Op deze pagina worden de "gewone" commissies besproken en niet de deontologische commissies. Deze laatste hebben een andere samenstelling, werking en andere bevoegdheden. Ze hebben ook een andere juridische basis en worden opgericht wordt in de deontologische code. Voor meer informatie over de deontologische commissie zie het VVSG-addendum bij het model van deontologische code op basis waarvan een deontologische commissie kan worden opgericht.
De "gewone"commissies (en dus niet de deontologische commissie) bestaan enkel in de gemeenteraad en niet in de OCMW-raad. Soms worden ze ook gemeenteraadscommissies of raadscommissies genoemd. In het OCMW is er wel een bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), maar dat is een totaal ander orgaan.
Het doel van een gemeenteraadscommissie is vooral het werk van de gemeenteraad verlichten. Dat kan door:
- de besprekingen in de gemeenteraad (technisch of inhoudelijk) voor te bereiden;
- advies te formuleren;
- voorstellen te formuleren over de wijze waarop de inspraak van de bevolking geregeld kan worden;
- de werking van de ombudsman te evalueren (als men werkt met een ombudsman).
- ...
Of er al dan niet gewerkt wordt met commissies en welke dat dan zijn, beslist de raad zelf. Zo kiezen besturen er zelf voor:
- om niet te werken met commissies,
- om te werken met één algemene commissie met alle raadsleden,
- om te werken met meerdere commissies. Vaak zijn deze georganiseerd per beleidsdomein. Soms heb je bijvoorbeeld per schepen een eigen commissie. Soms wordt gewerkt met een agendacommissie die, zoals de naam doet vermoeden, er mee voor zorgt dat de juiste punten op het juiste tijdstip worden geagendeerd.
Hoe is een commissie samengesteld?
De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. Elke fractie wijst de mandaten die haar op basis van die berekeningswijze toekomen toe via een voordracht, gericht aan de raadsvoorzitter. Die akte moet ondertekend zijn door een meerderheid van de fractieleden waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Zijn er maar twee fractieleden, dan volstaat dat één van hen tekent. Niemand kan per beschikbaar mandaat meer dan één akte ondertekenen.
Ook wanneer een raadslid geen lid is van een raadscommissie mag het de vergaderingen van de commissie bijwonen. Een dergelijk raadslid kan er ook een actieve inbreng doen, maar kan er niet stemmen en zal ook geen presentiegeld krijgen.
Nadat een constructieve motie aangenomen wordt, moet nagegaan worden of de fracties die de leden van het college leveren ook in de gemeenteraadscommissies nog beschikken over een meerderheid. Is dat niet het geval, dan vindt een herverdeling plaats van de commissiemandaten over de fracties.
Net als de gemeenteraad zelf zijn ook de raadscommissies in principe openbaar (met uitzondering van een eventuele bijzondere gemeenteraadscommissie die de ombudsman evalueert). De vergadering is niet openbaar bij besprekingen die de persoonlijke levenssfeer raken of wanneer twee derde van de aanwezige leden gemotiveer beslissen dat het beter is achter gesloten deuren te vergaderen. Ook de stemmingen gebeuren zoals in de gemeenteraad. Het grote verschil is dat een stemming in een commissie meestal geen echte beslissing tot gevolg heeft, maar voorbereidend werk daartoe levert. Een tuchtcommissie heeft die beslissingsbevoegdheid wel.
De gemeenteraad kan presentiegeld toekennen voor de raadscommissies.