Nieuwe varianten hebben opnieuw tot allerhande beperkende maatregelen geleid. In plaats van een terugkeer naar ‘normaal’, heeft niemand rond de jaarwisseling eigenlijk enig idee hoelang deze pandemie nog zal duren, hoeveel besmettingsgolven met nieuwe varianten er zullen komen en wat de impact van deze nieuwe varianten zal zijn.
Dit is een situatie waar we als mensen niet goed mee om kunnen. Als het even kan, hebben we liever wat voorspelbaarheid en controle en houden we de touwtjes van ons leven graag zelf in handen. Dat dit in de coronapandemie allesbehalve het geval is, veroorzaakt bij velen ongerustheid, verwarring en soms zelfs angst. Het vormt ook een voedingsbodem voor discussies tussen bijvoorbeeld voor- en tegenstanders van vaccinatie en voor de betogingen die we de afgelopen weken hebben gezien.
De vraag is vervolgens hoe we hier als samenleving mee omgaan, wetende dat ‘eenvoudige’ oplossingen zoals de vaccinatie of het gebruik van het CST belangrijke, maar onvoldoende maatregelen zijn en we nog een hele tijd met deze situatie van maatschappelijke onzekerheid zullen worden geconfronteerd. Een eerste belangrijk punt hierin is om te erkennen dat er geen eenvoudige, instrumentele oplossingen zijn. De coronapandemie is niet maakbaar gebleken. We krijgen ze voorlopig niet uit onze samenleving verdrongen. Ze zal nog enige tijd – of voor altijd? – onder ons blijven. Wanneer we de pandemie niet kunnen aanpassen, zullen we onszelf moeten aanpassen. We moeten de adaptiviteit van onszelf, onze activiteiten en instellingen vergroten in functie van de pandemie. En er zijn wel mogelijkheden om de noodzakelijke aanpassingen enigszins voorspelbaar te maken, bijvoorbeeld door het gebruik van een coronabarometer.
Ten tweede moeten we de strijd tegen de coronapandemie op een andere manier organiseren. Tot nu toe werd er steeds vanuit een crisisstrategie geredeneerd, waarbij onder andere voor vaccinatie en noodopvang naar de lokale besturen werd gekeken. Dat was logisch bij de start van de pandemie om snel in voldoende volume te kunnen voorzien. Naarmate de pandemie vordert en ook de komende maanden of jaren nog een onderdeel van onze samenleving lijkt te worden, moeten de sectoren zelf ook meer worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan de bedrijfsgeneeskundige diensten of de CLB’s voor vaccinatie of aan het onderwijs voor de (nood-)opvang van kinderen. Dit leidt ook tot een billijker spreiding van de inspanningen.
Een derde aspect is de inzet op en ondersteuning van veerkracht en weerbaarheid van de mensen. In een lange situatie van uitzichtloosheid is de mentale gezondheid voor velen een minstens zo grote uitdaging als de fysieke dreiging van het virus. Daarin kunnen overheden maar ook werkgevers een belangrijke taak opnemen. Positief benaderen wat mensen kunnen doen om deze situatie aan te pakken, inzetten op fysieke en mentale gezondheid is daarbij essentieel. We houden misschien niet van verrassingen en onvoorspelbaarheid, we zijn wel weerbaar en hebben een groot aanpassingsvermogen.
2022 belooft opnieuw een jaar te worden waarin we als samenleving worden uitgedaagd. Laten we de hoop voor ogen blijven houden, berusting vinden in wat we niet kunnen veranderen en vanuit verantwoordelijkheidszin zorg dragen en hulp en ondersteuning bieden aan iedereen die het nodig heeft.
Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG
Voor Lokaal 01 | 2022