foto_2.jpg
Provider image

Wat hebben lokale besturen nodig om lokale burgerinitiatieven te activeren in hun gemeente of stad? VVSG organiseerde een workshop over het vraagstuk welke processen je als lokaal bestuur in gang kan zetten om burgers aan te wakkere initiatief te nemen. Hieronder delen we enkele praktijkvoorbeelden en de geleerde inzichten.

Burgerinitiatief en lokaal bestuur: betrokken afstand houden

Bijdrage van prof. Filip De Rynck (UGent): bekijk hier de presentatie. 

"Burgerinitiatieven als voorstellen van burgers voor interventies in de publieke ruimte die door burgers worden gedragen en uitgevoerd, in een kader van een oproep en selectie bepaald door het lokaal bestuur.”

Veel besturen springen op de kar om burgerinitiatief te activeren in hun gemeente of stad. Besturen moeten bewust en bedachtzaam dit proces vormgeven. Het proces om burgerinitiatief te activeren, stuurt mee de aard van het burgerinitiatief en het profiel van de initiatiefnemers.  

1.      De territoriale focus

Roept het lokaal bestuur op tot burgerinitiatieven die gemeentebreed uitgevoerd worden of beperkt de oproep zich per wijk of deelgemeente? Deze keuze van focus zorgt voor een voorselectie van soorten burgerinitiatief. Een kleinschalige focus genereert vaker projecten in de sfeer van animatie, groenprojecten, culturele projecten die ontmoeting faciliteren… Gemeentebrede projecten zijn vaker transversaal en meer gericht op mobiliteit, hertekenen en herinrichten van het publiek domein.

2.      De keuze van oproep en procedure voor indiening, selectie en beslissing van projecten

De manier waarop een lokaal bestuur oproept tot burgerinitiatief en de procedures die ze uitwerkt voor inwoners om projecten in te dienen, kleurt de projecten die inwoners indienen. We werpen enkele vragen op waar je als lokaal bestuur over kan reflecteren.

Ben je van plan om langdurig te investeren in de relatie met je inwoners? Is er met andere woorden een leercurve mogelijk, zowel voor inwoners als voor ambtenaren en de bestuurlijke organisatie? Burgerinitiatief daagt het bestuur en de bestuurlijke organisatie uit. Ben je als bestuur bereid een leerproces aan te gaan en de bureaucratische structuur in vraag te stellen?  Burgerinitiatieven kunnen breekijzers zijn die delicate verhoudingen tussen diensten, schepenen, politieke partijen… naar boven brengen. Investeren in sterke participatiemedewerkers die als grenswerkers op dit snijvlak bewegen, is hierbij cruciaal. Participatieambtenaren hebben een lastige centrale positie in de interactie tussen initiatiefnemers en bestuur. Zij vormen het gezicht van het lokaal bestuur, zijn betrokken op de burgerinitiatieven en houden de vinger aan de pols. Tegelijk moeten ze ook voldoende afstand houden van de inwoners om de verantwoordelijkheid en het eigenaarschap bij hen te laten liggen. Zowel intern als extern verwerven deze ambtenaren mandaat gedurende dit proces.  

Een open oproep naar burgerinitiatief werkt met winnaars en verliezers. Sommige projecten halen de selectie en ontvangen middelen, andere projecten vallen af. Wat doe je met de verliezers? Is de ondersteuning aan de projecten eerder symbolisch of substantieel? Ook dit genereert een ander soort burgerinitiatief en een ander profiel van initiatiefnemers.

Welke drempels werp je als lokaal bestuur op om een burgerinitiatief in te dienen? Welke criteria (draagvlak, cocreatie, aansluiten bij huidige beleidsdoelstellingen…) stel je op? En wie toetst deze criteria (ambtenaren, college, onafhankelijke experten of de inwoners zelf) en bepaalt of de voorstellen ontvankelijk zijn?  

Op welke wijze selecteer je de initiatieven die steun ontvangen van het lokaal bestuur? Rechtstreeks met een collegebesluit of betrek je burgers via (online) stemming, via gelote burgerpanels, via deliberatie…

In welke mate houdt dit proces ook een sociale selectie in? Maak een onderscheid tussen het bereik en effect van projecten en initiatiefnemers. Een burgerinitiatief kan verschillende doelgroepen bereiken, ook al zijn de initiatiefnemers niet divers of representatief voor de samenleving. Wil het bestuur investeren om ondersteuningsorganisaties de taak te geven doelgroepen te betrekken en projecten mee te laten dragen? Welke relatie krijgt het georganiseerd middenveld hierin? Zij kunnen mee ondersteunen om minder evidente doelgroepen te ondersteunen en de kwaliteit van de projecten te verhogen.

Zoals duidelijk wordt, is oproepen tot burgerinitiatief in jouw gemeente of stad zelden een copy-paste. Je zal als bestuur aan de slag moeten met bovenstaande vragen en durven het experiment aan te gaan. We geven hieronder enkele praktijkvoorbeelden ter inspiratie.

Lokale praktijkvoorbeelden

Klimaatmakers in gemeente Olen

Raadpleeg hier de volledige presentatie. 

Intercommunale Kempen heeft als doelstelling om tegen 2030 40% minder co2 uitstoot te hebben waarbij burgers en beleid cocreatief samenwerken. Lokaal bestuur en inwoners beslissen samen over beleidskeuzes en voeren deze ook samen uit waarbij het leerproces centraal staat. De lokale besturen waken over een goede communicatie met de inwoners, maken initiatiefnemers wegwijs in de gemeentelijke organisatie maar informeren ook collega’s hoe om te gaan met burgerinitiatief. Er wordt interne en reflectieproces op gang gezet waarbij het bestuur mikt op een langdurige duurzame relatie tussen het bestuur en zijn inwoners.

Avansa Kempen vzw werd als externe procesbegeleider aangesteld. Ze experimenteerden met 2 pilootprojecten in Olen en Laakdal, waarna de klimaatmakers uitgerold worden naar 14 Kempense gemeenten.

Proces

·        Voorbereidingsfase

Bedoeling is het speelveld uittekenen over welke invloed burgers krijgen in dit project.

·        Communicatiefase

·        Informatie- en inspiratiefase

Samen met experten dromen burgers over 4 thema’s: voeding en consumeren, mobiliteit, energie en wonen, groen en ontharding

·        Fase van ideeën verzamelen

·        Fase van ideeën uitwerken en uitvoeren

Inwoners komen 2-wekelijks samen in thematische werkgroepen om rechtstreeks in dialoog te gaan met het bestuur. Een ambtenaar ondersteunt dit proces.

Wijkbudget in stad Gent

Raadpleeg hier de volledige presentatie. 

Takenpakket van Evelyne Deceur : lid van team Wijkbudget Gent + wijkregisseur Watersportbaan-Ekkergem

Stad Gent heeft een lange traditie van inspraak, participatie en cocreatie. Evelyne werkt voor de dienst beleidsparticipatie, een stadsbrede dienst met ongeveer 30 medewerkers die als wijkregisseurs de vinger aan de pols houden wat er leeft in de 25 wijken van Gent.

Sinds 2006 kunnen inwoners een subsidie ‘Wijk aan Zet’ inzetten voor kleinschalige initiatieven van max. 5000 euro. Meer info

Het burgerbudget (2016), later omgedoopt tot wijkbudget, wakkert de goesting aan bij Gentenaren om op een cocreatieve manier de stad mee vorm te geven en prioriteiten in de Gentse wijken aanpakken. Daarnaast wil de stadsorganisatie en het bestuur hun werking beter afstemmen op wat er leeft in de wijken. Er gebeurt ook een interne reflex door systeemfouten aan te pakken, structuren aan te passen via deze concrete burgerprojecten. De projecten kunnen rekenen op een budget van minimum 10.000 euro.

·        Idee lanceren (september tot november)

De stad lanceert een website waarop alle ideeën openbaar te bekijken zijn. Burgers kunnen zelf hun ideeën uploaden, soms worden ze geholpen door wijkregisseurs of sleutelfiguren.  

Op basis van deze verzameling van ideeën wordt een eerste administratieve check gedaan: zijn de ideeën ingediend door een Gentenaar of Gentse organisatie? Past het idee binnen de marges van het vooropgestelde budget in de wijk? En gaat het om een idee die zal worden gerealiseerd in een wijk die effectief in die desbetreffende ronde aan bod komt? Deze bulk van eerste ruwe ideeën gaat naar het college om de inventaris af te kloppen. Een belangrijke stap omdat op deze manier het college signalen uit de wijk kan capteren.

·        Plan (januari tot april)

Om het ruwe idee in een plan van aanpak te gieten, starten de wijkregisseurs een ondersteuningsproces met en tussen initiatiefnemers, stadsdiensten, het stadsbestuur, de dialoogkamer, de gelote wijkpanels... Hoe maken we dit idee levensvatbaar? Een inhoudelijke en financiële vragenlijst biedt structuur.

Ter verduidelijking: de dialoogkamer is een groep van 13 externe deskundigen met als opdracht het proces en de kwaliteit bewaken in dialoog met alle betrokken actoren. Ze geven advies over de projectinventaris per wijk en de selectiemethoden per wijk.

·        Project (mei – december )

De selectie van projecten gebeurt door een online en offline stemming door de inwoners, gesprekstafels in de wijk en gelote wijkpanels. Ook de dialoogkamer adviseert samen met de gelote wijkpanels het Gentse college om tot een collegebesluit te komen over de projectinventaris. De gelote wijkpanels blijken een zeer gedragen manier te zijn om legitimiteit te geven aan de selectie. Realisatie

·        Realisatie (2 jaar, vanaf januari)

De dienst beleidsparticipatie blijft de projecten opvolgen in de wijken bij de uitvoering. Minstens om de 6 maanden zitten de wijkregisseurs samen met de initiatiefnemers om inhoudelijk en financieel de vinger aan de pols te houden.

Burgerbudget en stadsmakers in stad Geraardsbergen

Raadpleeg hier de volledige presentatie.

De stad Geraardsbergen besloot enkele jaren geleden in te zetten op burgerparticipatie. Ze werfden een participatiemedewerker aan, startten met ‘stadsmakers’, een platform dat alle mogelijke ondersteuning aan burgerinitiatief bekend maakt en richtte een dorpsraad op in elk van de 16 deelgemeenten.

De corona-periode gaf ruimte om te experimenteren met burgerinitiatief. Via het ‘corona noodfonds’ konden inwoners initiatief nemen om ontmoeting te creëren. De stad voorzag 30.000 euro, de dorpsraden stelden samen het reglement op. Dit project werd goed onthaald en gaf vleugels aan het burgerbudget.

Enerzijds is er witruimte in BBC om burgerinitiatieven mogelijk te maken. Wanneer inwoners met een idee naar de stad komen, is er een budget van 50.000 euro voorzien om deze ideeën te kunnen realiseren. Deze ideeën moeten wel een link hebben met de huidige beleidsdoelstellingen en actieplannen, zoals deze opgenomen zijn in BBC. 

Anderzijds is er 100.000 euro voorzien voor het burgerbudget. Als inwoner kan je doorlopend een klein budget aanvragen van 3.000 euro (max). De dienst samenleving beoordeelt het voorstel, eventueel in samenspraak met andere betrokken diensten. Daarna vraagt de dienst goedkeuring aan het college. Binnen 3 weken na aandiening krijgt het burgerinitiatief 70% van de middelen, na de realisatie van het project ontvangen ze de overige 30%. 

Daarnaast kunnen inwoners ook intekenen op 2 vaste indieningsdata voor een groter budgetv(max. 25.000euro). Deze beoordeling gebeurt door een burgerjury, aangevuld met adviezen van de betrokken stadsdiensten. De burgerjury werkt vrij autonoom. Er is een ambtenaar          aanwezig voor het financieel plan op te maken en de terugkoppeling met het college te garanderen. Om de jury samen te stellen, gebeurde er een open oproep (mensen met goesting uit de verschillende deelgemeenten, met een evenwicht man/vrouw). Goedkeuring van de burgerinitiatieven gebeurt door de gemeenteraad.

Enkele afsluitende reflecties

 

  • Binnen het kader dat het lokaal bestuur opstelt, kunnen inwoners initiatief nemen. Het lokaal bestuur houdt de kaders strak. Burgerinitiatief kan binnen een thematische oproep, vaak afgebakend in tijd en ruimte. Een jaarlijkse oproep om projecten in te dienen rond ontmoeting, vergroening of verduurzaming zijn legio. Spontaan burgerinitiatief past meestal niet in deze kaders en trekt zich weinig aan van beleidsprioriteiten, de hokjes van de verschillende beleidsdomeinen- en bijhorende diensten, (bovenlokale) bevoegdheden en vergunningen. Deze transversale burgerinitiatieven confronteren het lokaal bestuur met heel wat drempels en interne organisatievraagstukken. 
  • Soms kan een conflict tussen een burgerinitiatief (een actiegroep) en het lokaal bestuur een start zijn om een bepaald thema op de agenda te zetten. Het kan uitgroeien tot een actief buurtcomité dat met een constructieve houding als partner mee de publieke ruimte vorm geeft.
  • Burgerinitiatief wordt vormgegeven in interactie met het lokaal bestuur en externe partners (zoals andere overheidsniveaus, vervoersmaatschappijen, parochies… ). Het lokaal bestuur als regelgever is altijd betrokken. Zij vormen de wegwijzer in het kluwen van vergunningen en regelgeving.
  • In burgerinitiatief zie je soms het effect van eerdere overheidsbesparingen terugkomen. Waar je als lokaal bestuur bespaard hebt, daar gaan burgers terug in willen investeren.
  • Verschillende lokale besturen delen het idee dat het een zeer goede keuze is om als stad zelf het proces uit te tekenen om burgerinitiatief te activeren. Door het als gemeente of stad zelf in handen te houden (en niet uit te besteden aan consultants) is er een enorm groot leereffect binnen de organisatie. Dat is van onbetaalbare waarde.