Elke werkgever is verplicht een welzijnsbeleid te voeren. Hierdoor rusten op het lokaal bestuur een aantal verplichtingen. Die gelden voor iedereen die onder zijn gezag werkt, dus ook bijv. voor vrijwilligers.

Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Het lokaal bestuur is verplicht een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten. Daartoe beschikt het bestuur over ten minste één preventieadviseur. In de besturen met minder dan twintig werknemers mag de werkgever zelf de functie van preventieadviseur vervullen; er is geen apart personeelslid nodig. Deze dienst staat het bestuur en de personeelsleden bij om maatregelen te nemen om het welzijn van het personeel bij de uitvoering van het werk te garanderen. De preventieadviseur van een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk behoort tot het personeel van het bestuur.

Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk

Als de interne preventiedienst niet alle wettelijke opdrachten zelf kan uitvoeren, moet het bestuur aanvullend een beroep doen op een erkende externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.  De wettelijke opdrachten zijn: arbeidsveiligheid; de psychosociale belasting; arbeidsgeneeskunde; ergonomie; arbeidshygiëne; de verfraaiing van de arbeidsplaatsen; milieuzorg; de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. In de praktijk besteden de lokale besturen bijna altijd de arbeidsgeneeskunde uit.

Meerdere interne preventiediensten

Er is niet altijd één interne preventiedienst per bestuur. Soms werkt een preventiedienst voor meerdere besturen samen; in andere situaties moet een bestuur meerdere interne preventiediensten oprichten.
De regel is als volgt. Er moet een aparte interne preventiedienst worden opgericht als aan één van volgende voorwaarden voldaan is:

  • als er apart sociaal overleg is in één bestuur. Per hoog overlegcomité moet er namelijk een interne preventiedienst worden opgericht. Zo heeft de gemeente in principe een aparte interne preventiedienst voor haar gemeentelijk onderwijzend personeel.
  • als onder het gebied van één hoog overlegcomité verschillende publiekrechtelijke rechtspersonen vallen. De gemeente en haar OCMW hebben weliswaar hetzelfde hoog overlegcomité, maar zijn aparte publiekrechtelijke rechtspersonen. Ze hebben dus elk hun eigen interne preventiedienst.

Gemeenschappelijke interne dienst

Toch kiezen vele lokale besturen er in de praktijk voor om een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten: bijv. voor het personeel van gemeente en OCMW, voor gemeente- en onderwijspersoneel, of met meerdere gemeenten samen (intercommunaal). Daar kunnen goede argumenten voor zijn: de betrokken entiteiten of instellingen zijn bijv. gevestigd in hetzelfde gebouw (met gemeenschappelijke ontruimingswegen, gemeenschappelijke noodverlichting en zo verder), ze zijn aan gelijkaardige veiligheidsrisico’s onderhevig of ze zijn gelegen in hetzelfde geografisch beperkt gebied. De formule van een gemeenschappelijke interne preventiedienst biedt uiteraard voordelen: er ontstaat een wettelijk en materieel goed georganiseerde preventiedienst, en de dienst kan de problemen op een algemene en gecoördineerde manier aanpakken. De federale regering verleent de toelating tot oprichting van een gemeenschappelijke preventiedienst, op voordracht van de Minister van Werk.

Welzijn op het werk en sociaal overleg

In het bevoegde overlegcomité bespreekt het lokaal bestuur het welzijn op het werk met de vakbonden. Het overlegcomité geeft adviezen, zoekt naar middelen en stelt ze voor, en draagt actief bij tot het creëren van betere arbeidsomstandigheden. Daartoe moeten de leden van het overlegcomité geïnformeerd en gevormd zijn. Het bestuur is gebonden door de adviezen van het overlegcomité over welzijn op het werk. Het bevoegde overlegcomité oefent de bevoegdheden uit die in de privésector opgedragen zijn aan het Comité Preventie en Bescherming op het Werk.

Geweld door derden - hoe aanpakken?

Lokale besturen worden ook geconfronteerd met geweld door derden: een ontevreden OCMW-cliënt die agressief wordt, boze ouders aan de schoolpoort, een al te mondige burger aan het loket... De Europese koepelorganisatie van lokale besturen, de Council of European Municipalities and Regions (CEMR) heeft op 30 september 2010, samen met onder meer de ziekenhuissector en met de Europese overheidsvakbonden, een handleiding geschreven.

Meer weten