En nu, in 2022, lanceert Wim Dries, de voorzitter van de VVSG, in deze Lokaal een bestuurskundige kwadratuur (p. 16). De burgemeester van Genk erkent dat Genk zelf te klein is en dat een fusie met omliggende gemeenten nodig is, om zo echt op de schaal van en als een centrumstad te functioneren. Maar in dezelfde zin zegt hij dat voor hem de gemeentelijke autonomie heilig is. Ziedaar de kwadratuur van het bestuur: een fusie met een centrumstad in Vlaanderen laten samenvallen met de lokale autonomie. Of, minder wiskundig: hoe de voorzitter van de VVSG de burgemeester van Genk in de weg zit.
Ergens in Vlaanderen. Twee kleine gemeenten die vinden dat ze een identiteit delen, willen fusioneren. Samen komen ze aan pakweg 20.000 inwoners. In een gedegen studie hebben ze hun bestuurskracht laten doorlichten. De consultants besluiten dat de schaalvergroting wel enige verbetering kan brengen, maar dat de schaal van de nieuwe gemeente suboptimaal blijft. Je hoeft er zelfs niet voor tussen de regels van het rapport te lezen: samen is hier niet sterk genoeg. Beide gemeenten weigeren de optie te laten bestuderen om aan te sluiten bij de respectieve centrumgemeenten. Wij en vooral de burgers van de twee gemeenten weten dus niet of dat eventueel een betere keuze zou zijn. Burgers staan op grote afstand, hebben geen enkel zicht op de vaak grote problemen in de interne keukens van hun gemeenten en kunnen mogelijke fusiescenario’s niet op een transparante manier vergelijken, want er ligt maar één scenario voor. Op nog andere plaatsen in Vlaanderen zien we hetzelfde patroon bij kleine gemeenten, gedreven door politieke allianties van dit moment op een bedje van zogenaamde gedeelde identiteiten. De kans is groot dat deze fusies doorgaan. Als er maar gefusioneerd wordt, dat lijkt de mantra nu.
De twee gemeenten in ons niet fictieve voorbeeld staan sowieso voor een lastig transitieproces, voor het personeel en de burgers. Ondankbaar werk, omdat ondertussen het besef knaagt dat die transitie veel menselijke energie zal kosten maar voor de burgers te weinig baat zal opleveren. De huidige gemeentebestuurders hypothekeren het perspectief voor de nieuwe gemeentebestuurders en voor de burgers op de lange termijn. Ze beslissen nu autonoom dat de nieuwe gemeente nog minder autonomie zal hebben.
Wim Dries gebruikt 2030 als toekomstperspectief. Dat is nog één legislatuur. Binnen die termijn passen rapporten van consultants die hun analyse van bestuurskracht beperken tot het huidige takenpakket. Dat is voor mij niet de insteek voor het debat over fusies. Welke lokale democratie en welk politiek profiel van lokale besturen staat ons voor ogen voor 2040- 2050? De finale argumentatie is niet, zoals nu te zeer geval is, technisch of financieel maar existentieel. Het lokale bestuur waarvoor ik wil kiezen, is sterk in crisismanagement als wellicht de belangrijkste vorm van management. Het lokale bestuur dat ik wil, is zo slim dat het meester is over zijn eigen data. Ik wil dat mijn lokaal bestuur sterk is in de regie voor alle vormen van zorg gekoppeld aan een krachtig (sociaal) woonbeleid dat performant werk maakt van verdichting en kwaliteit van publieke ruimte. Het lokale bestuur dat mij voor ogen staat, beheert het volledige wegennet en koppelt dat aan mobiliteitskeuzes en deelmobiliteit. Het is een lokaal bestuur dat een eigen lokaal arbeidsmarktbeleid kan voeren, gekoppeld aan het sociaal en economisch beleid. Een lokaal bestuur dat de energietransitie op wijk- of dorpsniveau kan realiseren, dat sterk is in waterbeheersing en radicale ontharding, dat… Met dat toekomstbeeld als toets voor bestuurskracht zouden studies voor mijn twee kleine gemeenten maar aan 1 + 1 = 1,2 komen.
In juni formuleerde ik hier al mijn zorg voor het scheeflopen van het fusiedebat. Sedertdien is mijn zorg alleen maar versterkt. Steeds meer kleine gemeenten zoeken steun bij elkaar en varen blind op dat ene alternatief, als het maar zonder ‘de stad’ is. Ondertussen is duidelijk dat deze Vlaamse regering geen initiatief zal nemen om meer sturend op te treden. Het staat niet in het regeerakkoord en de politieke moed zakt in de schoenen, steeds dichter bij het verkiezingsjaar 2024. Het risico dat we ook deze cruciale hervorming halfslachtig op zijn Vlaams laten voortmodderen, neemt met de dag toe. Dan kunnen we maar beter een moratorium op nieuwe fusies invoeren, zolang het alternatieve scenario van fusie met een centrumgemeente niet serieus is onderzocht en publiek met burgers is bediscussieerd. Dat geeft Wim Dries meer tijd om het vraagstuk van de kwadratuur van het bestuur in Genk op te lossen. —
Filip De Rynck is columnist van Lokaal
Voor Lokaal 10 | 2022