Het eerste wat me opviel, was een bericht over Anne Killingmo van Tvedestrand. Zij was erg teleurgesteld. Skuffet in het Noors, het klinkt een beetje als ‘geschoffeerd’ en dat was ze ook wel, denk ik. Ze had een vergadering bijeengeroepen om een kieslijst van tien kandidaten voor haar partij op te stellen, maar ze had zich de moeite kunnen besparen, want er kwam niemand. ‘Ik denk niet dat het echt een probleem van onze partij alleen is,’ verklaarde ze in de lokale krant. ‘De ruimte tot handelen in de gemeente is zo klein. Er is geen geld voor kwesties waar je hart naar uitgaat, alles zit vast in gebouwen en asfalt.’
Dat is een statement dat kan tellen. Ik heb me natuurlijk gedocumenteerd over de bevoegdheden van het lokale niveau, en daar zit echt wel wat meer in dan gebouwen en asfalt. Dat is in deze rubriek de afgelopen maanden ook al gebleken, me dunkt. Of ze vóór 31 mei om 12.00 uur, het uiterste moment om kieslijsten in te dienen, nog volk bij elkaar heeft weten te sprokkelen, ben ik voorlopig niet te weten gekomen.
Een ander ontmoedigend verhaal verscheen in mei op de nieuwssite van de openbare omroep NRK: Thilde Fosseide Thomasgård is bij de komende verkiezingen geen kandidaat meer. Ze was zeventien, toen ze in 2019 gemeenteraadslid in Molde werd. Ze was er met meer idealen dan kennis aan begonnen, vertelt ze. Haar verwachtingen waren hooggespannen, maar het viel tegen. Schouderklopjes kreeg ze wel, collega-raadsleden kwamen haar vertellen hoe goed het was dat een jonge vrouw als zij zich zo engageerde. Zij legde zich toe op thema’s die kinderen en jongeren aanbelangen, maar ondervond keer op keer dat volwassenen daar absoluut niet in geïnteresseerd zijn. ‘Goed gezegd, maar we stemmen toch niet voor je voorstel,’ was de teneur. Maar opgelet, ze gooit er het bijltje niet helemaal bij neer: als ze afgestudeerd is en in Molde blijft wonen, zien ze haar terug om tegenwicht te bieden, de politieke cultuur te veranderen en een plaats voor jonge mensen op te eisen.
Zeventien jaar en al verkozen... Ze moet echt wel zowat het jongste raadslid ooit geweest zijn. Want zowel om te stemmen als om je kandidaat te stellen gelden volgende regels: je moet vóór het eind van het verkiezingsjaar achttien geworden zijn en in het bevolkingsregister van de gemeente opgenomen zijn. Voor niet-Noren komt daar nog bij dat ze op de verkiezingsdag minstens drie jaar als inwoner geregistreerd moeten zijn – hoera, hoera, nu mag ik meedoen, de vorige keer was ik hier nog net niet lang genoeg. Voor Scandinavische niet-Noren volstaat het al dat ze uiterlijk op 30 juni officieel in het bevolkingsregister opgenomen zijn.
Stemplicht bestaat hier niet. Ruim tien jaar geleden is daar nog eens discussie over geweest, maar uiteindelijk was het besluit toch dat stemrecht is wat het woord zegt: een recht. Stemmen die onder dwang worden uitgebracht, doen misschien het aantal deelnemers aan de verkiezingen toenemen, maar niet de belangstelling voor hoe het land bestuurd wordt, zo lees ik in een opiniestuk uit 2011 in Aftenposten.
Je hoeft dus niet te gaan, maar ze maken het je wel erg makkelijk. Je kunt namelijk vroegtijdig stemmen (dit jaar van 3 juli tot 9 augustus), op voorhand stemmen (van 10 augustus tot 8 september) en op de verkiezingsdag zelf stemmen (11 september, en in veel gemeenten ook al 10 september). Ik heb de indruk dat nogal wat mensen voor optie twee kiezen: je kunt dan op het moment dat het je uitkomt, binnenlopen in een stemlokaal en je stemrecht uitoefenen. Doe je dat in een andere dan je eigen gemeente, dan kun je alleen op een partij stemmen, niet op een individuele kandidaat. Maar de meeste mensen vinden tijdens die ruime maand wel een moment om in eigen gemeente te gaan stemmen. Op verkiezingsdag zelf kun je alleen nog in je eigen gemeente stemmen. Optie één, vroegtijdig stemmen, mag alleen als je tijdens de normale stemperiode niet kunt deelnemen. Vanuit het buitenland stemmen of in het ziekenhuis of de zorginstelling kan ook nog allemaal.
Het derde bericht is even kort als de gemeente klein is: 25 kilometer voor de kust van Haugesund ligt de kleinste gemeente van Noorwegen: Utsira. De veerboot brengt je er in iets meer dan een uur naartoe. Er wonen 208 mensen en 450 schapen. Van de eerste categorie zijn er 158 met stemrecht. Wie tachtig stemmen haalt, wordt burgemeester. Er zijn twee kandidaten die het over het meeste eens zijn, dus verhitte discussies zijn er niet te verwachten. En zelfs als alle stemmen eens herteld moeten worden, hoeven ze daar vast niet laat op te blijven om de resultaten te kennen. —
Nora Van Meeuwen is columnist van Lokaal
Voor Lokaal zomer 2023