Zorg voor wonen en leven: Nieuwe functies in het woonzorgcentrum
In het woonzorgcentrum wonen ouderen met een complexe zorg- en
ondersteuningsvraag. Er wordt dus gezorgd, maar er wordt vooral
gewoond en geleefd. De laatste jaren werden er inspanningen gedaan
om ook dit professioneel te ondersteunen. Maarten Biesmans,
muziektherapeut in Zorgbedrijf Ouderenzorg Genk, en psycholoog
Jean-Marc Frederiks uit Zorgpunt Waasland leveren elk op hun
manier een belangrijke bijdrage aan het welzijn van de bewoners.
Naast verpleegkundigen en zorgkundigen werken er vandaag ook logopedisten, audiologen, diëtisten, orthopedagogen, pedagogen, psychologen, gegradueerden in het sociaal-cultureel werk, muziektherapeuten, masters in de dans of in drama, theologen, filosofen, moraalwetenschappers, zorgtechnologen, masters lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen en podologen in woonzorgcentra.
Hoe het allemaal begon
Maarten Biesmans en Jean-Marc Frederiks waren allebei op zoek naar werk dichter bij huis. En ze zochten niet bewust in de ouderenzorg. Maarten Biesmans was niet vertrouwd met de ouderenzorg en JeanMarc Frederiks werkte al twaalf jaar in de psychiatrie. Hem was het beeld aangepraat dat er in de ouderenzorg veel tristesse is, een sector waar je als psycholoog weinig successen kunt boeken. Nu spreekt hij dat helemaal tegen: ‘Ik ben net heel blij met mijn verhuizing naar de ouderenzorg. Het is elke dag opnieuw zoeken hoe we tegemoet kunnen komen aan de wensen van bewoners, hoe we iemand zich meer omarmd kunnen laten voelen, hoe we dat vertrouwen groter krijgen… Het is uitdagend en gevarieerd werk en we komen wel degelijk tot mooie resultaten. Dat geeft veel voldoening.’
Maarten Biesmans:
'Ik mocht een uur een activiteit begeleiden
bij een bewoner met dementie.
Deze proef gaf voor mij de doorslag:
met mijn gitaar, wat instrumentjes en
goed gekozen liedjes voelde ik al
snel een connectie met de mensen.'
Wat haalde hen over om effectief de overstap naar de ouderenzorg te maken? ‘Het was een vriend die de vacature onder mijn aandacht bracht en vond dat deze job bij mijn stijl paste,’ lacht Jean-Marc Frederiks. ‘Achteraf bekeken klopt dat ook helemaal,’ voegt hij er snel aan toe. Toch herinnert hij zich de vacature voor psycholoog als redelijk vaag en algemeen geformuleerd. Ook Maarten Biesmans was initieel overdonderd door het uitgebreide functieprofiel. Uiteindelijk was het de praktische proef die hem over de streep trok: ‘Ik mocht een uur een activiteit begeleiden bij bewoners met dementie. Deze proef gaf voor mij de doorslag: met mijn gitaar, wat instrumentjes en goed gekozen liedjes voelde ik al snel een connectie met de mensen.’
Van de eerste weken tot de job vandaag
Voor beide mannen ging het om nieuwe functies waarin ze terechtkwamen. Een wit blad, het was een kwestie van er zelf invulling aan te geven. ‘Bij zo’n nieuwe functie komt een uitgebreid functieprofiel dan wel van pas,’ vertelt muziektherapeut Maarten Biesmans. ‘Ik nam er stukjes uit en ging ermee aan de slag. De eerste weken liep ik vooral veel rond, om het huis en de medewerkers te leren kennen. Ik maakte muziek met de mensen en observeerde hoe zij daarop reageerden.’ Vandaag gebruikt hij muziek heel bewust als middel om het wonen en het leven in het woonzorgcentrum aangenamer te maken, om mensen onderling in contact te brengen en de kwaliteit van leven te verbeteren. ‘Collega’s merken op dat zorgactiviteiten vlotter verlopen als ik gepasseerd ben. Voor personen in een verder stadium van dementie organiseer ik maandelijks een belevingsconcert.
Dit zijn muzikale prikkels, in combinatie met geuren en beelden in de snoezelruimte. Ik doe dit samen met familie en vrijwilligers, ook voor hen helpt dit belevingsconcert om contact te maken. Daarnaast organiseer ik maandelijks een contactkoor voor personen met dementie, en een zangnamiddag.’
Ook Jean-Marc Frederiks ervaart als psycholoog veel vrijheid om, binnen zijn opdracht, de dag in te vullen. ‘De drempel voor de bewoners om mij aan te spreken is laag, terwijl die in de buitenwereld net heel hoog is. Ze zien me in de gang lopen, of lezen mijn naam in het krantje. Ze kennen mij en mijn collega als persoon, er wordt over ons gesproken. Dit maakt dat ze bereid zijn om je iets te vertellen, om eerlijk te durven zijn over taboes. Geestelijke gezondheidszorg is niet bekend bij de ouderen. Ze vragen me of ik misschien de dokter ben of de pastoor. Dat is ook niet belangrijk, bewoners zijn vooral op zoek naar een warm contact, naar iemand die tijd heeft om te luisteren, waar je iets aan kunt vertellen.’
De individuele begeleiding van bewoners is een groot deel van zijn takenpakket. ‘Collega’s geven aan: “Ga daar eens luisteren, het loopt moeilijk, wij begrijpen het niet zo goed.” Deze begeleiding is kortdurend, in regel maximaal zeven gesprekken. Maar met dat verschil dat ik de tijd kan nemen om écht naar mensen te luisteren, om helder te krijgen wat ze willen vertellen. Het andere grote deel is dat ik dan een deel van die klachten ga vertalen naar mijn collega’s. Samen zoeken we dan naar gepaste strategieën om de bewoner tegemoet te komen.’
Maarten Biesmans pikt hierop in: ‘Individuele begeleiding van mensen doe ik enkel op vraag van de collega’s, als iemand het wat lastig heeft of probleemgedrag vertoont. Vanuit de hulpvraag stel ik doelstellingen op. Zo kan ik kijken of iets loopt en evalueren of er beterschap is. In een palliatieve setting werk ik ook individueel, ook hier verhoogt muziektherapie de kwaliteit van leven.’
De vrijheid die ze krijgen, kan ook een valkuil zijn. De mannen zijn zich bewust van het risico dat ze te veel hooi op hun vork nemen of zich in een berg werk verliezen. ‘We staan als team, ik als psycholoog en mijn collega als psychologisch consulent, in voor twaalf woonzorgcentra, dus duizend bedden,’ zegt Jean-Marc Frederiks daarover. ‘In het begin dacht ik dat dat veel te weinig was, nu ben ik daar niet meer zo zeker van. We hebben een zeer afgebakend takenpakket: we nemen enkel de geestelijke gezondheidszorg voor bewoners op, dus geen dementie, geen palliatieve zorg. Ook groeit het gedeelde perspectief op geestelijke gezondheidzorg bij mijn collega’s. Ze bellen mij niet enkel met een moeilijke situatie, maar hebben vaak meteen voorstellen die ze aftoetsen. Mijn nabije zorgcollega’s en de paramedici doen in feite het overgrote deel van het therapeutische werk. Ik ben niet aanwezig in multidisciplinaire gesprekken, enkel bij specifieke vragen waar verduidelijking nodig is.’
Ook Maarten Biesmans vond zijn eigen manier om met die vrijheid om te gaan. Zijn dag begint doorgaans met een uurtje op kantoor: administratie, projecten opvolgen en voorbereiden. ‘Om tien uur ga ik naar de woongroepen voor een groepsactiviteit of een project. Tijdens de middag geef ik vaak ondersteuning bij de maaltijden, bijvoorbeeld als collega’s met vakantie zijn. In de namiddag maak ik tijd voor individuele opvolging, of test ik projecten uit. De namiddag is er typisch ook voor groepsactiviteiten, teamvergaderingen of overleg met diensthoofden.’
Jean-Marc Frederiks vult aan: ‘Ik stel mijn dag samen aan de hand van wat er gebeurt. De uitdaging is voor mij om voortdurend prioriteiten te stellen: wat is belangrijk, waar is er behoefte aan, waar kan ik iets bijdragen? Ik heb het geluk om met glijdende uren te mogen werken, dat helpt daarbij.’
Jean-Marc Frederiks: 'Elk team heeft andere verlangens. Het is absoluut nodig dat jij je afstemt op het team en niet omgekeerd. Je kunt niet louter je expertise binnenbrengen en verwachten dat daar iets mee gebeurt.'
Een samenspel met collega’s
De bewoners komen op de eerste plaats, maar in de getuigenissen is ook een sterke betrokkenheid op de medewerkers merkbaar. Maarten Biesmans: ‘Ik help collega’s om bewuster om te gaan met geluidsprikkels, bijvoorbeeld: wanneer staat er welke muziek op? Medewerkers zijn zich er vaak niet van bewust dat muziek onrust kan brengen. Ik probeer hen de waarde van muziek te leren kennen, bijvoorbeeld via een vorming, of door langs te gaan op teamvergaderingen. Muziek brengt ook participatie, integratie en samenwerking op gang. Ik doe ook mee aan diverse projecten, neem bijvoorbeeld onze samenwerking met Musica impulscentrum. Voor dit project werkten ons woonzorgcentrum, een basisschool en andere initiatieven van de zorgcampus samen met een klankkunstenaar uit Duitsland.
De kunstenaar ontwikkelde onconventionele instrumenten die erg toegankelijk zijn voor onze doelgroep, zoals grote trommels op statief waaraan een snaar met een gewicht bevestigd is. Dit project leverde een mooie dynamiek op tussen de mensen met een beperking, ouderen en kinderen. Een volgende fase in dit project is een publiek toegankelijk klankkunstwerk op de campus. Ik heb ook een jukebox gemaakt, waarop mensen zelf hun liedje kunnen kiezen. Hij werkt elektronisch, maar ziet er oud uit. Medewerkers en vrijwilligers lenen hem uit voor hun woongroep.’
‘Wij zijn er als team expliciet voor de bewoners,’ zegt Jean-Marc Frederiks van zijn kant. ‘Door er voor hen te zijn ondersteunen we ook de medewerkers. In een woonzorgcentrum geven we complexe zorg. Soms vertonen bewoners gedrag dat afstand oproept: boosheid op de medewerker, angst enzovoort. Dit veroorzaakt spanning op het zorgcontact. Wij “vertalen” dit gedrag naar medewerkers en zoeken mee naar een manier om het vertrouwen weer op te bouwen. Ik geef hier ook vorming over: hoe bouw je een band op met een bewoner die de zorg als last ervaart? Daarnaast geef ik vorming over depressie, want ook dit kan afstand creëren. Of over slaap: hoe uiten slaapproblemen zich, wat zijn risico’s, wat zijn alternatieven voor slaapmedicatie? Ik help om mogelijkheden te zien en perspectief te creëren. Als psychologisch team zijn we ook oproepbaar bij crisissen. Vanop afstand schatten we de situatie in. Dit neemt druk weg van de teams, want wij nemen de coördinatie over en zorgen voor duidelijkheid.’
Hebben de mannen nog tips voor wie zo’n nieuwe functie accepteert, en hoe nemen ze de collega’s mee in hun verhaal? ‘Elk team heeft andere verlangens,’ weet Jean-Marc Frederiks. ‘Het is absoluut nodig dat jij je afstemt op het team en niet omgekeerd. Je kunt niet louter je expertise binnenbrengen en verwachten dat daar iets mee gebeurt.’ Maarten Biesmans beaamt: ‘Ook voor mij is het niet mogelijk om alle driehonderd bewoners op te volgen. Wel ben ik regelmatig op teamvergaderingen om mezelf te profileren, hen aan te moedigen bij mij te komen met vragen, hen te ondersteunen. Ook inspringen bij de maaltijden en andere momenten waar ondersteuning nodig is, helpt om die vertrouwensband met de collega’s op te bouwen.‘ —
Melanie Demaerschalk is VVSG-stafmedewerker integriteit en kwaliteit ouderenzorg | Beelden GF
Voor Lokaal 09 | 2023