36 internationale steden
Het consultancybureau Deloitte stelde de WEF-studie voor op het Smart City congres te Barcelona. In dit rapport onderzochten ze het technologiebeleid en -beheer van de 36 steden die deel uitmaken van G20 Global Smart Cities Alliance (SCA). Deze 36 steden zijn verspreid over alle bewoonde continenten, maar er is geen Vlaamse of Belgische stad bij. Dit rapport geeft ons dus een interessante blik out of the box… Als lokaal bestuur vind je hierin een nuttige benchmark.
5 speerpunten
Wie over smart cities wil spreken, kan het over heel veel hebben. Bovendien bood de internationale spreiding ook uitdagingen naar de verschillende ontwikkelingsniveau van de steden. Daarom focust de SCA haar aandacht op vijf algemene domeinen en beleidsmaatregelen daarbij.
1. Gelijkheid, inclusie en sociale impact: voorzie toegankelijkheid voor alle gebruikers in aanbestedingen
2. Veiligheid en weerbaarheid: bepaald de sleutelvoorwaarden voor cyberveiligheid
3. Privacy en transparantie: Voorzie een privacy controleprocedure bij nieuwe smart city toepassingen
4. Openheid en bruikbaarheid: Een Open Data strategie voor de stad.
5. Betaalbaarheid en nut: Hanteer een “dig-once”-beleid, waarbij je de straat niet voor iedere nutsvoorziening apart openbreekt.
Deze vijf bouwstenen zijn voor onze Vlaamse lokale besturen zeer herkenbaar. Het gaat hier niet over wereldvreemde principes, maar over ideeën die je lokaal naar concrete doelstellingen kan vertalen.
Internationale bevindingen
De 36 steden kregen een eerste doorlichting in het eerste kwartaal van 2021. Deze gegevens werden vertrouwelijk behandeld en anoniem geanalyseerd door het studiebureau. Uit deze analyses bleek dat er voor de meeste steden nog kansen liggen om het noodzakelijke beleid te implementeren. Slechts één stad had op alle vijf speerpunten een uitgeschreven én geïmplementeerd beleid. Hieronder gaan we dieper in op twee van de belangrijkste bevindingen.
Privacy
Het terrein waar het minste aantal steden aan voldeed, was het speerpunt rond privacy. Slechts negen steden hadden hierrond een uitgeschreven beleid en daarvan waren slechts zes steden die hun beleid ook effectief geïmplementeerd hadden en actueel hielden. Het is door het anonimiseren niet mogelijk om die steden te identificeren, maar binnen deze 36 steden zijn er net zes die binnen een lidstaat van de Europese Unie liggen.
De Europese wetgeving ten aanzien van de privacy (AVG- of GDPR-wetgeving) behoort tot de strengste ter wereld en legt de lokale besturen hoge verplichtingen op. Zo voorziet iedere lidstaat in een toezichthouder die niet enkel de centrale overheden of bedrijven controleert, maar ook de lokale overheden op haar verplichtingen kan wijzen. Daarom is dit voor onze lokale Vlaamse besturen is een gekend thema.
Open data
Opvallende is dat de meeste internationale steden wel een vorm van beleid hebben rond Open Data. Dit wil niet zeggen dat iedere bestuur zijn of haar data automatisch ter beschikking stelt, maar wel dat er de nodige procedures zijn voor aanvragen of toegang tot digitale gegevens.
Zo merkte de stad Istanbul dat er bij haar bevolking naar aanleiding van enkele electorale schandalen een groot wantrouwen heerst bij haar bevolking ten aanzien van data privacy. Voor haar was het daarom niet mogelijk om zomaar data te delen. Zij deelt daarom slechts met een beperkt aantal spelers (zoals bv. de universiteit) een 15-tal geanonimiseerde sets van data en met duidelijke controle van wie en hoe welke data gebruikt worden. Het voorbije jaar konden ze echter vaststellen dat die sets meer dan 1 miljoen keer gebruikt zijn in verschillende onderzoeken. Die inzichten helpen hen nu om hun beleid te verbeteren.
Veel Vlaamse lokale besturen beginnen zelf ook werk te maken van een databeleid. In de schoot van de VVSG werkte een lerend netwerk databeleid met voortrekkers uit verschillende steden en gemeenten een whitepaper uit om op deze vragen een antwoord te formuleren.