Auteur: Nathalie Debast
Gepubliceerd op: 15-11-2023
In 2024 trekken we naar de stembus. Om de crisis van de democratie te bezweren eisen de Belgische gemeenten meer autonomie en meer middelen voor de lokale besturen. Bovendien vragen ze respect voor het principe van budgettaire neutraliteit.
Brussel, 15 november 2023 – De gemeente is het bestuursniveau het dichtst bij de burger. Met het oog op de verkiezingen in 2024 en het daaropvolgende federale regeerakkoord benadrukken de 581 steden en gemeenten in dit land dat de volgende federale regering de lokale democratie moet versterken. Dat kan ze door het subsidiariteitsbeginsel en de lokale autonomie te respecteren, de steden en gemeenten als volwaardige beleidspartner te behandelen en te zorgen voor voldoende instrumenten en financiële middelen. Dat hebben de drie verenigingen van Belgische steden en gemeenten - Brulocalis (de stad en gemeenten van Brussel), de Union des Villes et Communes Wallonnes (UVCW) en de Vereniging van de Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) – vandaag op een persconferentie in Brussel gesteld.
Goed georganiseerd overleg tussen de bestuursniveaus
De verenigingen van steden en gemeenten vragen om structureel overleg met de lokale besturen over beleid en hervormingen. Alle bestuursniveaus zijn gelijk, daarom stellen de gemeenten dat er meer overleg moet komen met het lokale bestuursniveau. Dit geldt in het bijzonder wanneer hervormingen en beleidsmaatregelen een impact hebben op de gemeentelijke organisatie en de middelen. Er moeten efficiënte overlegmechanismen komen, plannen moet in een co-creatiedynamiek op gang komen. “Zo moeten de lokale besturen (via hun koepelorganisaties) als werkgever mee aan tafel kunnen schuiven bij sociale onderhandelingen, denk bijvoorbeeld aan onderhandelingen over het statuut van de politie”, stelt Olivier Deleuze, voorzitter van Brulocalis.
Gegarandeerde middelen
De garantie dat de lokale besturen de nodige slagkracht (financiële middelen en mankracht) krijgen om hun taken en verantwoordelijkheden te kunnen opnemen houdt het volgende in:
-
De beslissingen van de federale overheid moeten financieel neutraal zijn. Bij elke beslissing en elke hervorming moet men eerst de kosten voor de lokale besturen duidelijk in kaart brengen. Indien nodig zorgt men voor een volledige en dynamische compensatie; bovendien eisen de steden en gemeenten ook dat de federale overheid alle hervormingen betaalt waartoe ze tot nu toe heeft beslist;
-
Een gegarandeerde fiscale neutraliteit: bij iedere fiscale hervorming moet men vermijden dat de lokale besturen inkomsten mislopen. Lokale besturen zijn grondwettelijk gezien fiscaal autonoom. Iedere fiscale hervorming die raakt aan de berekeningsbasis van de aanvullende belasting van de lokale besturen, moet zo uitgetekend worden dat eventuele negatieve gevolgen geneutraliseerd worden of dat alle eventuele gevolgen dynamisch gecompenseerd worden;
-
De federale overheid moet binnen een dynamisch kader zorgen voor voldoende middelen (niet alleen financiële middelen, maar ook de nodige softwarepakketten, het nodige personeel, opleiding…), in verhouding met de uitdagingen en behoeften. Daarbij mag men de inflatie niet over het hoofd zien. Zo moet er een ambitieuze en transparante herfinanciering komen van de lokale politie. De verdeelsleutel tussen de Belgische gemeenten (bekend als de “KUL-norm”) moet men herbekijken omdat de politie er meer taken bijkrijgt. De verplichting van de federale overheid om ervoor te zorgen dat de lokale besturen niet méér betalen voor de hulpdiensten dan vroeger, moet effectief uitgevoerd worden. Dit houdt ook in dat de inkomsten uit dotaties (politie - brandweer) geïndexeerd blijven en men die met één procent optrekt.
-
De pensioenen van het lokale overheidspersoneel moeten betaalbaar blijven. De federale overheid moet instaan voor een regelgevend en financieel kader.
De administratieve vereenvoudiging
De steden en gemeente vragen dat de federale overheid verder werk maakt van administratieve vereenvoudiging en hen daarbij als klanten beschouwt waarmee ze in gesprek gaat om de dienstverlening te verbeteren en te vergemakkelijken, ook voor de burger.
“Volgens de UVCW-enquête over de ‘blues des élus’1 (de blues van de verkozenen) in mei dit jaar, stonden de relevantie en de omslachtigheid van de administratieve procedures bovenaan de zaken waarop de centrale bestuursniveaus het meest moeten inzetten”, aldus Maxime Daye, voorzitter van de UVCW. Lokale verkozenen worden gedurende hun mandaat blootgesteld aan bedreigingen en aanvallen en de sociale media dragen hier nog eens extra aan bij. Dat zorgt er uiteindelijk voor dat mensen ontmoedigd raken. De gemeenten vragen om krachtige maatregelen om de rol en de functie van de gemeenteraadsleden op te waarderen en eenvoudiger te maken. Op die manier moet men de demotivatie tegengaan. Die vormt immers een bedreiging voor het goed bestuur van de gemeenten.
Kortom, overleggen met de lokale besturen, ze bestuurskrachtiger maken, hen gegarandeerde middelen geven en de administratie vereenvoudigen. Dit zijn absolute voorwaarden voor krachtigere gemeenten in 2024. Dat leidt ook tot een gezonde participatie aan het lokale politieke leven. “De gemeenten staan het dichtst bij de burger en zijn de plaats bij uitstek waar de democratie individueel en collectief voelbaar is. Hun essentiële rol moet erkend worden, hun autonomie en de beginselen van subsidiariteit en budgetneutraliteit moeten gerespecteerd worden en de middelen die hen worden toegekend, moeten in verhouding staan tot de verantwoordelijkheden die ze dragen”, vat Wim Dries, voorzitter van de VVSG, samen.
Lees het Federaal Memorandum in het Nederlands en in het Frans.