lokaal_20230601_14_bom.png
Provider image

Ook al blijft de lokale overheid een aantrekkelijke werkgever, toch rolt er een bom richting lokale besturen, nu de babyboomers massaal op pensioen gaan. ‘De overheid weet dat al jaren, maar nooit is er wat aan gedaan. Integendeel. Bovendien hebben de maatregelen die je vandaag treft, dikwijls pas over twintig tot veertig jaar effect,’ zegt Ria Janvier die vanaf dit najaar zelf ook van haar pensioen kan genieten.

Volgens Ria Janvier blijft de lokale overheid voor veel mensen een aantrekkelijke werkgever. ‘Het civil-servant-idee spreekt veel mensen aan. Mensen willen in de publieke sector werken omdat ze nuttig kunnen zijn, iets kunnen betekenen voor de samenleving. Dat is een toegevoegde waarde. Ook de verlofmogelijkheden maken een baan bij stad of gemeente aantrekkelijk. Tot voor kort was de nabijheid van het lokale bestuur een belangrijke troef, maar dat speelt nu in tijden van meer telewerken minder een rol. Veel taken kun je thuis doen. Om in verbinding met je team te blijven, kom je dan een of twee keer per week naar het werk. Voor de gebruikers-inwoners is dat soms minder goed, thuiswerk is minder klantvriendelijk. Lokale besturen moeten nog een evenwicht vinden tussen de dienstverlening en het thuiswerken, want de digitale kloof bestaat echt.’


En het loon?
‘Dat moet gewoon goed zijn. Je moet het gevoel hebben dat je eerlijk betaald wordt voor wat je doet. Voor een profvoetballer zal een goal meer of minder of een verschil van 10.000 euro minder uitmaken, er is een moment dat geld niet meer motiveert. Je loon moet wel voldoende zijn zodat je het gevoel krijgt dat je beloond wordt naar werken. Zal honderd euro per maand meer verdienen in de toekomst een drijfveer worden om naar een buurgemeente te vertrekken? Dat valt af te wachten.’ 

 

Moeten lokale besturen zelf kunnen kiezen hoeveel ze hun medewerkers betalen?
‘Ik weet niet of het een goede of slechte zaak is om aan de lokale besturen meer speelruimte te geven qua verloningsbeleid. Soms kan een overheid met de geldende barema’s de goede mensen niet vinden. Maar er zijn misschien ook mensen die bewust kiezen voor een klein bestuur. Ik ben op zich niet tegen deze vrijheid. Als bestuur moet je zelf accenten kunnen leggen, kiezen voor wat je belangrijk vindt en nadenken en discussiëren over het beleid.’

‘Variabel belonen werkt niet in de publieke sector, het leidt tot meer ontevredenheid. Dat zie je al bij bevorderingen, wie het niet haalt, is gefrustreerd. Als werkgever heb je dan soms jaren nodig om dat weer recht te trekken.’

 

Werving en selectie worden soepeler. Is dat goed?
‘Zeker, die regels waren te rigide. Voor een goede selectie hoeven kandidaten de grondwet niet per se van buiten te kennen, de meeste dingen leer je wanneer je aan het werken bent. Als bestuur wil je de beste kandidaat. Als je die contractueel aanstelt, kun je die ook niet gemakkelijk ontslaan.

De toegang tot de openbare dienst mag streng zijn, maar hij mag ook gelijker zijn, net zoals de arbeidsvoorwaarden. Het is ook goed dat er een versoepeling is op het vlak van anciënniteit voor zij-instromers.’

‘Een statutair werknemer van een gemeente is evenmin verzekerd van werk tot het pensioen. Vastheid van tewerkstelling is niet onbegrensd, als de keuken wordt afgeschaft, moet de kok vertrekken. Schoonmaak of keuken outsourcen is geen vorm van politieke willekeur, het lijkt me eerder logisch. IT zou ik zelf liever in house houden.’

‘Het aanwerven met een arbeidsovereenkomst is een algemene trend. De Vlaamse overheid zal binnenkort niemand meer vast benoemen, behalve in gezagsfuncties. Ook de loodsen ontsnappen aan deze nieuwe beleidslijn, én het onderwijs.’

 

Hoezo?
‘Als het onderwijspersoneel contractueel zou worden aangesteld, kost dat de Vlaamse overheid een fortuin: statutairen bij de Vlaamse overheid zijn nu eenmaal goedkoper dan contractanten. De Vlaamse overheid is immers geen werkgeversbijdrage verschuldigd ter financiering van de ambtenarenpensioenen voor die groep, omdat die pensioenen rechtstreeks voor rekening van de federale staatskas komen. De loodsen vormen een economisch machtige groep, omdat ze de havens lam kunnen leggen. Waarom het loodswezen niet privatiseren? En de uitzondering voor gezagsfuncties gaat terug op een artikel uit de grondwet dat is overgenomen in de bijzondere wet op de hervorming van de instellingen: in de kerndepartementen moeten mensen met een gezagsfunctie statutair worden aangesteld.’

 

Wat zijn dan gezagsfuncties?
‘Tja, daar bestaat geen definitie van. We hebben op basis van onderzoek voorgesteld dat gezagsfuncties bij de ministeriële diensten die functies zijn waarbij de eenzijdig bindende beslissingsbevoegdheid tegenover derden rechtstreeks voortvloeit uit die functie en daarmee raakt aan de grondrechten van die derden. Dat is een hele mond vol, dat besef ik, maar we zijn echt niet over een nacht ijs gegaan.’

 

Dit wordt niet verplicht voor de lokale besturen, maar zij willen toch ook liever contractanten aantrekken?
‘De Vlaamse lokale besturen hebben al veel langer eenvoudigweg de keuze tussen statutair of contractueel aanwerven. Een bestuur dat de kaart voor meer contractanten trekt, zal om concurrentieel te blijven fatsoenlijke voordelen moeten bieden zoals een aanvullend pensioen. 

Het probleem is dat de lokale besturen zich momenteel blauw betalen aan de pensioenen van de gepensioneerde ambtenaren en tegelijk nieuwe personeelsleden kunnen aantrekken door het aanbieden van een tweede pensioenpijler, die om een hogere bijdrage-inleg vraagt dan een schamelijke één procent tot drie procent. Opdat het werknemerspensioen van een overheidscontractant samen met het aanvullend pensioen het niveau van het ambtenarenpensioen zou benaderen, is al snel een bijdrage nodig van om en bij de acht procent. Voor wie meer verdient dan de loongrens waarop het werknemerspensioen wordt berekend, gaat het om een nog hoger percentage.’

‘Dat de lokale besturen de pensioenen van hun gewezen ambtenaren volledig zelf moeten financieren, blijft alle verbeelding tarten. Dat is ongezien in de sociale zekerheid. De andere wettelijke pensioenen worden ook gefinancierd door sociale bijdragen, maar niet alleen daardoor. Als je bij wijze van voorbeeld een flesje spuitwater koopt, betaal je daar btw op. Een flink stuk daarvan gaat naar de financiering van de werknemers- en de zelfstandigenpensioenen. Waarom dan ook niet naar alternatieve financiering zoeken zodat de ambtenarenpensioenen op het lokale bestuursniveau betaalbaarder worden?’

 

Staat de betaalbaarheid van de ambtenarenpensioenen dan echt zo onder druk?
‘Ja, toch wel. Uiteraard zullen de wettelijke pensioenen betaald worden, nu en in de toekomst, maar die uitgaven nemen een flinke hap uit ons bruto binnenlands product. En de extra instroom van de babyboomers in de pensioensystemen verhoogt die druk.’

‘Als oefening is het interessant om de theoretische bijdragevoet te berekenen die je zou moeten heffen op de weddemassa van de actieve statutaire personeelsleden om de pensioenen van de gewezen ambtenaren te financieren. Op het lokale bestuursniveau ligt die fictieve bijdragevoet volgens de cijfers van 2021 op meer dan 64 procent. Alle pensioenen samen gaat het om 75 procent.’

‘Je wilt niet weten hoe het zit met de pensioenen van de gewezen ambtenaren van de NMBS. Daar is die fictieve bijdragevoet bijna gelijk aan 124 procent. In theorie wil dit zeggen dat op de weddemassa van de actieve ambtenaren van het spoor 124 procent bijdragen zouden moeten worden geheven om de lopende pensioenen van de voormalige NMBS-ambtenaren te betalen. En wat betalen de Belgische Spoorwegen als werkgever? Een bijdrage van 8,86 procent. Die theoretische bijdragevoet ligt vooral zo hoog omdat de ambtenarenpensioenen bij het Spoor gunstig zijn. Niemand weet of wil weten dat het pensioen van het administratief personeel van de NMBS op tantième 55 wordt berekend. En over Bpost gaan we het, in deze woelige tijden, dan maar niet hebben.’

 

Zijn de maatregelen van de voorbije jaren om de pensioenfactuur van de lokale besturen te verlichten, dan pleisters op een houten been?
‘Ja en nee. Dat de huidige Vlaamse regering de Vlaamse lokale besturen te hulp is geschoten door de helft van de responsabiliseringsbijdrage voor haar rekening te nemen, is een mooie geste, maar geen structurele oplossing. Hoe een volgende Vlaamse regering hiermee omgaat, is nog maar de vraag.’

‘En dan is er ook nog – ik noem het – de truc van Bacquelaine, naar de pensioenminister in de regering-Michel. Kort door de bocht komt die maatregel erop neer dat de lokale besturen die een aanvullend pensioen opbouwen voor hun contractanten, onder bepaalde voorwaarden de helft van die bijdragen in mindering mogen brengen van de responsabiliseringsfactuur. Het is een beetje raar dat er een link wordt gelegd tussen de ambtenarenpensioenfinanciering en de aanvullende pensioenregeling voor de overheidscontractanten, maar tot daaraan toe. Het probleem is dat het systeem-Bacquelaine een gesloten envelop is. Het uitgangspunt is dat de geresponsabiliseerde besturen die geen aanvullend pensioen opbouwen voor hun contractanten, de rekening gepresenteerd krijgen van de korting die de andere besturen krijgen. Maar wat als alle besturen aan de voorwaarden voldoen? Dan ontploft de bom. Dan is er geen korting meer. Doel bereikt wat betreft de aanvullende pensioenregeling voor de overheidscontractanten, maar terug naar af want de ambtenarenpensioenfactuur voor de lokale besturen wordt nog altijd hoger.’

 

Zelf gaat u ook op pensioen. Hoe kijkt u terug op uw loopbaan?
‘Bij het begin van mijn rechtenstudies leefde ik nog in de waan dat recht en rechtvaardigheid zo goed als synoniemen waren. Niet dus. Dat werd mij al snel duidelijk. Op de een of andere manier is dat idee toch blijven hangen, wat ook in lijn is met mijn betrokken opvoeding. Ik wilde niet voor een broodheer of als advocaat werken, maar wel ongebonden mijn licht op een aantal juridische kwesties laten schijnen en dat met een maatschappelijke impact. Op dat punt is het werken als academica het summum. Ik heb alle kansen gekregen en benut. Ik geef toe dat wetenschap niet volkomen waardevrij is, maar bij mij speelt dan weer het idee van rechtvaardigheid. Zo is de cirkel gesloten. Als ik een steentje in de bedding heb verlegd, voel ik mij geslaagd. Aan anderen, zowel voor- als tegenstanders, om te oordelen of dat effectief het geval is.’ —

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 06 | 2023