lokaal_20230101_48_school.png
Provider image

Nog voordat studenten de schoolbanken verlaten, moet je alle kansen grijpen om hen aan je organisatie te binden. Vaak zien de woonzorgcentra hun studenten verpleegkunde en/of zorgkunde na de eerste stage immers niet meer terug. Hoe kunnen ze de studenten behouden en ze een correct beeld geven van het werk dat ze kunnen uitvoeren? Zowel VitaS als Zorgbedrijf Rivierenland zet met vernieuwende projecten sterk in op de contacten met school en studenten.

Intercommunale VitaS baat ouderenen thuiszorgvoorzieningen uit op vijf locaties in Limburg. Ze heeft al jaren een goed ontwikkelde stagewerking voor alle mogelijke functies binnen de organisatie en behaalde diverse keren het Q-stagelabel, een kwaliteitslabel voor stagebedrijven dat Voka Limburg toekent. In 2021 wilde VitaS nog een stap verder gaan en startte het met het project ‘The learning bridge’, een innovatieve samenwerkingsvorm tussen het werkveld en het onderwijs die gebruik maakt van nieuwe technologie zoals virtual reality (VR).

‘We merkten al lang een wankele connectie tussen de scholen en het werkveld,’ vertelt Chris Demulder, algemeen directeur van VitaS. ‘Zo kwamen we op het idee om op termijn een leer-zorgafdeling op te richten. Toen we in gesprek gingen met de school, bleek dat ze daar met een vergelijkbaar idee rondliepen. Ze wilden een skillslab opstarten en met virtual reality studenten handelingen beter laten inoefenen.’ VitaS ging met de school in overleg om een plan te ontwikkelen om les te geven binnen de muren van het woonzorgcentrum, terwijl de bewoner toch centraal bleef staan. Het was een uitdaging om een leerklimaat in het woonzorgcentrum te creëren met aandacht voor de student en de stagementor en zeker ook voor de bewoner en zijn familie. De volgende uitdaging was alles regelen op het gebied van infrastructuur en materiaal. Gelukkig heerste er groot enthousiasme om dit allemaal samen op te bouwen. Uiteindelijk stapten Campus FLX als school en het VitaS-woonzorgcentrum Reigersvliet uit Leopoldsburg ook nog mee in het project. Voor het aspect van de virtual reality schakelden ze de expertise van de PXL hogeschool in Hasselt in. Extra financiële steun kwam er van Innovet. Zo kreeg het project ‘The learning bridge’ vorm, als een verbindingsbrug tussen meerdere domeinen in de zorg.

‘Het was een grote uitdaging voor alle partners, maar stap per stap groeiden we erin,’ merkt Chris Demulder op. ‘Vóór de lessen in het woonzorgcentrum organiseerden we een speeddate tussen de leerlingen, de stagementoren en ook alle leidinggevenden van het woonzorgcentrum. Zo konden zij al kennis maken. De studenten konden vragen stellen en ze deden dat ook gretig. Via inleefmomenten met de bewoners, zoals een gezamenlijk ontbijt, leerden ook die de studenten kennen.’

Zodra de lessen in het wzc gestart waren, groeide de interactie met de bewoners. ‘In een bepaalde les moest een leerling toelichten hoe ze een baby ging verschonen,’ herinnert Chris Demulder zich met een glimlach. ‘Een geïnteresseerde bewoner volgde de les mee en kwam algauw tussenbeide: “In onze tijd deden we het zo, wat jullie nu doen is wel anders.” Zulke tussenkomsten voegen iets warm menselijks toe en verlagen de drempel tussen studenten en bewoners.’

Ook het oefenen met virtual reality was een succes. Zo’n les vertrok van een probleem op het werkveld. De studenten kregen eerst de theorie toegelicht. Vervolgens konden ze de handelingen veilig inoefenen dankzij deze moderne technologie. Eventuele fouten hadden immers geen gevolgen. Zodra ze een handeling onder de knie hadden, konden ze die tijdens hun stage in het echt toepassen met een mentor aan hun zijde. Ook de mentor deed er voordeel bij: ‘Aangezien de VR-techniek bij ons in huis was, konden onze eigen medewerkers ook nieuwe technieken inoefenen. Zo werd de connectie tussen de school en het werkveld steeds sterker. Medewerkers hadden ook meer het gevoel dat ze hun toekomstige collega’s aan het opleiden waren in plaats van een zoveelste student. We voelden ook dat de studenten met meer zelfvertrouwen en motivatie aan de stage begonnen.’

Experiment geslaagd dus. Alle partijen geloven in de manier van werken en willen ze uitbreiden en ook inzetten bij nieuwe medewerkers. ‘We willen dit traject ook op andere campussen opstarten en er andere disciplines zoals haartooi bij betrekken. We zijn ervan overtuigd dat we hiermee de ouderenzorg een positiever imago geven en hopen ook het volwassenenonderwijs en het hoger onderwijs mee te krijgen in dit project. We merken ook dat het studenten overtuigd heeft om voor werk bij ons te kiezen. Inzet op technologie trekt jongeren aan,’ besluit Chris Demulder.

 

Zorgbedrijf Rivierenland

Ook Zorgbedrijf Rivierenland, actief in de regio Mechelen en Sint-Katelijne-Waver, gelooft dat stagiairs de toekomst zijn. Ze investeren daarom sterk in hun stagebeleid. Hiervoor gingen zij in overleg met alle stagescholen rond Mechelen met een HBO5-opleiding verpleegkundige en met de bacheloropleiding.

‘Uit deze gesprekken bleek dat studenten verpleegkunde binnen het woonzorgcentrum vaak de basiszorgtaken kregen aangeleerd,’ vertelt Anne Spruyt, stafmedewerker kwaliteit, zorgbeleid en vorming bij het Zorgbedrijf Rivierenland. ‘De stagiairs lopen mee met een zorgkundige die hen de basistaken leert, bijvoorbeeld hoe je iemand moet wassen, want er zijn stagiairs die dit nog niet gedaan hebben wanneer ze bij ons starten. We hebben tijdens dit project geleerd dat we hen veel sneller mee moeten sturen met onze verpleegkundigen. Zo kunnen ze zien wat zo’n verpleegkundige allemaal kan en doet: wondzorg, overleg met de dokter en familie, ondersteuning bij een ziekenhuisopname of bijstaan bij een overlijden. Ook in hun eerste stage laten we stagiairs, als ze dit zelf wensen, een late dienst of een nacht meewerken waar zij enkel de verpleegkundige taken meevolgen.’

Door deze nieuwe manier van werken is de aandacht voor de opstart van een stagiair gegroeid. Vroeger begonnen ze hun eerste stagedag met de ochtendbriefing en ze waren vertrokken in de ochtenddrukte. Nu komen ze iets later in de voormiddag zodat er tijd is om te overleggen en wederzijdse verwachtingen te bespreken. Er is ook meer aandacht voor de evaluatie van de studenten. ‘Elke medewerker die met een stagiair samenwerkt, niet enkel de stagementor, geeft dagelijks kort feedback. Heeft een stagiair bijvoorbeeld de ochtendzorg met een collega opgenomen, dan verwachten we dat deze collega feedback geeft over het dagelijkse werk,’ licht Anne Spruyt toe. ‘Zo volgt iedereen uit het team de studenten mee op. Studenten zijn immers de collega’s van morgen. We beschouwen hen ook tijdens de stage als gelijkwaardige collega’s.’

Met één HBO5-school zette Zorgbedrijf Rivierenland een leer-zorgtraject op. De manier van werken was al vertrouwd van in ziekenhuizen, maar Rivierenland wilde dit nu ook uittesten in het woonzorgcentrum. In twee van de vier wzc’s van het zorgbedrijf nemen vier studenten verpleegkunde na twee weken alle verpleegkundige taken over. Ze organiseren hun werk zelf, nemen alle ploegdiensten voor hun rekening en werken samen met de andere disciplines. Natuurlijk blijft de mentor altijd in de buurt en behouden zorgkundigen hun eigen taken. Na twee weken inwerktijd nemen ze de totale werking van acht bewoners over voor twee weken. Ze organiseren alles zelf: de briefing, de medicatie, contacten met de arts en familie, telkens met de mentor op de achtergrond. Ook de functie van de mentoren wijzigt hierdoor. Om hen hierop voor te bereiden kregen zij vanuit de school drie halve dagen opleiding. Bepaalde competenties die de studenten moeten beheersen, werden voor de mentoren nog eens herhaald. Ze kregen tips over hoe ze studenten kunnen aanspreken en hoe ze op maat feedback kunnen geven. Het project gaat nu in januari van start.

Een gedegen opleiding die gebruikmaakt van de mogelijkheden van tegenwoordig, heeft op zich al alleen maar voordelen. Maar door de samenwerking tussen de opleiding en de zorgsector zelf creëer je ook een band die kan tellen. Ze laten elkaar niet meer zo makkelijk los. ‘Stagiairs zijn voor ons potentiële nieuwe werknemers. We willen hen dan ook zo snel mogelijk in onze organisatie inschakelen als medewerker,’ getuigt Anne Spruyt. ‘Na hun stage kunnen ze bij ons al aan de slag als jobstudent, gewoon in de loop van het jaar of tijdens de vakanties. Door hen alle aspecten van verpleegkunde binnen het woonzorgcentrum te tonen hopen we ook dat meer jongeren voor de ouderenzorg kiezen. En dat ze daarna vlot bij ons aan de slag kunnen en willen gaan.’—

 

Joke Vandewalle is VVSG-stafmedewerker gezinszorg
Beelden Zorgbedrijf Rivierenland, VITAS en GF
Voor Lokaal 01 | 2023