filip de rynck.png
Provider image

Na corona, zo wonden we elkaar op, zou niets meer zijn zoals vroeger. In Marioepol is die voorspelling helaas uitgekomen, in Zaventem en Charleroi helaas niet. We zouden volop investeren in de onmisbare publieke goederen, op weg naar een sociaal rechtvaardig en duurzaam maatschappelijk model. Het was een kwestie van, pakweg, een paar maanden doorpakken. Zorg, onderwijs, voedsel, water… deze essentiële sectoren voor de economie van het dagelijks leven zouden weer in het centrum van het debat kunnen staan.

In deze Lokaal lezen we op twee plaatsen over energie, dat andere onmisbare deel van de ‘foundational economy’: het extra investeringsplan van 4 miljard van gigant Fluvius (p. 6) en kabouter Merksplas dat als enige gemeente zelf zijn nutsleidingen beheert en zelf ook energieleverancier is. We moeten de ondergrond dringend herpolitiseren.

231.634 kilometer nutsleidingen en 1.171.490 openbare lichtpunten zijn eigendom van de Vlaamse lokale besturen. Fluvius is de koepel van de elf intercommunales, beheerd door de lokale besturen, en staat in voor die distributienetten. In veel landen is die economische basisinfrastructuur geprivatiseerd, bij ons gelukkig niet of nog niet. Fluvius is dan wel publieke eigendom, het functioneert in een grootschalig systeem gedicteerd door de wetten van het kapitaal en van marktactoren. In 2016 stemde 80% van de lokale besturen vrolijk in met een overdracht van een pakket aandelen van Eandis aan een Chinese staatsvrijwilliger.

De stap naar gedeeltelijke privatisering is toen maar op het nippertje geblokkeerd. Het toont dat veel lokale besturen zich geen eigenaar meer voelen van deze publieke infrastructuur. Dat is in Merksplas dan toch anders. In 2003 eiste Europa, zelf gevat in een neoliberale logica van concurrentie, de scheiding tussen distributie en verkoop van energie. In Merksplas hielden ze beide zelf in handen en richtten ze daarvoor twee juridisch autonome gemeentebedrijven op. 85% van de inwoners is klant.

Publieke eigendom is essentieel maar waarborgt nog geen duurzaam beleid. Veel lokale besturen hebben hun openbare verlichting aan Fluvius overgedragen. Fluvius zet meer in op spaarzame lichtarmaturen, maar plaatst er wel overal. Fluvius is een kabelmaatschappij en legt dus overal kabels. Ook landelijke fietspaden waar ’s avonds nauwelijks fietsers passeren, hebben veel bekabelde lichtpunten die vrolijk blijven branden, zonder fietsers.

Minder lichtpunten, interactieve detectiesystemen, autonome armaturen op zonne-energie… goed voor de energiefactuur, de biodiversiteit en de lichtvervuiling, slecht voor Fluvius. Veel lokale besturen laten passief en lijdzaam begaan: de ingenieurs van Fluvius zullen het wel weten. Fluvius praat liever met financieel directeurs en mijdt kritische ambtenaren die al te zeer zelf het licht hebben gezien. Meer solar-straatverlichting en minder overbodige lichtpunten kunnen lokale besturen geld besparen. Geld besparen door inzet op duurzaamheid of een groter dividend van Fluvius door onduurzame investeringen? Politisering dus.

De wereld van energie is sedert 2003 niet zo’n klein beetje veranderd. Fluvius zit nog helemaal in de wereld van groot en groter. Ondertussen duiken overal kleinschalige energiesystemen op, waarbij de burger niet langer passieve klant is, maar meer en meer actieve producent en coöperant. Bij Fluvius zijn burgers passieve afnemers. In Merksplas zorgt energie voor energie. Merksplas gebruikt de winst voor Merksplas: van sportinfrastructuur tot riolering. De gemeente heeft zelf een beperkt aantal productie-eenheden, koopt stroom bij 300 bedrijven uit de regio en investeert in warmtenetten. In Merksplas is energie deel van de lokale politiek, veel lokale besturen laten de politieke keuzes aan de ingenieurs van Fluvius en hebben geen deskundigheid meer in huis.

Toen Electrabel de gemengde intercommunales domineerde, bestond de belangrijkste vorm van participatie van de lokale besturen in langzaam dronken worden aan rijkgevulde tafelen. Lokale bestuurders aten letterlijk en figuurlijk uit de hand van Electrabel. Hallucinant waren de verhalen over de druk die Electrabel op de bestuurders uitoefende. Burgers waren alleen anonieme aansluitingsnummers.

In Merksplas zorgt energie voor de vorming van een lokale publieke energiegemeenschap met het lokale bestuur aan het stuur. Dat geeft energie om bedrijven en burgers actief te laten participeren. Dat is al lang geen participatie meer die alleen maar steunt op met elkaar babbelen, zoals collega Lancksweerdt participatie nog omschrijft. Het babbelen hebben we gehad. Dit is de participatie van het doen, de participatie die uw en mijn gedrag in vraag stelt, de participatie van samen werken aan een duurzaam lokaal energiesysteem, de participatie waarbij de eigen verantwoordelijkheid aan de orde is, van burgers en van het lokale bestuur.

Dat is de volle betekenis van de energietransitie die ook Fluvius te wachten staat. Toen Merksplas in 2003 zijn eigen keuze maakte, vonden velen dat de gemeente een achterhoedegevecht voerde. Twintig jaar later lijkt het erop dat Merksplas in de voorhoede van de energietransitie zit.

Of Ventilus onder of boven de grond moet, weet ik niet. Wat ik wel weet: het is tijd dat in het politieke debat de ondergrond weer bovengronds komt. Groeten uit Merksplas. —

 

prof. dr. Filip De Rynck is columnist van Lokaal
Voor Lokaal 07-08 | 2022