Sarah's ex gaat een collectieve schuldenregeling aan, en hoopt na zeven jaar schuldenvrij te zijn. Maar zijn deel van de schuld aan de bank zal daarmee niet afbetaald zijn. De bank zal bij Sarah, alleenstaande moeder van vier, aankloppen om het openstaande saldo opeisen. Mireille, sociaal werker bij het OCMW, ziet ook voor haar een collectieve schuldenregeling als enige uitweg. Sarah gaat akkoord, tot haar vader haar herinnert aan zijn eigen slechte ervaring hiermee. De afspraak om te tekenen laat ze schieten. Ze verbreekt alle contact.
Thans rijgt ze de interim contracten aan elkaar, voornamelijk ploegenwerk, vaak ’s nachts. Sarah is uitgeput, haar kinderen ziet ze amper. Maar de drive om hen te geven wat ze nodig hebben, en tegelijk die schulden af te betalen, houdt haar overeind. Dan is er even geen nieuw contract. Gelukkig heeft Sarah recht op een werkloosheidsuitkering, maar de administratie bij het lokaal vakbondskantoor loopt strop, de uitbetaling laat op zich wachten. Noodgedwongen klopt ze terug aan bij het OCMW.
Sarah staat als aan de grond genageld. Ze schudt van neen. 'Ik heb niets meer.'
Mireille schakelt een versnelling hoger, onderschept nog net de voorzitter van het bijzonder comité sociale dienst die zijn jas al aan heeft. Hij gaat meteen akkoord om al 100 euro van het leefloon als dringende steun vooruit te betalen. Sarah neemt de enveloppe met beide handen aan, kijkt Mireille een moment lang dankbaar aan, en verdwijnt.