kris snijkers.jpg
Provider image

Kort samengevat beschikt een overheid over drie soorten beleidsinstrumenten: regelgeving, financiële middelen en communicatie.

Er is vaak veel te doen over wetten en decreten, subsidies of belastingen. Dat zijn zeer tastbare instrumenten, waarvan de weerslag erg zichtbaar is. Regelgeving begrenst het handelen door te bepalen of iets mag of niet mag. Een subsidie of belasting kan in cijfers worden uitgedrukt. Bij communicatie is dat minder het geval. Toch is communicatie een minstens even belangrijk én nuttig beleidsinstrument om het gedrag van mensen te veranderen, wat toch het doel van beleid is.

Communicatie heeft de afgelopen jaren een revolutie doorgemaakt, in het bijzonder door toedoen van de digitalisering. De snelheid van communicatie is toegenomen. En daarmee ook de verwachting van burgers om snel geïnformeerd te worden. Het aantal kanalen is evenzeer toegenomen. En daarmee eveneens de verwachting van de burger om via al deze kanalen ook effectief in contact met de overheid te kunnen treden.

In deze editie van Lokaal blikt Eric Goubin vooruit op zijn vijfjaarlijks communicatieonderzoek bij de lokale besturen. Hij formuleert daarin een opmerkelijke stelling: communicatie is niet digitaler geworden, maar omnimedialer. De waardering van mensen voor de gemeentelijke communicatie hangt niet af van louter digitalisering, maar ook – nog steeds – van de kwaliteit van het onthaal in het gemeentehuis. Gooi de klassieke print of het fysieke gemeentehuis dus niet weg, is de boodschap. Fysiek contact en aanwezigheid van een overheid blijven dus belangrijk. In een vorig nummer van Lokaal legde professor Steven Van de Walle nog het verband tussen fysieke aanwezigheid van de overheid en het vertrouwen van burgers in die overheid.

Het digitale heeft, met name tijdens de coronacrisis, een hoge vlucht genomen. Dankzij de digitalisering hebben we een hele resem activiteiten vanop afstand toch kunnen uitvoeren. We hebben ook een hele resem voordelen ontdekt. Maar tegelijk heeft de afgelopen periode aangetoond dat een Zoom- of Teamsvergadering het fysieke samenwerken niet volledig kan vervangen. Dat is met overheidsdienstverlening niet anders. Ook print blijft een belangrijk kanaal in de communicatiemix. In deze editie van Lokaal geven we u meteen een reeks tips mee voor het ontwerp van bewonersbrieven.

Communicatie is geen eenrichtingsverkeer. Eric Goubin ziet in participatie en inspraak, of toch minstens in de organisatie en begeleiding ervan, een essentiële taak voor (overheids)communicatie. Joke Quintens zet in dit nummer nog prikkelende en innovatieve ideeën uiteen voor de organisatie van lokale participatieprocessen. Zeer terecht geeft ze daarbij aan dat er vaak te veel naar politici gekeken wordt om alle maatschappelijke problemen op te lossen. Zij vertrekt veeleer van het vormen van allianties van burgers en ondernemers om samen aan verandering te werken.

Authenticiteit en een persoonlijke stijl blijven belangrijk. Door de ervaringen tijdens de coronacrisis lijken mensen dit nog meer te waarderen. Voor lokale besturen wil dit ook zeggen dat communicatie niet alleen iets is van de analoge of digitale communicatiekanalen, maar van alle medewerkers. Alle medewerkers zijn ambassadeurs van het lokale bestuur en vertegenwoordigen het bestuur fysiek op het terrein. De schroom die hierover soms lijkt te bestaan, mogen we achterwege laten. De lokale besturen hebben zich zeker in de coronacrisis van hun beste kant laten zien en ze worden hiervoor ook door de inwoners gewaardeerd. Tijd dus om alle medewerkers als belangrijk communicatiekanaal van de lokale overheid te beschouwen. —

 

Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG
Voor Lokaal 02 | 2022