruim 6,6% per jaar. Dat heeft te maken met een dubbele vergrijzing: steeds meer mensen gaan de eerstkomende jaren met pensioen, en wie met pensioen is, leeft langer en krijgt dus langer een inkomen. Voor de lokale besturen wordt die pensioenfactuur stilaan onbetaalbaar. De stijging is een pak hoger dan de jaargroei van 3,5% van het Gemeentefonds, de belangrijkste basisfinanciering van de lokale besturen. ‘Meer dan de helft van wat we krijgen uit het gemeentefonds, gaat op aan pensioenen. We kunnen het dus niet besteden aan belangrijke zaken als rioleringen of woonzorgcentra en dat is niet houdbaar ’, stelt Wim Dries, voorzitter van de VVSG.  

Sinds 2020 trekt de Vlaamse overheid subsidies uit om een deel van de lokale pensioenlasten te helpen dragen. Ook al zou de volgende Vlaamse overheid dit systeem aanhouden, dan nog moeten de lokale besturen een uitgavenstijging van 4,2% per jaar financieren, nog altijd meer dan het Gemeentefonds. Dat betekent concreet dat een steeds groter deel van de lokale beleidsruimte wordt ingenomen door verplichte uitgaven, en er dus minder overblijft om te investeren in fietspaden, digitalisering, riolering, kinderopvang, zorg, enz.  Ook Marc Charlier, burgemeester in Tervuren is bezorgd: ‘Jaar na jaar wordt de pensioenfactuur zwaarder. Als het geld van de gemeente meer en meer naar pensioenen moet gaan, kan het niet anders dan dat dit een effect heeft op de dienstverlening, zeker voor die zaken waar je als gemeente alleen voor instaat.’

 

Engagement centrale overheden nodig

Als de centrale overheden het lokale niveau werkelijk cruciaal achten in het aanpakken van samenlevingsproblemen, dan moeten ze vermijden dat hun financiële middelen op deze manier blijven verminderen. Daarom vraagt de VVSG in haar memorandum voor de verkiezingen van 2024 een duidelijk engagement dat:

  • De federale overheid de pensioenbijdragen van de lokale besturen zou blokkeren op het niveau van 2024, en het saldo van de pensioenfactuur zou betalen zoals ze dat ook doet voor de andere pensioenstelsels. In een tweede fase kan dan bekeken worden om te evolueren naar één financieringsstelsel voor alle statutairen bij de verschillende overheden.
  • De Vlaamse overheid haar subsidie van een deel van de lokale pensioenlasten zou voortzetten, weliswaar met hier en daar een aantal bijsturingen.
Nathalie Debast