Ik behoor tot de generatie die nog opgegroeid is met de kreet: ‘De Russen komen!’ Het IJzeren Gordijn was nog volkomen roestvrij en intact, of dat dachten wij toen in België toch. Ondertussen woon ik in een land waar de Russen nooit helemaal weg zijn geweest. Noorwegen grenst immers aan Rusland, en als er één land is waar mensen met enig geschiedkundig inzicht zich nog herinneren dat niet alleen de Amerikanen ‘ons’ bevrijd hebben aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, dan is het Noorwegen wel.
Misschien zijn er daardoor in Noorwegen ook wel meer gemeenten met een stedenband met een Russische stad of gemeente dan elders in Europa. En dat is nu natuurlijk een netelige kwestie. Deze keer neem ik u daarom eens écht mee naar het Hoge Noorden, naar de gemeente Sør-Varanger. Die is al jaar en dag sterk verbonden met de buren over de grens. Tot zo’n anderhalf jaar geleden vonden de meeste bezoekers de wegwijzers naar Moermansk en andere tweetalig Noors-Russische meldingen wel pittoresk, maar nu is het een beetje wrang. Sinds de oorlog in Oekraïne is de hele lokale economie ingestort, ze leefden daar namelijk vooral van een grote scheepswerf in Kirkenes, de hoofdplaats van Sør-Varanger, waar Russische vissersboten onderhouden en hersteld werden. Ongeveer tien procent van de bevolking is Russisch. Die mensen voelen zich niet meer echt thuis, en op zijn minst scheef bekeken.
En de gemeente Sør-Varanger heeft c.q. had vriendschapsbanden met twee Russische gemeenten. Er zijn wel meer gemeenten in het noorden van Noorwegen die met hetzelfde probleem worstelen. In de meeste gevallen is de vriendschap officieel of officieus bekoeld en de relatie soms zelfs op ijs gelegd (‘on hold’ in hedendaags Nederlands) of kordaat bevroren. In Tromsø besloten ze vorig jaar in oktober de banden met Moermansk, Arkhangelsk en Nadym te verbreken, als antwoord op de sabotage van de oliepijplijn in de Oostzee, het geregelde opduiken van Russische drones boven Noors grondgebied en het verbod van de regering om Russische schepen tot Noorse havens toe te laten. Toch proberen zij en ook andere gemeenten een manier te vinden om de band met de bevolking intact te houden. Kunstscholen die samenwerken aan weerszijden van de grens, Russische kinderen die niet uitgesloten worden van internationale sportbijeenkomsten, dat kan gerust gepaard gaan met een strategie – excusez le mot – waarin de Noorse burgemeester niet meer met zijn ambtgenoot in Rusland spreekt.
In Sør-Varanger is het nog wat ingewikkelder. Daar hebben ze in april dit jaar na veel wikken en wegen hun vriendschapsband met Severomorsk, een gesloten militaire stad waar de noordelijke vloot van Rusland gevestigd is, formeel opgezegd. Maar die met de andere zusterstad Petsjenga blijft bestaan, al is ook die wat onderkoeld. Nogal wat lokale bestuurders vinden trouwens dat over relaties met Rusland, en dus ook over het lot van de stedenbanden, eigenlijk echt wel op nationaal niveau zou mogen worden beslist.
Een tweede netelige kwestie waarop mijn oog begin augustus viel, zit op dat nationale niveau. Ze deed me ogenblikkelijk denken aan een sterke roman die ik nauwelijks twee weken eerder gelezen had. Mag ik even wat reclame maken voor de literatuur? Van de Nederlandse Frouke Arns verscheen in 2021 De gelijktijdigheid der dingen. De roman speelt zich af in datzelfde Kirkenes van hierboven. Een van de hoofdpersonages woont er, en het andere komt er aan. Helena is als kind van een Silezisch gezin uit het land gezet dat na de Tweede Wereldoorlog Polen werd. Na wat omzwervingen komt ze door haar huwelijk met een Noor in Kirkenes terecht. Nizar is een tiener uit Damascus die wil vluchten vanwege de politieke moorden die in zijn omgeving gepleegd worden. Toevallig vangt hij op dat het door een gaatje in de wetgeving mogelijk is met een fiets uit Rusland in Noorwegen binnen te raken. Ik zal wel niet te veel verraden als ik zeg dat het hem lukt, en dat hij uitgeput en onderkoeld op het erf van Helena van zijn fiets valt.
Een fiets hoeven ze niet eens te gebruiken, de Russen die tegenwoordig de provincie Finnmark binnenkomen. Zelfs een gaatje in de wetgeving komt er niet aan te pas, want de Noorse regering besliste bij het begin van de oorlog de grensovergang in Storskog niet te sluiten, onder meer om Russische vluchtelingen en deserterende soldaten de kans te geven hun land te verlaten. Maar deze zomer bleek dat een verrassend neveneffect te hebben. Nee, de onverwachte bezoekers zijn geen spionnen, geen mensen met slechte bedoelingen – al valt natuurlijk nooit uit te sluiten dat er wel eens eentje tussen zit –, het zijn Russische burgers die een vakantiehuis hebben in Finland. Finland geraken ze niet meer binnen, eigenaar zijn van een vakantiehuis telt daar niet om een uitzondering op het inreisverbod te krijgen. Noorwegen is dan wel geen EU-lid, maar het hoort wel tot de Schengenzone, dus zodra deze grensgangers hier zijn, kunnen ze in het hele Schengengebied rondreizen, als ze niet de pech hebben toevallig tegen een controle aan te lopen. Zo reizen ze ongehinderd door naar hun vakantiewoning. De Finnen zijn daar niet zo gelukkig over. Gelukkig hoeven Noorse lokale besturen daar hun zeg niet over te doen. —
Nora Van Meeuwen is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 09 | 2023