lokaal_20230901_58_incontact.png
Provider image

Strikt genomen is zijn functietitel Projectmedewerker Klimaat, maar ‘energiedeskundige’ staat Thomas Wuyts meer op het lijf geschreven: dat is waar zijn engagement in Westerlo in de eerste plaats om draait. Maar uiteraard staat het thema energie vandaag geheel in het teken van klimaat en duurzaamheid, overigens ook een van zijn persoonlijke bekommernissen.

  • Thomas Wuyts is projectmedewerker Klimaat voor lokaal bestuur Westerlo
  • Zet samen met verschillende gemeentediensten acties uit voor de verduurzaming via energie-ingrepen op alle vastgoed.
  • Industrieel ingenieur gespecialiseerd in duurzame koeling en verwarming
  • Verwoed alpinist die lokaal wil handelen tegen globale klimaatverandering

Thomas Wuyts specialiseerde zich na zijn studies als industrieel ingenieur elektromechanica in het ontwerp van verwarmings- en ventilatiesystemen voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. Hij werkte jarenlang bij een installateur HVAC en daarna deed hij twee jaar academisch onderzoek naar duurzame gebouwentechnologie en specifiek naar duurzame koeling. Door een bijkomende opleiding tot energiedeskundige type A kan hij ook EPC’s voor woningen opmaken.

 

Het vacaturebericht voor zijn huidige functie zag hij ruim een jaar geleden toevallig in het gemeentelijke infoblad. ‘Mijn onderzoeksopdracht aan de hogeschool liep net ten einde,’ vertelt hij. ‘Westerlo zocht een projectmedewerker om mee de strategie voor de realisatie van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen – onder andere reductie van CO2 -uitstoot en verduurzaming van energieverbruik – uit te tekenen en de uitvoering ervan te begeleiden. Die uitdaging in de eigen gemeente sprak me enorm aan. Ze sloot ook naadloos aan bij het traject dat ik tot dan toe had doorlopen.’ De motivatie is evenzeer persoonlijk. ‘De mooie berglandschappen waarin ik me als gepassioneerd hobbyklimmer beweeg, zie ik de laatste jaren met eigen ogen afbrokkelen en wegsmelten door de klimaatverandering,’ bedenkt hij. ‘Het is daarom ook vanuit eigen betrokkenheid en idealisme dat ik me hier nuttig wil maken om de opwarming van de aarde tegen te gaan.’

 

‘Ruim veertig procent van onze uitstoot is afkomstig van onze gebouwen,’ weet Thomas Wuyts. ‘Op dat gebied kun je qua CO2 -reductie en verduurzaming dus een serieuze impact hebben. We willen ingrijpen in het eigen patrimonium van de gemeente, de private woonmarkt, nieuwe vastgoedontwikkelingen en bedrijven. Het einddoel is steeds hetzelfde, maar de uitdagingen zijn overal erg verschillend. Alles samen gaat het bij wijze van spreken over een speelterrein van 11.500 gebouwen waarop ik me kan uitleven.’ (lacht) Bij dat werk hoort een waaier van samenwerkingen binnen het gemeentelijk apparaat. Voor bedrijven, de tertiaire sector en de landbouw is de energiedeskundige kind aan huis bij de dienst lokale economie, terwijl hij over nieuwe ontwikkelingen vooral overlegt met de dienst ruimtelijke ordening.

 

Voor energiekwesties op de private woonmarkt is er nauw contact met de dienst wonen, de schepen van Milieu, maar in belangrijke mate ook met de communicatiedienst, omdat het daar vooral draait om informeren en sensibiliseren van inwoners. Voor het eigen gemeentelijk patrimonium werkt hij nauw samen met de technische dienst en de bevoegde schepen. ‘Via onze driewekelijkse meetings kan ik geregeld een stand van zaken opmaken, nieuwe voorstellen aanbrengen en de waardevolle inzichten van mijn collega’s mee in rekening nemen,’ zegt Thomas Wuyts daarover.

 

De vertaalslag van technische argumentatie en jargon naar een begrijpelijk en toegankelijk verhaal op mensenmaat blijkt altijd lastig. ‘Ik besteed veel aandacht aan die vertaalslagen,’ zegt Thomas Wuyts. ‘Is je uitleg te technisch, dan denken mensen nogal snel dat je hun iets probeert wijs te maken. En politici waarderen een duidelijke uitleg ook heel erg. Ze weten immers graag waaronder ze hun handtekening gaan zetten. Een project kan op het eerste zicht technisch of vaag lijken, maar formuleer het volgens de directe voordelen voor de gemeente en haar inwoners en iedereen is mee.’ Voor de private woonmarkt wordt sterk ingezet op duidelijke informatie via het energieloket van de gemeente, maar Thomas en zijn collega’s trekken ook proactief op ‘energietour’ om inwoners attent te maken op energiebesparende maatregelen en projecten.

 

Zelf pleegt hij ook regelmatig een artikeltje in het gemeenteblad. ‘Dat mijn beide ouders germanisten zijn, zal wel niet vreemd zijn aan mijn voorliefde voor heldere, laagdrempelig geschreven tekst,’ glimlacht hij. ‘Met collega Christophe van communicatie slagen we er steeds in om de ideale combinatie te maken “tussen Knack en Joepie”, zo grappen we vaak.’

 

Thomas Wuyts spreekt heel gedreven over de renovatiemethodieken die hij samen met de technische dienst ontwikkelt voor het eigen gemeentelijke vastgoed. ‘We willen al onze 45 gebouwen tegen 2028 op een bepaald basisniveau krijgen, als tussenstap naar 100% duurzame energie in 2050,’ zegt hij. ‘Daarbij willen we een zogenaamde lock-in vermijden: als we nu iets doen, moet het ineens ook klaar zijn voor 2050. We gaan nu niet overhaast een dak isoleren om de norm voor 2028 te halen, om dan in 2032 vast te stellen dat we het opnieuw moeten doen voor de volgende tussentijdse minimale norm.’ De ene technische oplossing is bovendien niet noodzakelijk beter dan de andere. ‘Dat de oude gasketel van onze buitenschoolse kinderopvang in Tongerlo wordt vervangen door een warmtepomp is niet meer dan logisch, als je kijkt naar het benodigde vermogen en het frequente gebruik van het gebouw,’ klinkt het. ‘De gemeentelijke feestzaal wordt dan weer veel minder vaak gebruikt en maar kort vóór een evenement verwarmd. Bij goede isolatie en verdeling van de warmte is een moderne condenserende gasketel daar mogelijk toch de beste oplossing, zowel qua gebruik als qua energieverbruik.’

 

‘Het heeft me aangenaam verrast hoe iedereen hier aan hetzelfde zeel trekt,’ merkt Thomas Wuyts op. ‘Er is een mooie wisselwerking tussen alle diensten, iedereen is heel gemotiveerd en mee in alles wat er beslist wordt.’ Hoewel de gemeente misschien niet meteen op zoek was naar een ingenieursprofiel, is er nu wel een echte match. ‘Ik ben er zeker van dat ook andere lokale besturen er baat bij hebben om technische profielen zoals het mijne aan te trekken,’ zegt hij. ‘Dat vraagt misschien een extra budgettaire inspanning, maar die verdient zichzelf ruimschoots terug.’ —

Pieter Plas is hoofdredacteur Lokaal | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 09 | 2023