Auteur: Erwin Debruyne
Gepubliceerd op: 05-10-2022
Op 1 oktober werden enkele wijzigingen van de wegcode van kracht die ook van belang zijn voor de wegbeheerder: ze wijzigen de betekenis van enkele verkeersborden, en er zijn nieuwe verkeersborden (Inforum 359100).
Parkeren
Om elke discussie over ‘stilstaan’ of ‘parkeren’ van elektrische voertuigen te vermijden, is de definitie van het “geparkeerd voertuig” aangevuld, zodat het tanken of het opladen van de batterij van een elektrisch of hybride elektrisch voertuig wordt beschouwd als parkeren (wijzigings-KB, art. 2 → wegcode, art. 2.23). Dit heeft tot gevolg dat de parkeertijdbeperking er ook op van toepassing is en een elektrisch of hybride elektrisch voertuig dat aan het opladen is niet beschouwd kan worden als een “stilstaand voertuig” (elektriciteit laden betekent niet “laden van zaken”).
De betekenis van het onderbord “elektrische voertuigen” wordt verduidelijkt (wijzigings-KB, art. 21 → wegcode, art. 70.2.1, 3°, h)).
Het gaat om zowel elektrische voertuigen als om hybride elektrische voertuigen. Wanneer dit onderbord is geplaatst op plaatsen die zijn voorzien van een publieke laadinfrastructuur moeten de voertuigen ermee geconnecteerd zijn. Zo worden die plaatsen voorbehouden voor het opladen van voertuigen. Indien er op die plaats geen laadinfrastructuur aanwezig is, betekent het onderbord simpelweg dat het parkeren voorbehouden is voor elektrische of hybride elektrische voertuigen. Het symbool, met of zonder de categorie of categorieën van voertuigen, mag op het verkeersbord van het type E9 afgebeeld worden. Zo zijn er geen twee onderborden nodig als op die parkeerplaats een blauwe zone of betalend parkeren geldt.
Een nieuw verkeersbord E9j laat toe om op eenzelfde parkeerplaats het parkeren afwisselend in de tijd voor te behouden voor verschillende categorieën van voertuigen of er afwisselend in de tijd een specifieke parkeerregeling in te stellen (wijzigings-KB, art. 20 -> wegcode, art. 70.2.1, 3).
Dit verkeersbord biedt de wegbeheerders de mogelijkheid om een meer flexibel parkeerbeleid te voeren. Dit verkeersbord kan worden voorzien van de in het verkeersreglement voorziene opschriften en symbolen ter aanduiding van voertuigcategorieën.
E9j (voorbeeld)
Parkeren voorbehouden voor fietsen van 7u30 tot 18u00 en voor motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen van 18u00 tot 7u30. Een opschrift of een symbool voorzien in artikel 70.2.1, 3° en 72.6, duidt de categorie van voertuigen of de specifieke parkeerregeling aan. Een opschrift duidt de tijdspanne van het voorbehouden parkeren of van de specifieke parkeerregeling aan. Het opschrift of het symbool mag ook op een onderbord worden afgebeeld.”
Fietsstraten
Het verkeersbord F113 dat het einde van een fietsstraat aanduidt, wordt terug ingevoerd, zodat het einde van een fietsstraat kan worden aangeduid wanneer er geen kruispunt is (wijzigings-KB, art. 22 & 23 → wegcode, art. 71.2). De fietsstraat eindigt dus ofwel ter hoogte van het volgende kruispunt ofwel ter hoogte van het verkeersbord F113. De vermelding “Fietsstraat” op het verkeersbord is facultatief.”
Een volgende aanpassing van de fietsstraatsignalisatie is in voorbereiding: als de wegbeheerder nu de fietsstraat wil doortrekken over het kruispunt, dan moet dit via een zonebord. De vermoedelijke nieuwe regelgeving (rond de jaarwisseling?) zal die zoneborden afschaffen. Het (einde) fietsstraat-bord (F111 en F113) zal dan dezelfde betekenis hebben als het huidige zonebord fietsstraten. Er zou een overgangsperiode van 10 jaar gelden. In feite zullen de nu geplaatste zoneborden en de toekomstige geplaatste F111-borden dezelfde betekenis hebben. Dus de facto zou dit noch voor de wegbeheerder (althans de eerstvolgende 10 jaar), noch voor de weggebruiker een probleem mogen vormen. Gemeenten plaatsen nu evenwel best enkele maanden lang geen zoneborden meer (en dus geen aanvullende reglementen opmaken voor zoneborden), maar voorzien best meteen F111 en F113-borden. Een positief neveneffect is dat de fietsstraten niet langer zullen gelden als ‘zone’, en dus niet worden meegeteld voor de maximaal toegelaten 2 zonale toepassingen.
Middenrijbaan
De middenrijbaan (wijzigings-KB, art. 25 → wegcode, art. 75.3) is het deel van de openbare weg afgebakend door twee evenwijdige witte onderbroken strepen aan weerszijden van de rijbaan die bestaan uit telkens twee paar korte trekken. Aan de buitenkant van de middenrijbaan ligt de “zijdelingse strook”. De zijdelingse strook maakt geen deel uit van de rijbaan en is geen fietspad.
Fietsers, de bestuurders van rijwielen, bromfietsen klassen klasse A, speed pedelecs, niet ingespannen trekdieren, last- of rijdieren of vee mogen gebruik maken van de zijdelingse strook op voorwaarde dat ze rechts in de rijrichting rijden en voetgangers die zich op de zijdelingse strook bevinden niet in gevaar brengen. Andere bestuurders mogen enkel gebruik maken van de zijdelingse strook bij het kruisen en inhalen. Voetgangers die de zijdelingse strook gebruiken, lopen links in de gevolgde richting.
Wanneer er geen berm is of wanneer die niet breed genoeg is, mogen wagens (gedeeltelijk) op de zijdelingse strook stilstaan. Parkeren op de zijdelingse strook is verboden, stilstaan mag.
Fietsberaad Vlaanderen, Vias Institute en Mint nv hebben de effectiviteit van markeringen voor fietsen in gemengd verkeer onderzocht. De resultaten waren niet positief.
Het KB bevat nog andere wijzigingen, zoals
- definities en plaats op de weg van ligfietsen, drie- of vierwielers, speed pedelecs (D9, B22)
- wijziging betekenis verkeersbord C23 (maximaal toegelaten massa), wat handhaving, al dan niet met camera’s, vergemakkelijkt
- een nieuw verkeersbord voor filegevaar
- verduidelijking rijbewijs bij praalwagens
- ...
Meer hierover lees je in het wijzigings-KB van 30.07.2022, met voorafgaande artikelsgewijze toelichting.