De stad combineert in haar aanpak de maatregelen voor verschillende deelaspecten die een woonwijk tot een kwaliteitsvolle leefomgeving maken: minder en veilig gemotoriseerd verkeer, groen, ontmoeting, lokale economie. De toepassing ervan verloopt per ‘superblok’: negen huizenblokken worden samengevoegd in een raster van drie op drie.
Een mix van maatregelen
Bij mobiliteit is er prioritaire aandacht voor voetgangers en fietsers. Auto’s worden slechts uitzonderlijk toegelaten, bijvoorbeeld voor leveringen, en de snelheid is beperkt tot 10 km/u. Ook buurtbewoners mogen hun auto niet op de openbare weg parkeren, maar moeten parkeren in een ondergrondse parking. De inrichtingsprincipes voor ‘de straat van de 21ste eeuw’ ondersteunen infrastructureel het toegankelijk, veilig en duurzaam gebruik ervan. De baseline hierbij is ‘straten ontwerpen voor mensen in plaats van voor auto’s.’ Het doel is dat de inwoners hun dagdagelijkse essentiële voorzieningen kunnen bereiken zonder dat daarbij een privé-voertuig nodig is (cf. ook de ’15-minutenstad’).
De publieke ruimte krijgt meer groen en biedt mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning (zitbank, picnic-tafel, speelpleintje, sport). De bewoners kunnen die ruimte nu dus op een totaal andere manier gebruiken. De ontharding laat ook een beter waterbeheer toe, en het extra groen tempert bijkomend de hitte.
Niet alleen de publieke ruimte wordt heringericht, ook verloederde economische sites worden opgewaardeerd, en worden ingepast in functie van de lokale economie.
Participatie
Uit de ervaring met invoering van de reeds bestaande superblocks heeft de stad geleerd dat een intensieve, volgehouden en daadwerkelijke participatie van de bewoners van de blok uitermate belangrijk is. En dat die aanpak uiteindelijk ook loont, zowel voor het draagvlak als de kwaliteit van het project.
Het participatieproces behelst (minstens) regelmatige infosessies en workshops voor de bewoners en betrokken verenigingen of organisaties, en per project een werkgroep met vertegenwoordigers van de stad en van verenigingen.
Naar aanleiding van het Smart City Congress in Barcelona nam de VVSG samen met enkele lokale besturen de proef op de som. Via een rondleiding in de wijk Sant Antoni door Neda Kostandinovic van de stad Barcelona, mochten we ondervinden dat dit geen louter theoretische concept is, maar ook werkt in de praktijk. Doorgaand verkeer was er niet mogelijk. In de straten zag je ontzettend veel groen. En de verouderde markthal aan de rand is gerenoveerd tot een marktplaats met verschillende (versmarkt- en andere) winkels en een ondergrondse parking. Zelfs de tot de verbeelding sprekende 10 km/u voor gemotoriseerd verkeer bleek er, door de inrichting van de publieke ruimte, geen wishful thinking.
Vlaamse vertaling
De problemen die via het concept ‘superblocks’ aangepakt worden zijn ons niet onbekend, de deelfacetten van de aanpak ook niet. Maar de integrale benadering kan een inspiratie en stimulans zijn voor het lokaal, en Vlaams, beleid ter zake.
Gemeenten kunnen zich structureel de vraag eigen maken of bij de aanpak van een deelprobleem in een woonwijk (bv. een straat herinrichten i.f.v. verkeersveiligheid) dit niet meteen ook een opportuniteit is om andere duurzame gebiedsgerichte maatregelen te nemen (bv. ontharden, groen, modal shift).
De Vlaamse overheid moet er naar streven dat de verschillende ondersteunende maatregelen die ze uitwerkt voor gemeenten vlot geïntegreerd kunnen toegepast worden op eenzelfde gemeentelijke publieke ruimte. Met andere woorden, niet per maatregel andere procedure- en subsidieregels uitwerken, tot zelfs een verbod op combinatie met andere subsidies, maar streven naar een geïntegreerd aanbod waar lokale besturen op maat van elk project kunnen ‘aanvinken’ van welke ondersteuning ze gebruik zal maken.