Bij de vorming van de nieuwe Vlaamse regering werd beslist om op Vlaams niveau uit het interfederale gelijkekansencentrum Unia te stappen en een Vlaams Mensenrechteninstituut op te richten. Er kwam toen vanuit verschillende hoeken kritiek. Op 15 maart van dit jaar ging het Vlaams Mensenrechteninstituut officieel van start. In dit nummer van Lokaal schetsen directeur David Stevens en adjunct-directeur Heidi Vander Poorten hoe het instituut sindsdien uit de startblokken is geschoten.
De opdracht van het Vlaams Mensenrechteninstituut bestaat uit twee grote luiken. Ten eerste heeft het binnen het brede mensenrechtenmandaat bevoegdheden op het vlak van bewustwording, onderzoek, advies, voorlichting en monitoring. Ten tweede beschikt het over de bevoegdheid om klachten met betrekking tot discriminatie te behandelen. In eerste instantie zal er over een klacht bemiddeling plaatsvinden tussen de verschillende partijen. Leidt dit niet tot een positief resultaat, dan kan een geschillenkamer een niet-bindend oordeel vellen over de klacht. Belangrijk om te weten is dat klachten behandelen enkel kan in gevallen van discriminatie, niet voor de schending van andere mensenrechten (bv. de vrijheid van meningsuiting, het recht op onderwijs of de vrijheid van godsdienst). Bij schendingen van mensenrechten verleent het Vlaams Mensenrechteninstituut wel eerstelijnsbijstand en verwijst het door naar andere instanties waar deze rechten kunnen worden afgedwongen.
Uit het interview blijkt vooral de positieve ambitie die het instituut heeft om bij te dragen tot de herwaardering van de mensenrechten, die vaak onder druk staan, en tot de aanpak van discriminatie. Belangrijk is daarbij ook de brede insteek. Op het vlak van discriminatie wordt vaak al snel gedacht aan discriminatie op basis van huidskleur of afkomst. Helaas doen zich in Vlaanderen ook nog allerlei andere vormen van discriminatie voor. Denk daarbij aan discriminatie van 50-plussers op de arbeidsmarkt, discriminatie van alleenstaande moeders op de huurmarkt, gevallen van (seksuele) intimidatie in de werksfeer of in (sport)clubverband, personen met een handicap die niet volwaardig kunnen participeren omdat redelijke aanpassingen geweigerd worden… Dat er met het Vlaams Mensenrechteninstituut een instantie is die voor de Vlaamse bevoegdheden actief op deze volledige thematiek zal inzetten, is positief.
De aandacht voor mensenrechten en de strijd tegen discriminatie in een positieve spiraal brengen zal vooral lokaal in de straten en wijken moeten gebeuren.
Een tweede belangrijk signaal in het interview is het belang dat vanuit het Vlaams Mensenrechteninstituut wordt gehecht aan de lokale besturen, en dit in twee richtingen. Enerzijds kunnen besturen ondersteunend werken ten aanzien van de missie van het instituut door klachten en meldingen door te geven. Anderzijds kan het instituut ondersteunend werken ten aanzien van de lokale besturen door expertise ter beschikking te stellen. De aandacht voor mensenrechten en de strijd tegen discriminatie in een positieve spiraal brengen zal vooral lokaal in de straten en wijken moeten gebeuren. Dit betekent dat het Vlaams Mensenrechteninstituut zijn ambities enkel kan uitvoeren, wanneer het in de komende jaren ook sterk inzet op samenwerking met de lokale besturen. —
Kris Snijkers is algemeen directeur bij de VVSG
Voor Lokaal 12 | 2023