Hier vind je een overzicht van de veelgestelde algemene vragen. Vind je jouw vraag hier niet terug? Stel jouw vraag via het online formulier of neem contact op met Netwerk Klimaat. Wij helpen jou graag verder.

Dit overzicht zal naargelang de vragen worden aangepast. 

Bekijk via de knoppen hieronder de vragen specifiek voor LEKP 1.0, LEKP 2.0 en LEKP 2.1.

 

Overzicht vragen

1. Algemene vragen 1.A. Vragen met betrekking tot referentiejaar 1.B. Vragen met betrekking tot samenwerking 2. Vragen met betrekking tot financiering 2.A. Vragen met betrekking tot cofinanciering 2.B. Vragen met betrekking tot timing besteding middelen 3. Vragen met betrekking tot algemene voorwaarden 3.A. Het Burgemeestersconvenant 3.B. CO2-reductie en energiebesparing binnen het lokaal patrimonium 3.C. Warmte- en sloopbeleidsplan 4. Het Groenblauwpeil 5. Werf 1: vergroening 6. Werf 2: Verrijk je wijk 6.A. Coöperatieve/participatieve hernieuwbare energieprojecten 6.B. Collectieve renovaties 7. Werf 3: Mobiliteit 8. Financiële rapportering 9. Gemeentelijk opvolgmoment LEKP - inhoudelijke rapportering    

Algemene vragen

1. Tot wanneer kan mijn gemeente het Klimaatpact ondertekenen? 

Voor de verschillende versies is er jaarlijks een ondertekeningsronde. De intekening gebeurt door het opladen van een gemeenteraadsbesluit via 'het Loket voor Lokale Besturen, module subsidie' van het Agentschap Binnenlands Bestuur.

De meest recente versie van het LEKP, 2.1, kon in 2023 ondertekend worden tot 5 oktober 2023 (deze deadline werd verschoven, de oorspronkelijke datum was 5 juli). 

Voor gemeenten die dat nog niet eerder deden en interesse hebben om LEKP 1.0 te ondertekenen of bijkomend LEKP 2.0 te ondertekenen, is dat op 5 december.

2. Hoe dien je de gemeenteraadsbeslissing in in het digiloket?

Om effectief het Lokaal Energie- en Klimaatpact te kunnen ondertekenen, dien je een beslissing van de gemeenteraad op te laden op het 'het Loket voor Lokale Besturen, module subsidie' .

Je kan aan jouw lokale beheerder vragen om de nodige rechten toe te kennen in het loket Lokale Besturen, indien nodig. Je kan best het volgende vermelden aan jouw lokale beheerder:

gebruikersrecht = Loket voor Lokale Besturen 
context = subsidie 
Indien je niet weet wie jouw lokale beheerder neem je best contact op met ABB via het nummer 1700 of via https://www.vlaanderen.be/vlaamse-overheid/contact .

Volg het stappenplan zoals hieronder vermeld of bekijk de korte video met de uitleg:

stap 1: Ga naar de module subsidie
stap 2: Druk rechtsboven
stap 3: Selecteer de gewenste subsidie en start aanvraag.
stap 4: Op onderstaand formulier kan je de beslissing opladen.

3. Moet je acties uitvoeren uit de 4 werven of mag je er ook voor kiezen om acties uit te voeren uit maar 2 werven?

Het uiteindelijk doel is het behalen van alle doelstellingen in alle steden en gemeenten tegen 2030. Als lokaal bestuur weet je zelf hoe je het best zo efficiënt mogelijk de verschillende doelstellingen kan behalen.  Je kan dus zelf bepalen wat de eigen prioriteiten zijn en kiezen waar je eerst op zal gaan inzetten.

4. Is het Lokaal Energie- en Klimaatpact een resultaatsverbintenis of een middelenverbintenis?

Het gaat hier om een inspanningsverbintenis. De wederzijdse engagementen staan duidelijk in het pact en de financiële ondersteuning wordt gekoppeld aan het ondertekenen van het Pact. Het betreft een trekkingsrecht met 50% cofinanciering: we hanteren het “1 euro voor 1 euro”-principe. De financiering via trekkingsrecht veronderstelt dus dat voor elke euro subsidie die de lokale besturen ontvangen, zij zelf één euro moeten investeren. Op geaggregeerd niveau vragen we dat de totale uitgaven voor klimaatacties minstens het dubbele van de verkregen subsidie bedraagt.

Let wel: er zijn een aantal individuele engagementen die wel op niveau van het lokaal bestuur dienen nageleefd te worden en waar niet kan van afgeweken worden. 

  • Het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant 2030 of 2050 (en naleven van zaken zoals de rapportage hierbij);
  • De bepalingen rond heffingen op hernieuwbare energie;
  • De verLEDding van de openbare verlichting tegen 2030

5. Is er een voorbeeldbeslissing die gemeenten kunnen gebruiken om te agenderen op college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad?

Ja, de VVSG maakte zowel voor het LEKP 1.0 als voor het LEKP 2.0 een voorbeeldbeslissing op die je kan gebruiken voor de agendering en goedkeuring.  

Download de voorbeeldbeslissing voor LEKP 1.0 

Download de voorbeeldbeslissing voor LEKP 2.0  

Download de voorbeeldbeslissing voor LEKP 2.1

6. Kan de communicatie uitgestuurd worden naar de contactpersonen voor het LEKP en niet enkel naar AD’s?

In het begin was dat niet het geval, maar nu contacteert ABB tegelijk de LEKP-contactpersoon (zoals door de gemeente aangegeven in het digiloket van ABB) als de betrokken algemeen directeur van het lokaal bestuur bij berichtgeving over het LEKP

7. Hoe worden de doelstellingen bijgehouden?

Agentschap Binnenlands Bestuur lanceerde hiervoor het “Pactportaal”, een monitoringstool om de vorderingen in de verschillende engagementen en werven op te volgen. Deze kon gebruikt worden in de eerste rapportageperiode in het voorjaar van 2022 voor de meeste doelstellingen. Door technische problemen met deze eerste versie werd dit niet meer bijgehouden vanaf maart 2023. In november 2023 werd de nieuwe versie van het pactportaal gelanceerd. 

De doelstelling van dit Pactportaal is om dit te doen met zo weinig mogelijk administratieve impact voor de lokale besturen. Zo kunnen zij via dit portaal hun lokale realisaties voor de verschillende doelstellingen van het pact rapporteren. Er wordt zo veel mogelijk beroep gedaan op bestaande databronnen. Waar deze niet beschikbaar zijn (zoals voor de adaptatiewerven) worden invoermogelijkheden gecreëerd zodat lokale besturen hun inspanningen kunnen invoeren.

Je kan alle informatie over het pactportaal vinden via https://www.lokaalklimaatpact.be/

8. Moet een gemeente een actielijst in te dienen met de geplande acties voor jaar +1?  

Op het digiloket van ABB is een vrijblijvend hulpmiddel aangeboden om de geplande acties voor het jaar nadien op te lijsten, met deadline op eind oktober. Je vindt er een mogelijkheid om de middelen te verdelen over de verschillende mogelijke klimaatacties. Hier is geen enkele verplichting toe, en er wordt ook geen enkele beoordeling op toegepast. De vermeldde acties zijn ook niet limitatief.

9. Komen aankopen van gronden (of aanverwante uitgaven zoals pachtverbreking) in aanmerking voor financiering via LEKP?

Neen, dit soort uitgaven (vooral relevant voor de adaptatiewerven) zullen niet meegenomen worden. Het maakt voor het LEKP niet uit van wie de grond eigendom of in beheer is om de doelstellingen na te streven, het is dus niet noodzakelijk om eigenaar te zijn van de gronden om maatregelen uit te voeren. Het LEKP gaat ook net uit van een samenwerking met burgers, verenigingen en bedrijven voor het bereiken van de doelstellingen. Het zou heel moeilijk zijn om hierin een lijn te trekken welke aankopen of delen daarvan wel of niet in aanmerking zouden komen. Uiteraard komt de inrichting van gronden na een eventuele aankoop (bvb. ontharding, aanplantingen) wel in aanmerking.

10. Hoe zeker zijn de middelen tot 2030? Graag wil ik een duurzaamheidsambtenaar aanwerven maar ik zou graag zicht hebben hoeveel middelen wij hier jaarlijks voor zouden krijgen.

Tot 2030 zijn middelen van 10 miljoen euro per jaar verzekerd. VVSG Netwerk Klimaat kan op aanvraag een simulatie maken van het minimumbedrag voor jouw gemeente.

11. Kan er gewerkt worden aan communicatie-/promomateriaal op de website van ABB rond het LEKP, met artikels, visuals, best practices, beeldmateriaal etc.?

Dit idee kwam ook op beide intervisiemomenten aan bod en hier wordt aan gewerkt. Inspirerende voorbeelden kunnen gevonden worden op de praktijkendatabank van VVSG Netwerk Klimaat.

12. Ik zie de module “toezicht” of ik kan er niet aan op het Loket voor Lokale Besturen, wat is er mis?

Indien u toegang wil aanvragen tot bepaalde onderdelen van het loket, neem contact op met uw lokale beheerder Indien er zich een probleem voordoet, bekijk de mogelijke problemen en hun oplossingen op gebruikersbeheer Vlaanderen. Vindt uw lokale beheerder daar het antwoord niet, neem contact op met het nummer 1700. Meer informatie over het loket vind je hier.

13. Is het LEKP 2.1 het laatste pact tegen 2030?

Er is een bewustwording dat er een (te) snelle opeenvolging geweest van diverse versies van het LEKP. In de huidige Vlaamse regeerperiode zullen geen nieuwe versies gelanceerd worden. Daarna wordt dat een keuze voor de volgende Vlaamse regering. 
Daarnaast wordt een werkplatform opgericht waar deze drempels van het LEKP concreet worden aangepakt.

1.A. Vragen met betrekking tot referentiejaar 

14. Wat is het referentiejaar voor deze doelstellingen? 

Voor de vier werven uit LEKP 1.0 moeten de doelstellingen gehaald worden in 2030 en vertrekken we vanaf begin 2021. 

Voor de patrimoniumdoelstellingen is uit pragmatische overwegingen gekozen om als referentiejaar 2019 in plaats van 2015 te nemen (zoals vermeld in de teksten van het LEKP). Bij het opmaken van de systematiek om deze doelstelling op te volgen, werd geopteerd om voor deze wijziging omwille van de moeilijkheid om met terugwerkende kracht een goed zicht te krijgen op het (verbruik van het) gemeentelijk patrimonium. 2020 wordt niet gebruikt als referentiejaar omdat het energieverbruik van het gemeentelijk patrimonium omwille van de coronacrisis niet representatief is; veel gemeentelijke gebouwen waren deels gesloten in 2020. Dat zorgt ervoor dat de doelstelling van 40% CO2-reductie tussen 2015 en 2030 herberekend werd naar 29,3% CO2-reductie tussen 2019 en 2030. 

Voor de versie 2.0 zijn de meeste doelstellingen een bijstelling of aanvulling van de bestaande doelstellingen tegen 2030. Enkel voor de organisatie van de klimaattafels ligt dat een stuk vroeger: de uitnodigingen moeten hiervoor uitgestuurd worden voor einde 2024. 

Voor versie 2.1 ligt de deadline voor de bijkomende doelstellingen op 2025. Deze versie wordt gefinancierd via Europees relancegeld, waar er termijnen opgelegd zijn om de middelen te besteden. 

15. Sommige steden en gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant in 2009 en realiseerden daardoor reeds flinke reducties in eigen patrimonium t.o.v. 2005. Is vergelijkingspunt 2015 (gewijzigd naar 2019) absoluut?

Dit jaartal werd gekozen naar analogie met de doelstellingen voor de gebouwen van de Vlaamse overheid. Voor een overgrote meerderheid van de steden en gemeenten zou een vroeger referentiejaar niet werkbaar zijn aangezien verbruiksgegevens weinig volledig bleken voor de periode ervoor.  We begrijpen dat dit in sommige situaties vervelend kan zijn, maar om globale doelstellingen te kunnen opvolgen, is het nodig om een uniforme werkwijze te hanteren voor alle lokale besturen. Er wordt gehoopt op jullie begrip om een vergelijkbare basis te creëren die werkbaar is voor alle lokale besturen.

1.B. Vragen met betrekking tot samenwerking

16. Kan je als gemeente samenwerken met andere gemeenten?

Samenwerkingen tussen de gemeentes onderling, samenwerkingen met partners zoals lokale stakeholders, intercommunales, provincies… worden sterk aangemoedigd. Elk lokaal bestuur kan de eigen troeven uitspelen om zo gezamenlijk de finish te halen. De werven werken als communicerende vaten, sommige werven zal je samen aanpakken andere apart of op een ander moment.

Let wel: volgende zaken zijn individuele verbintenissen:

  • Het ondertekenen van het Burgemeestersconvenant 2030 of 2050;
  • Het niet heffen van belastingen op windmolens;
  • De verLEDding van de openbare verlichting tegen 2030;
  • De 40% CO2-reductie op het eigen patrimonium (incl. technische infrastructuur, excl. onroerend erfgoed);
  • DE 2,09% jaarlijkse primaire energiebesparing vanaf 2020 op het eigen patrimonium (incl. technische infrastructuur - in tegenstelling tot vermeld in de teksten wordt onroerend erfgoed wel meegenomen)

17. Indien je samenwerkt met andere gemeenten, hoe worden deze projecten dan opgevolgd?

De eigen uitgaven in functie van het samenwerkingsverband, kan je aantonen via je eigen jaarrekening door deze te koppelen aan de code “ABB-LEKP-202X”. De datum is afhankelijk van het jaar: 

  • (Vlaams) budget 2021 (= uitbetaling aan gemeente april 2022): ABB-LEKP-2021 

  • (Vlaams) budget 2022 (= uitbetaling aan gemeente april 2023): ABB-LEKP-2022 

  • (Vlaams) budget 2023 (= uitbetaling aan gemeente april 2024): ABB-LEKP-2023

18. Moet je dan als groep van gemeenten de totaalsom van de individuele doelstellingen per gemeente en per werf halen? Moet het samenwerkingsverband per werf dezelfde zijn?

Je kan met de omliggende lokale besturen de doelstellingen gezamenlijk behalen, dat kan je als een ‘totaalsom’ zien. We moedigen deze samenwerking over gemeentegrenzen aan. Zoals in de tekst van het Pact als voorbeeld is opgenomen, zal het in de ene gemeente gemakkelijker zijn om meer vergroening door te voeren en in de andere gemeente zal deelmobiliteit sneller kunnen uitbreiden. Wat telt, is handen uit de mouwen steken om op koers te geraken en daarbij iedereen mee te betrekken.

2. Vragen met betrekking tot financiering

19. Ben ik als gemeente verplicht om zelf een financiële inbreng te doen?

Ja, er wordt gewerkt met een 50% cofinanciëring, deze eigen middelen mogen ook gaan om personeelskosten. Op deze manier toon je ook jouw engagement als gemeente. 

20. Wanneer worden de subsidiemiddelen uitbetaald?

De uitbetaling van de middelen voor 2022 en volgende jaren gebeuren uiterlijk eind april van het kalenderjaar nadien. De bedragen van de eventuele verschillende versies van het LEKP 1.0, worden samen gestort. 

21. Welk subsidiebedrag mag mijn gemeente verwachten als steun voor de klimaatacties voor komende jaren? 

Voor LEKP 1.0 is de subsidiëring afkomstig vanuit verschillende doelstellingen. Hierbij is op Vlaams niveau 10 miljoen jaarlijks ter beschikking vanuit de reguliere middelen evenals een gedeelte van de vrij beschikbare middelen binnen het Vlaams Klimaatfonds. Deze middelen, die aangepast kunnen worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid, worden jaarlijks vrijgegeven en worden dan elk jaar verdeeld over de lokale besturen die intekenen op het pact. De bedragen waar een lokaal bestuur recht op heeft, variëren dan ook naargelang het aantal gemeenten dat intekent. 

Budgetverdeling 2023 (uitbetaling 2024)

Op 7 juli 2023 legde de Vlaamse regering het budget voor LEKP 1.0 voor het Vlaamse begrotingsjaar 2023 vast. Terwijl dit de voorbije jaren een bedrag van 24,87 miljoen euro bedroeg, is nu een iets hoger bedrag voorzien: 28, 3 miljoen euro. Dit betekent dat het bedrag dat aan de Vlaamse gemeenten zal worden uitbetaald in april 2023 wat hoger zal liggen. De tabel met trekkingsrechten voor LEKP 1.0 bij het Besluit van de Vlaamse regering geeft een goed beeld van het bedrag dat aan de gemeente zal worden uitbetaald, aangezien bijna alle Vlaamse gemeenten LEKP 1.0 ondertekend hebben. 

Voor de versie 2.0 kan uitgegaan worden dat de uitbetaling in 2024 niet veel zal verschillen van de uitbetaling in 2023. Het zal iets minder zijn gezien een aantal bijkomende gemeenten LEKP 2.0 ondertekend hebben of nog gaan ondertekenen en het beschikbare bedrag dus over iets meer gemeenten moet verdeeld worden. 

Voor versie 2.1 is het aantal ondertekenaars voor 2023 intussen bekend: 89 lokale besturen gaan dit bijkomende engagement aan. In november werden de subsidiebedragen vastgelegd in een bijlage van een MInisterieel Besluit. 

Budgetten 2024 en volgende (uitbetaling 2025 en volgende)

In functie van de opmaak van meerjarenplannen kunnen we de volgende info meegeven: 

  • LEKP 1.0: hiervoor is tot (uitbetaling) 2030 een basisbedrag van 10 miljoen euro voorzien. Jaarlijks wordt bekeken of dit basisbedrag aangevuld wordt met middelen uit het Klimaatfonds (zie hoger). Tot nu toe is dat telkens het geval. Om een raming op te maken voor opname in het meerjarenplan vanaf 2025 kan gerekend worden met een bedrag van 40% van wat ontvangen werd in 2022 en 2023. 
  • LEKP 2.0: hiervoor is 2025 voorlopig het laatste jaar waarvoor middelen uitbetaald worden. Of dit nog verder gezet wordt en zo ja, hoe, is een vraag voor de volgende Vlaamse regering. Er is op het Vlaamse budget 2024 een bedrag van 5 miljoen euro voorzien, in de voorgaande jaren was dat 8,75 miljoen. Reken dus voor 2025 op een bedrag dat zo'n 57% bedraagt van de eerdere betalingen. 
  • LEKP 2.1: hiervoor is 2025 eveneens voorlopig het laatste jaar waarvoor middelen uitbetaald worden. Hiervoor is een bedrag van 7 miljoen euro voorzien, terwijl dit het eerste jaar 9 miljoen euro was. Reken dus voor dit tweede jaar op een bedrag dat zo'n 77% bedraagt van de uitbetaling in 2024 (zie hoger).  

22. Wat houdt dat trekkingsrecht concreet in: Iedere gemeente kan beschikken over ondersteuning tot de pot op is, of krijgt iedere gemeente een vooraf bepaald aandeel?

Het volledige budget wordt verdeeld onder de zogenaamde pactgemeenten (gemeenten die het lokaal energie- en klimaatpact ondertekenen). Op de website vind je het overzicht met de minimale bedragen. Indien niet alle gemeenten het lokaal energie- en klimaatpact ondertekenen, zal het bedrag herverdeeld worden onder de uiteindelijke pactgemeenten en dus toenemen. 

23. Zijn er ook andere financieringskanalen of -instrumenten die aangegeven worden, die ook rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van het Klimaatpact?

Ja, er worden binnen de Vlaamse regering door verschillend bevoegdheden middelen ter beschikking gesteld; denk hierbij aan de €150 miljoen voor de fietspaden, de €15 miljoen voor de laadpalen, de €10 miljoen voor de deelmobiliteit en de €40 miljoen voor de Noodkoopfondsleningen. Via het Netwerk Klimaat zullen jullie hier ook over op de hoogte worden gebracht, bv. als er nieuwe calls, oproepen of dergelijke komen. Het doel is om dus duidelijk te maken welke bestaande financieringskanalen er zijn die je kan inzetten voor de doelstellingen in het Pact. Dit alles wordt een optelsom samen met de middelen gekoppeld aan het klimaatpact.

24. Moeten wij aantonen achteraf hoe we deze subsidie aangewend hebben? Ook als dit maar voor 1 werf was?

Koppel in de BBC de uitgave aan de code “ABB-LEKP-20xx” (jaartal volgens jaar waarin de middelen in de Vlaamse begroting ingeschreven worden; deze worden steeds het jaar nadien eind april aan de gemeente uitbetaald). We krijgen op die manier een geaggregeerd overzicht, maar we zullen niet individueel project per project de kostenstructuur kennen. Dat is ook niet nodig. We focussen op de realisaties. 

25. Is het mogelijk om de acties die door het AGB worden uitgevoerd ook toe te voegen? Indien ja, hoe? 

Het is mogelijk om acties die door het AGB worden uitgevoerd te laten meetellen voor het LEKP. Hiervoor moeten echter de uitgaven zichtbaar zijn in de gemeentelijke uitgaven, gezien het AGB een andere juridische entiteit is. Een oplossing bestaat er in om de dotatie aan het AGB op te splitsen in een LEKP-gedeelte voor uitgaven die met het bereiken van de doelstellen te maken hebben (en deze van de juiste code te voorzien) en een niet-LEKP gedeelte. Op die manier is de uitgave van het AGB zichtbaar in het gemeentelijk budget. 

26. Moet de code zowel aan de acties als aan de raming gekoppeld worden? 

Voor de financiële rapportering die de besturen moeten bezorgen over de uitgaven die gebeurd zijn voor de projecten die in aanmerking komen voor cofinanciering, moeten de gemeenten de code ABB-LEKP-20xx (jaartal volgens jaar waarin de middelen in de Vlaamse begroting ingeschreven worden; deze worden steeds het jaar nadien eind april aan de gemeente uitbetaald) in hun registratie (en zodoende in hun jaarrekening) koppelen aan de actie. Alleen dan zal die informatie via de digitale rapportering rechtstreeks doorstromen naar de Vlaamse Overheid. 

Het staat besturen vrij om die code (of een andere) ook te koppelen aan de transactie (de uitgave voor een JR of de geraamde uitgave voor een MJPA). In dat geval kan het bestuur die de koppeling wel gebruiken om er zelf op een (semi)automatische manier een rapportering mee op te maken. De codes die besturen koppelen aan de transactie(s) komen niet mee met de digitale rapportering en zijn via die weg niet raadpleegbaar. 

2.A. Vragen met betrekking tot cofinanciering

27. Dient de cofinanciering en de middelen uit het pact over dezelfde werf te handelen? Of kan de gemeente bv met eigen middelen inzetten op één actie/werf en met de middelen van het pact een andere actie/werf uitvoeren?

Ja, dat is mogelijk. Je bent als lokaal bestuur volledig vrij om hier beslissingen over te maken. Je kan een planning maken over de verschillende werven en jaren heen en daarna kiezen hoe je de middelen op de meest efficiënte manier kan inzetten. Er is dus geen verplichte verhouding tussen de verschillende werven.

28. Het pact gaat over cofinanciering van nieuwe investeringen, is dit dan vanaf de datum van intekening, aanvraag, goedkeuring of uitbetaling?

Het is de bedoeling dat de middelen voornamelijk worden besteed voor nieuwe uitvoeringen en acties vanaf de ondertekening van het Pact (dus vanaf intekening).

2.B. Vragen met betrekking tot timing besteding middelen

29. Komen acties, maatregelen genomen in 2021 ook in aanmerking?

Ja, de doelstellingen die in het Lokaal Energie- en Klimaatpact vermeldt staan moeten behaald worden in 2030. We starten echter vanaf 2021 met het Klimaatpact en dus ook het ondernemen van acties. Maatregelen die je dus hebt genomen sinds 1 januari 2021 tellen dus ook mee.

30. Hoeveel tijd is er om de middelen voor een bepaald jaar te besteden?

De middelen kunnen besteed worden in het jaar dat deze vastgelegd worden in de Vlaamse begroting en in het jaar dat deze uitbetaald worden aan de gemeente. 

Bijvoorbeeld: de middelen voor het eerste werkingsjaar zijn vastgelegd in 2021 en worden uitbetaald aan de gemeente in april 2022. Deze middelen kunnen uitgegeven en gerapporteerd worden in jaarrekening 2021 of 2022, niet meer in 2023. Hierbij hoort de code ABB-LEKP-2021 in de BBC. 

Bijvoorbeeld: de middelen die Vlaanderen voorziet voor 2022 worden uitbetaald aan de gemeente in april 2023. Deze middelen kunnen uitgegeven en gerapporteerd worden in jaarrekening 2022 of 2023, niet meer in 2024. Hierbij hoort de code ABB-LEKP-2022 in de BBC. 

3. Vragen met betrekking tot algemene voorwaarden

3.A. Het Burgemeestersconvenant

31. Je kan het Lokaal Energie- en Klimaatpact (zowel LEKP 1.0 als andere versies) enkel ondertekenen als je het Burgemeestersconvenant 2030 ondertekent. Dus bij beslissing van het college om het burgemeesterconvenant niet te ondertekenen kan je het klimaatpact ook niet ondertekenen?

De intentie om te ondertekenen volstaat, dit kan ook in orde gebracht worden na ondertekening van het LEKP en hoeft niet vooraf gebeuren. Let wel sinds 2022 is het niet meer mogelijk om het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen, je dient nu het Burgemeestersconvenant 2050 te ondertekenen.

32. Kan je intekenen op het Lokaal Energie- en Klimaatpact als je het Burgemeestersconvenant 2050 ondertekend i.p.v. het Burgemeestersconvenant 2030?

Ja, gezien de doelstellingen in het Burgemeestersconvenant 2050 ambitieuzer zijn, dan deze in het Burgemeestersconvenant 2030 is dit ook voldoende. De focus bij de vernieuwde versie ligt namelijk op het behalen van klimaatneutraliteit in 2050, waarbij de tussentijdse doelstellingen voor 2030 nog bepaald moeten worden én deze minstens even hoog moeten zijn als de nationale, regionale doelstellingen.

Sinds het najaar van 2022 is het niet meer mogelijk om de versie 2030 te ondertekenen. Naar aanleiding van het LEKP werd afgesproken met de Europese Covenant of Mayors om de Vlaamse lokale besturen extra tijd te geven om de versie 2030 te ondertekenen.

3.B. CO2-reductie en energiebesparing binnen het lokaal patrimonium

33. Hoe moeten de patrimoniumdoelstellingen worden geïnterpreteerd bij nieuw verworven gebouwen en/of recente nieuwbouw?

Deze zitten uiteraard ook mee in de scope: gebouwen worden verkocht en aangekocht, nieuw gebouwd of afgebroken. Gebouwen die verkocht worden, kennen een renovatieverplichting (alle niet-residentiële gebouwen vanaf 2022), maar als lokaal bestuur kan je nog extra elementen vragen in de verkoopsvoorwaarde (dat is een eigen keuze uiteraard en kan bv. gaan rond circulariteit). Dergelijke gebouwen gaan dan uit de scope van het patrimonium, nieuwe gebouwen worden er dan weer aan toegevoegd. Het gaat dus altijd over alle gebouwen die je in eigen bezit of beheer hebt.

34. Bepaalde gemeentes merken dat er een discrepantie is: CO2 gaat naar omlaag, maar energieverbruik stijgt. Hoe kan dit?

De CO2-uitstoot is momenteel enkel verwant aan het verbruik van fossiele brandstoffen doordat de emissiefactor van elektriciteit nul is. Het is mogelijk dat een bestuur bespaart op zijn elektriciteitsverbruik maar licht stijgt in zijn gas verbruik. Op dit moment zal zijn primair energie verbruik dalen en de CO2-uitstoot stijgen

35. Ik wil zicht hebben op de verbruikscijfers van gebouwen in concessie. Vroeger kon ik deze inzien maar nu niet meer. Kan ik deze verkrijgen?

De gemeente heeft zicht op de gebouwen waar men de factuur van betaalt. Privé-verbruiken of verbruiken die niet rechtstreeks onder de gemeente vallen worden niet weergegeven voor het lokaal bestuur.

36. Is het mogelijk de cijfers van AGB’s en gemeentes samen te nemen?

Dit wordt bekeken, gezien het vaak het geval is dat de gemeente de facturen betaalt voor patrimonium van het ABG. Binnenkort hopen we hier een sluitend antwoord op te geven. Zoals besloten in het Vlaams Regeerakkoord en het VEKP van VEKA moet elk lokaal bestuur de energie- en co2-reductiedoelstellingen naleven. Een bestuur kan zelf eenvoudig de optelsom maken in de evolutie van de gemeente en het AGB samen. De cijfers van de AGB’s worden niet meegerekend omdat er een juridische scheidingslijn is tussen gemeentes en AGB’s. Aangezien enkel gemeentes het LEKP ondertekenen, worden in deze fase van het pactportaal enkel de strikt gemeentelijke cijfers weergegeven.

37. Is de verLEDingsdoelstelling geïntegreerd in de energiebesparingsdoelstelling?

VerLEDding of dimming kan zorgen voor een primaire energiebesparing van uw technische infrastructuur indien aangesloten en rechtstreeks betaald door de gemeente.

3.C. Warmte- en sloopbeleidsplannen

38. Wat is een lokaal warmteplan?

Een lokaal warmtezoneringsplan schetst de strategische koers van verwarming en koeling zonder gebruik van fossiele brandstoffen binnen een lokaal bestuur. Het identificeert warmtebronnen en omvat een actieplan om de duurzaamheid van de warmtevoorziening in de stad of gemeente te verbeteren.

Op de inspiratiedag Warmte (29 maart 2022) lanceerden VEKA en VVSG Netwerk Klimaat de Warmtegids. Dit is een leidraad voor lokale besturen om een duurzaam warmtebeleid uit te bouwen en een warmteplan op te maken voor het grondgebied. Bekijk dus zeker de Warmtegids en laat je inspireren om ook voor jouw gemeente een warmteplan te maken. De Warmtegids vind je hier.

39. Wat is een lokaal sloopbeleidsplan? 

Een sloopbeleidsplan is een begrip dat voorkomt in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (p. 91: “Daarnaast zal de Vlaams minister van Binnenlands Bestuur in overleg met de lokale besturen de lokale sloopbeleidsplannen en lokale sloopfondsen bespreken.” Dit kadert in het onderdeel dat gaat over het stimuleren van slopen en herbouw van oudere woningen met een slechte energieprestatie en beperkt comfort. Voor sommige woningen of gebouwen kan het energetisch zinvoller en technisch haalbaarder zijn om te slopen en te herbouwen in plaats van te renoveren. 

De Vlaamse overheid had nog geen concrete invulling gegeven aan dit begrip. Samen met VVSG Netwerk Klimaat werden mogelijke pistes uitgewerkt. Het engagement voor de opmaak van een sloopbeleidsplan is geformuleerd tegen 2030. 

De meest optimale/uitgebreide optie is het opmaken van een lokale renovatiestrategie met daarin ook aandacht voor sloopbeleid. Dit maakt het behandelen van een sloopbeleid als afzonderlijk issue overbodig. 

Gemeenten die toch een afzonderlijke invulling willen geven aan dit engagement, kunnen werken met het modelsubsidiereglement dat VVSG Netwerk Klimaat in 2022 uitwerkte en te vinden is via: www.vvsg.be/kennisitem/vvsg/lokaal-sloopbeleidsplan

4. Het Groenblauwpeil

40. Intercommunales willen de gemeenten helpen met de GBP-invoer. Hoe doen ze dit het beste, aangezien ze voorlopig de rechten voor ieder lokaal bestuur moeten krijgen om te kunnen bijdragen?

ABB en GBP hebben een oplossing uitgewerkt zodat ook intercommunales of andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (bvb. regionale landschappen) projecten kunnen aanleveren voor ingave in het GBP. Dit gebeurt via een template. 

41. Kan er een communicatiepakket worden opgesteld die gemeentes kunnen uitdragen naar burgers?

Veel gemeentes kampen met deze taak om het GBP breed te communiceren. Daarom zal de Vlaamse Overheid (ABB) initiatief nemen op vlak van communicatiemateriaal zodat lokale besturen hun burgers kunnen informeren over het GBP. Concreet gaat ze onder meer meegeven hoe en wanneer particulieren hun cijfers kunnen doorgeven in het GBP. Er is hiervoor nog geen timing vastgelegd. In 2023 werd prioriteit gegeven aan het herwerken van het pactportaal. 

42. Wat met projecten die gerealiseerd worden door derde partijen?

Wat als je als gemeente samenwerkt met bijvoorbeeld Natuurpunt aan een project waarbij er een reeks maatregelen uitgevoerd worden die niet door de gemeente zelf gebeuren?

De maatregelen in het kader van deze verbeteringen kunnen ook door de gemeente in het GBP ingevoerd worden. Als gemeente kan je gelijk welk perceel aanduiden of polygoon intekenen. Zorg wel voor goede afspraken, zodat er geen dubbele invoer gebeurd. 

43. Is het de bedoeling dat de gemeente 1000 bomen ingeeft op allerlei verschillende plaatsen? Hetzelfde qua natuurgroenperken. Het zou veel gemakkelijker om simpelweg de volledige gemeente te selecteren en de invoer zo te doen. Dit is intussen een gevestigde praktijk geworden.

Aanvankelijk was het de intentie van het GBP dat de verbeteringen zoveel mogelijk moesten gelokaliseerd worden. Zo kan er geweten worden waar exact de groenblauwe verbeteringen gerealiseerd worden. Echter, het ABB heeft oor naar hoe planlastig dit kan zijn voor lokale besturen met een beperkt aantal klimaatmedewerkers. We kijken naar opties om het voor de gemeente mogelijk te maken met één klik heel het gemeenteterrein te selecteren. Voorlopig kan dit al door een perceel te tekenen die heel de gemeente omvat. Verder werkt het ABB eraan om het GBP gebruiksvriendelijker te maken met functionaliteiten zoals: betere navigatiemogelijkheden in de lijst van verbeteringen, de optie om te zoeken op adressen (i.p.v. op zoek te moeten gaan op de kaart), de mogelijkheid om verbeteringen aan te passen en/of te verwijderen,...

44. Bij het indienen van verbeteringen, is het mogelijk om de verbeteringen die al eerder werden toegevoegd weer te geven? Op die manier worden er geen dingen dubbel toegevoegd. 

Vanuit de publieke weergave kan een overzichtsscherm geraadpleegd worden. Hier kunnen alle eerdere verbeteringen gezien worden. De publieke gebruiker heeft op dit moment echter geen inzage in de individuele private invoer (wel kan de gemeente in het resultatenoverzicht kijken wat het totaal is aan private invoer voor de gemeente). Het is dus aangewezen om goede afspraken te maken met de burger waar mogelijk, zodat dubbeltellingen zo veel mogelijk vermeden worden.

45. Kan de hemelwateropvang als gevolg van grootschalige renovaties ook ingevoerd worden?

De doelstellingen van het LEKP beogen de extra inspanningen die lokale besturen ondernemen. Verplichte verbeteringen zoals wateropvang in functie van (wegen)bouwprojecten tellen niet mee voor de doelstellingen.

5. Werf 1: Vergroening

46. Hoe kan ik meedoen aan het VK tegelwippen?

Het VKT wordt georganiseerd door vzw Breekijzer en Departement Omgeving. We verwijzen je graag door naar de website van het evenement: https://vk-tegelwippen.be/. Hier kan je jouw gemeente aanmelden. 

Er worden afspraken gemaakt om de resultaten van het VK Tegelwippen gestructureerd in het pactportaal te krijgen. 

6. Werf 2: Verrijk je wijk

6.A. Coöperatieve/participatieve hernieuwbare energieprojecten

47. Wat wordt begrepen onder de term 'coöperatieve/participatieve hernieuwbare energieprojecten'?

De essentie is dat burgers mee kunnen investeren in het project. Dit wordt verduidelijkt in voetnoot 8 op p. 8 van de tekst van LEKP 2.1. 

48. Is bij deze doelstelling het aantal projecten of het vermogen van belang?

Het is een en-en-verhaal. Zowel het vermogen als aantal projecten is van belang voor de cijfers. Maar hierbij primeert het vermogen als belangrijkste factor. Zo telt bijvoorbeeld een windmolen van 1000 kW meteen als 55 projecten. 

6.B. Collectieve renovaties

49. Hoe bereik ik een collectieve renovatie in mijn gemeente? 

Dit wordt uitgelegd in voetnoot 15 op p. 23 van LEKP 1.0: Een energiebesparende renovatie bestaat uit bijvoorbeeld één van volgende maatregelen: dak-, zolder-, vloer-, gevelisolatie, hoogrendementsbeglazing, zonneboiler ventilatiesysteem, een warmtepomp en -boiler. Deze kunnen worden gestimuleerd door de ‘burenpremie voor een collectieve renovatieproject’ en zijn al dan niet het gevolg van de organisatie van klimaattafels, renovaties gerealiseerd dankzij het noodkoopfonds en alle andere collectief georganiseerde renovaties zoals i.s.m. VME’s voor appartementsgebouwen. Een renovatie is collectief georganiseerd als er 10 wooneenheden deelnemen (moet niet verplicht geografisch afgebakend zijn) of wanneer de VME er toe beslist.

De monitoring van deze doelstelling in het pactportaal is wel nog onvolledig. 

7. Werf 3: Mobiliteit

50. Wat wordt verstaan onder een ‘structureel opgewaardeerd fietspad’? Komen fietsstraten of fietszones ook in aanmerking?

De tekst spreekt over een ‘fietspad’. Fietsstraten en fietszones kunnen in kernen een zeer positieve maatregel zijn, maar zijn daarom nog geen fietspad. Projecten kunnen slechts in aanmerking komen voor een ‘structurele opwaardering’ als het effectief gaat over een heraanleg. Indien het voor een fietsstraat of fietszone enkel gaat over het plaatsen van verkeersborden en het aanbrengen van signalisatie op het wegdek, dit is niet voldoende om te spreken van een ‘structurele’ ingreep.  Het kan ook gaan over ingrepen die in aanmerking komen voor het ‘Kopenhagenplan’, waar de volgende initiatieven voor een verbeterde fietsmobiliteit mogelijk zijn:

  • maatregelen om sluipverkeer op landelijke wegen te verminderen door aanleg van knips of verkeersfilters, zodat deze routes blijvend versterkt worden als fietsweg
  • aanpassingen aan landelijke wegen die enkel voor traag verkeer ingericht worden (incl. landbouw)
  • trage wegen aanleggen als fietsdoorsteekjes

8. Financiële rapportering

51. Wat is het verschil uit tussen financiële en inhoudelijke opvolging?

Bij de inhoudelijke opvolging wordt verondersteld dat de gemeenteraad minstens 1 keer per jaar samenkomt om de voortgang binnen de doelstellingen en de projecten te bespreken. Dit moment is in het voorjaar en hiervoor moet een gemeenteraadsbeslissing worden opgeladen in het Loket voor Lokale Besturen. Voorts houdt de gemeente ook financiële jaarrekeningen bij wat zicht geeft op de in- en uitgaven van de gemeente in één jaar.

52. Wat als ik niet weet wat in het BBC staat. Kan ik het opvragen?

Communiceer met jouw financiële dienst binnen de gemeentelijke administratie om te bekijken welke gegevens aan de LEKP-code gekoppeld zijn.

9. Gemeentelijk opvolgingsmoment LEKP - inhoudelijke rapportering

53. Is het ook voldoende dat de gemeenteraad een overzicht van de gespendeerde budgetten, die gebruikt zijn voor projecten die binnen het LEKP passen goedkeurt? Volstaat dit als rapportering? Of moeten er echt specifieke cijfers / aantallen (bijv. hoeveel bomen) in het rapport worden opgenomen?

Dit volstaat niet als rapportering aangezien het voor het opvolgingsmoment met deadline 1 maart (of mei) draait rond de inhoudelijke opvolging van het LEKP, niet het financiële luik. Voor een aantal doelstellingen rijkt het LEKP-rapport de inhoudelijke vooruitgang aan, en voor andere doelstellingen (zoals werven 1+ 4) zijn de cijfers afhankelijk van wat de gemeente zelf invulde. Financiële bronnen kunnen echter wel ter ondersteuning gebruikt worden van de inhoudelijke opvolging.

54. Wanneer is de deadline en hoe pak ik zo een gemeenteraad aan?

Het LEKP stelt voorop dat de voortgang binnen het LEKP minstens één maal per jaar wordt besproken. Hier kan het LEKP-rapport als hulpmiddel worden aangewend om een bespreking te doen van de geboekte vooruitgang sinds het jaar waarin jouw bestuur is ingestapt in het LEKP. De deadline was voor het eerste werkingsjaar 1 maart maar hier werd soepel mee omgesprongen omwille van de kinderziekten die zich nog voordeden. 

Vanaf 2023 wordt de datum verschoven naar 1 mei. Deze verplichting zal ook strikter opgevolgd worden.