Bij de Vlaamse lokale besturen werken in totaal 193.549 medewerkers, goed voor 150.755 voltijdse equivalenten. Ze zijn aan de slag bij gemeenten en OCMW’s, autonome gemeentebedrijven, welzijnsverenigingen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, politiezones, hulpverleningszones en in het gemeentelijk onderwijs. Ze staan in voor een breed gamma aan dienst- en hulpverlening aan burgers, organisaties en bedrijven en vervullen dus een belangrijke maatschappelijke rol.
Als werkgevers dragen lokale besturen de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de dienstverlening en daarvoor trekken ze bekwame medewerkers aan. Toch zijn het de centrale overheden die in het overleg met de vakorganisaties over de loon- en arbeidsvoorwaarden van die medewerkers de werkgeversrol opnemen, al lopen de respectieve belangen zeker niet altijd gelijk. Voor een goed sociaal overleg moeten de lokale besturen zelf rechtstreeks en officieel als sociale partner aan de onderhandelingen kunnen deelnemen.
Daarnaast constateren de lokale besturen sinds de regionalisering een gebrek aan kennis bij de federale overheidsdiensten over de specificiteit van de (lokale) publieke sector: arbeidstijdwetgeving, reïntegratietrajecten en Codex welzijn op het werk, arbeidsongevallenwetgeving, Arbeidsreglementenwet, flexi-jobs socio-culturele sector, enz.