lokaal_20230601_32_kader.png
Provider image

Deontologische code openbare woonzorg. Integriteit is een vorm van organisatieontwikkeling. Een integere organisatie stimuleert het integer handelen van haar medewerkers, in plaats van ‘fighting the bad guys’, zoals dat in vaktermen heet. Een deontologische code helpt hierbij door een kader te bieden waarbinnen medewerkers werken en beslissingen nemen.

De VVSG heeft een stappenplan ontwikkeld voor de opmaak van een deontologische code in de ouderenzorg. Tine Lefevre en Goedele Declercq, teamverantwoordelijken van woonzorgcentrum SintAmand (OCMW Zwevegem), werkten hieraan mee. Tine Lefevre licht toe: ‘We ervoeren in ons werk een aantal moeilijke situaties. Bij de zoektocht naar onze deontologische code merkten we dat wat we hadden, ontoereikend was. Vandaar onze zin om hier iets mee te doen.’

Elien Dejaegere, directeur van wzc Ter Beke (zorgbedrijf Wervik), voert de deontologische code binnenkort in. ‘Wij zien hem als bescherming voor het personeel en de bewoners,’ vertelt ze. ‘Door een code weet het personeel wat kan en wat niet kan. Ik ben 25 jaar geleden gestart in het wzc, en merk dat de normen en grenzen in de loop der jaren sterk veranderd zijn. In mijn beginperiode stelden de zusters nog de regels en het team volgde deze zonder fout. 25 jaar later is de situatie helemaal anders. Vooral met de sociale media is het soms dansen op het slappe koord. Door uit te spreken hoe de cultuur hier is en wat je van medewerkersverwacht, bied je hen een vorm van bescherming. Duidelijke grenzen in de code beschermen in die zin ook onze bewoners. Wie in onze voorziening komt wonen, kan ervan uitgaan dat het personeel goed weet wat kan en niet kan.’

 

Deontologische code lokaal bestuur

Veel lokale besturen actualiseerden hun deontologische code de laatste jaren. ‘De code van ons bestuur dateerde van 2018, maar hij was ook bedoeld voor typische medewerkers van een lokaal bestuur: financiële dienst, burgerzaken enzovoort. Voor onze problemen uit de zorg vonden we er geen oplossingen, omdat onze context er anders uitziet: we werken met bewoners, hun familie. We werken in de woning van onze klanten, wat een andere houding vraagt,’ vult Goedele Declercq aan. E en de ontolog i s che co de expliciteert de bovengrens ‘Wat is een goede medewerker’ en de ondergrens ‘Welk gedrag verwacht de organisatie minimaal’.

 

De bovengrens: een concretisering van de missie en visie

Het beschrijven van de ‘bovengrens’ kun je beschouwen als een explicitering van de missie/visie van de organisatie. Bedoeling is dat de woonzorgvoorziening haar speerpunten in de omgang met de bewoners expliciteert. Waar staan we voor en wat verwachten we daarbij van de medewerkers? Elien Dejaegere omschrijft het als volgt: ‘Een missie is een slagzin, een alinea, niet iedereen kan er invulling aan geven. Ik denk dat alle wzc’s wel respect in hun waarden hebben, maar niet iedereen kan dit invullen. Een code die beschrijft hoe we ons moeten gedragen is concreter.’ De deontologische code beschrijft hoe medewerkers kunnen bijdragen aan het welzijn van bewoners, en wat er verwacht wordt van ‘een goede medewerker’ van de zorgvoorziening.

 

Een duidelijke ondergrens: de minimale verwachting

De zorgvoorziening moet maken dat medewerkers en bewoners zich veilig voelen. In de code bepaalt zij de ondergrens, de norm waaraan alle medewerkers zich moeten houden. Denk hierbij aan regels betreffende (micro)agressie, pesten of seksueel g rensoverschr ijdend ged rag. Hiernaast geeft de deontologische code ook handelingskaders in verband met beroepsgeheim, discretie, omgang met materiaal, gsm en sociale media.

 

Vier stappen

De aangeboden deontologische code is een stappenplan met vier grote stappen.

Stap 1 - Inventariseer: Krijg zicht op bestaande regels en afspraken, en de problemen en onduidelijkheden die in de organisatie leven. Volstaan de regels voor de problemen die je ondervindt? Tine Lefevre: ‘De bestaande regels zagen er bij ons mooi en goed vormgegeven uit. We hadden ook een uitgebreid arbeidsreglement. Toch merkten we gaten in alle info die we hadden. Een aantal zaken bleven flou en onduidelijk.’

Stap 2 - Enthousiasmeer: Spreek geëngageerde medewerkers uit verschillende diensten aan. Denk aan logistiek medewerkers, verpleegkundigen, logo-ergo-kine, wonen en leven, verantwoordelijken, administratief medewerkers enzovoort. Natuurlijk wil je in je werkgroep ook medewerkers met de juiste competenties. ‘Net die gedragenheid maakt dat we niet over een nacht ijs willen gaan. Na een bespreking met het directieteam gaan we dit voorjaar nog aan de slag met het stappenplan,’ merkt Elien Dejaegere op.

Stap 3 - Definieer en noteer: Schrijf samen met de collega’s de code uit: inleiding, basishouding en gedragsregels. Werk op maat van jouw zorgvoorziening. Goedele Declercq: ‘Het is jammer het te moeten zeggen, maar wij zijn in deze fase blijven hangen. Door het personeelstekort in de zorg werd ons proces voor de opmaak van een code stilgelegd, al hopen we de draad spoedig weer op te nemen.’

Stap 4 - Activeer: Denk na hoe je de code zult gebruiken. Hoe krijg je het voor elkaar dat de code ‘leeft’ in je organisatie? Stel je hem voor op het onthaalmoment van nieuwe medewerkers? Hoe verwerk je hem in werkafspraken, bij wat verkeerd of net goed loopt? Tine Lefevre: ‘In de toekomst hopen we iedereen van de code te doordringen. We zouden hem ook graag gebruiken tijdens een functioneringsgesprek, om de verwachtingen helder te kunnen stellen.’

 

Niet het doel telt, maar de weg

Cultuur, waarden en normen, bestaande afspraken en regels of zelfs de grootte van de voorziening beïnvloeden de inhoud en acceptatie van een deontologische code. ‘In ons wzc staan verschillende generaties en culturen samen op de werkvloer. We zien hier veel waarden en normen samen, dat kan wel eens botsen. Ik verwacht dat samen een deontologische code opstellen, die duidelijk beschrijft welk gedrag wij van onszelf als professionele medewerkers verwachten, zal helpen om de discussies te vermijden en het samenwerken prettiger te maken,’ geeft Elien Dejaegere mee.

Er zit ook ‘bijvangst’ bij het samen opmaken van een code. Een voorbeeld: Wie in het team mee heeft nagedacht over hoe je hulp vraagt als het je moeilijk valt om rustig te blijven bij moeilijk gedrag van een bewoner, gaat ook sneller hulp vragen. Dit verkleint dan weer de kans op een ongepaste reactie omdat men even ‘de pedalen kwijt’ is.

De deontologische code is een ‘levend instrument’ dat niet op alle situaties een kant-en-klaar antwoord wil en kan aanbieden. De omstandigheden wijzigen voortdurend door nieuwe ontwikkelingen, wetgeving, trends. Een deontologische code is daarom nooit af, het blijft work in progress. —

 

Melanie Demaerschalk is VVSG-stafmedewerker integriteit en kwaliteit ouderenzorg | Beelden Stefan Dewickere en Studio Claerhout
Voor Lokaal 06 | 2023