In augustus heb ik mijn stem uitgebracht voor de lokale
verkiezingen in mijn zelfgekozen thuisland Noorwegen.
Ik heb al eerder uit de doeken gedaan hoe dat hier gaat:
de ‘echte’ verkiezingsdatum was dit jaar 11 september,
maar daar hoefde je niet op te wachten. Stemmen kan
op veel plaatsen, op verschillende manieren en ook ruim
van tevoren.
Een kleine helft van de Noren heeft vooraf gestemd, ik ook en wel in mijn eigen gemeente. Ik stond daar zelfs al de eerste dag dat het kon. Ik vond mezelf redelijk goed voorbereid, ik had zoveel mogelijk gelezen en zelfs een stemtest gedaan op de pagina van de openbare omroep. Daar kreeg je per gemeente de grote lijnen van de partijprogramma’s en de belangrijkste plaatselijke thema’s voor de komende jaren. Vervolgens vinkte je in een multiplechoicetest je voorkeur aan. Zo kwam je dan thema per thema te weten wat de verschillende partijen voorstelden en in hoeverre dat bij jouw mening aansloot. Tot slot stond er een top 3 van partijen die het meest overeenstemden met de som van je antwoorden.
Tot mijn verbazing en vermaak waren dat drie totaal uiteenlopende partijen die maar één ding gemeen hebben: ik zou er nooit op stemmen. Maar het heeft me wel geholpen om een overwogen beslissing te nemen. Meer in ieder geval dan de verkiezingspropaganda. De eerste folder zat in mijn bus toen ik op weg was naar het stemlokaal, grappig, vond ik. Bij thuiskomst heb ik het daarom even voor u nagekeken in het wetboek onder het kopje valgagitasjon – ik kan het niet laten dit snoepje van een woord te gebruiken, het valt door de Noorse spelling misschien niet op, maar hier staat wel degelijk agitatie. Verkiezingspropaganda is toegelaten vanaf dag één van de vervroegde kiesperiode tot en met de verkiezingsdag, en zelfs nog op de stoep van het stemlokaal. Als je daar dus met een spandoek ‘Stem Trol’ wilt gaan staan, kan niemand je tegenhouden. Binnen in het stemlokaal mag niet. Qua drukwerk creëert dat natuurlijk een belachelijke papierverspilling. Nu staat de papiercontainer naast mijn brievenbus, dus de weg was kort, maar ik voelde me wel wat schuldig. Als iemand me betrapt had, had ik vast geroepen dat ik al gaan stemmen was. Deze hele uitleg brengt me bij het thema communicatie.
Mijn eerste Noorse adres was op een open plek met drie huizen in het bos. Zes jaar heb ik er gewoond zonder ooit rechtstreeks door de gemeente aangesproken te worden, behalve over corona, per mail en sms. Ik was nog maar pas verhuisd naar de bewoonde wereld, of ik kreeg al een sms van de gemeente over restricties voor watergebruik, nu het zomer en zonnig en al veel te lang droog was. Dat was juli vorig jaar. Ik zag er direct een bevestiging in van wat mijn vroegere buurman altijd zei: ‘Hier in het bos doen we vierkant onze eigen zin.’ Wat water betreft was dat ook wel min of meer zo. We hadden onze eigen bron of put, als we te veel gebruikten, hadden we daar vooral zelf last van. Dit jaar kreeg ik weer zo’n gemeentelijke sms.
Het was nog maar juni deze keer, en het was al een paar weken stralend zomerweer. We mochten geen automatische sproeisystemen meer gebruiken, maar nog wel met de tuinslang in de hand of met gieters onze planten in leven houden. Als het wat moeite kostte, zouden we vanzelf wel zuiniger zijn. Als consciëntieuze en milieubewuste mens volgde ik dat strikt op, maar als iedereen even gehoorzaam is als ik, dan hebben de waaiersproeiertjes dit jaar de gereedschapsschuurtjes niet verlaten, want het droogtealarm is nooit afgeblazen. Ik zie drie mogelijke verklaringen: het bericht dat we weer gewoon mochten doen is verdronken in een stroom andere, niet-gemeentelijke informatie, de ambtenaren gaan ervan uit dat we groot genoeg zijn om zelf te merken dat de toestand genormaliseerd is, of het gebruik van automatische sproeisystemen in privétuinen is altijd ongewenst, hoe langer ze het kunnen afremmen, hoe beter.
Voor de rest heb ik het afgelopen jaar twee keer een sms gekregen over werkzaamheden aan onze straat. Sms is duidelijk het voorkeurinstrument van onze gemeente voor tijdgebonden boodschappen. Gemeentelijke infobladen bestaan hier niet, maar een goeie overzichtelijke website met chatfunctie is er wel. Facebook, internet, folders en affiches in de bibliotheek en in andere openbare gebouwen, net als aanspreekbare mensen trouwens, het is er allemaal, en als er niet-acute dingen te melden zijn – zoals de verkiezingen – dan krijg je alle informatie in je digitale postbus. Met een aankondiging per sms én mail dat je post hebt, en desnoods ook nog een herinnering als je niet snel genoeg gaat kijken. Niets te klagen dus, al zou ik een informatieblad met plezier en nieuwsgierigheid lezen. Dat ligt ook aan mij, natuurlijk, ik ben zo iemand van ‘No Face, only Books’. —
Nora Van Meeuwen is columnist van Lokaal | Beeld pexels.com
Voor Lokaal 10 | 2023