Kan een BCSD-lid permante toegang vragen tot het hele intranet van het OCMW?
Dat is niet de bedoeling. Het DLB bevat twee verschillende soorten inzagerecht voor de BCSD-leden:
1. Specifiek voor het voorbereiden van de vergadering van het BCSD
Het specifieke inzagerecht is voorzien voor de documenten die bij de volgende BCSD-vergadering horen. Deze zaken kan men dus via een intranet perfect ter beschikking stellen van de leden ter voorbereiding van de vergadering. De finaliteit van dit specifieke inzagerecht is om de vergadering makkelijker voor te bereiden. Eens de BCSD-vergadering gedaan is, eindigt deze (verregaande vorm) van inzagerecht. Voor niet-gevoelige dossiers is het uiteraard geen probleem toch langer inzage mogelijk te maken, maar het bestuur is daar zeker niet toe verplicht. In het BCSD zal dat laatste weinig voorkomen.
Zie art. 20 DLB dat via art. 110 DLB van toepassing is op de BCSD-leden voor de vergaderingen van het BCSD
2. Algemene inzagevragen
Naast het specifieke inzagerecht in de stukken ter voorbereiding van de vergadering, kan je als BCSD-lid ook inzage vragen in stukken die niet bij de agenda van een BCSD-vergadering horen. Maar dat is juist het verschil: het gaat dan (buiten de context van het voorbereiden van een vergadering) om een inzagerecht op vraag, geen permanente terbeschikkingstelling van gegevens en zeker geen algemene toegang tot het intranet. Het is ook niet omdat iets één keer op het BCSD is gekomen, dat die gegevens of documenten permanent inzienbaar moeten zijn door de BCSD-leden op elk moment.
Wil een lid van het BCSD bepaalde dossiers inzien los van de agenda van de volgende BCSD-vergadering, dan kan dat, maar dan op basis van het algemene (en in het huishoudelijk reglement zelf te regelen) inzagerecht, dat geldt voor alle stukken (heel ruim) van zaken die niet bij de agenda voor de volgende vergadering horen. Voor dat algemeen inzagerecht werd decretaal geen elektronische inzage geregeld, maar het kan wel als het huishoudelijk reglement dat bepaalt.
Zie art. 75 DLB dat via art. 110 DLB van toepassing is op de BCSD-leden
Geen permanente toegang tot het hele intranet
Het staat niet letterlijk bij het specifieke inzagerecht, maar als we dat samenleggen met de bepalingen van het algemeen inzagerecht, kunnen we niet anders dan concluderen dat het niet de bedoeling is dat BCSD-leden een permanente toegang hebben tot alle dossiers via een intranet. Toegang tot gevoelige informatie kan enkel binnen een bepaald decretaal doel: hier enkel in de periode voorafgaand aan en voor de nodige stukken ter voor de voorbereiding van de BCSD-vergadering. Zeker in een BCSD dat per definitie werkt met persoonsgevoelige dossiers moet men alles doen om de vertrouwelijkheid te garanderen. Stelt men die dossiers na de vergadering toch nog permanent ter beschikking, dan is dat niet alleen strijdig met het DLB, maar ook met de privacy- en algemene veiligheidsregels. Dat is niet de bedoeling.