De VVSG kijkt vooruit naar de verkiezingen van 2024 en werkt samen met haar leden aan de opmaak van een nieuw memorandum. In Lokaal laten we een reeks inspirerende en kritische mensen met een heldere visie op de samenleving aan het woord. We vragen hen onder andere hoe lokale besturen kunnen inspelen op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen, wat het lokale bestuur voor hen betekent, hoe ze de relatie met de andere overheden zien, en hoe het tout court beter kan.
Ine Van Wymersch coördineert sinds 2023 als nationaal drugscommissaris het beleid voor drugscriminaliteit. Ze is juriste en magistrate. Eerder was ze onder andere adviseur bij de lokale politie van Brussel, jeugdmagistraat en woordvoerder bij het Openbaar Ministerie van Brussel, en procureur des Konings van het Openbaar Ministerie van Halle-Vilvoorde.
‘Het zal je niet verwonderen dat ik de grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag bekijk vanuit de problematiek van drugs en drugscriminaliteit. Maar anders dan die termen doen vermoeden is dit geen aangelegenheid voor politie en justitie alleen. De problematiek is even complex en verweven als een spinnenweb: als er ergens ook maar een vliegje invliegt, gaan alle draden trillen. Dat vraagt ook om complexe oplossingen, die om te beginnen verder gaan dan een focus op handhaving.
Lokale besturen hebben daarbij een wezenlijke rol te spelen, vooral omdat ze verstorend kunnen werken voor georganiseerde criminelen. Die ontplooien hun activiteiten immers ook door gebruik te maken van legale netwerken, bijvoorbeeld door een vzw op te richten, of – nog een stap verder – door te proberen te infiltreren in legale structuren. Lokale besturen zijn op dat vlak ook kwetsbaar, zoals recent onderzoek heeft aangetoond: ze zijn mogelijke toegangspoorten voor informatie, zijn soms gevoelig voor omkoping, criminele organisaties proberen op bepaalde plekken of functies zelfs eigen mensen aangesteld te krijgen. Dat gebeurt zeker niet op grote schaal of systematisch, we zijn gelukkig nog geen narcostaat geworden. Maar we moeten wel waakzaam zijn en samen met de lokale besturen flink nadenken over integriteit en weerbaarheid, zowel in de administratie als in de politiek.’
Lokale besturen vertegenwoordigen de kern van ons democratisch bestel en brengen dat op het lokale niveau in de praktijk door dagelijks vorm te geven aan beleid, door dat beleid te voeren. Ze reiken vergunningen uit voor vastgoed, voor evenementen, voor handelszaken, voor de compartimentering van gebouwen volgens bepaalde standaarden en criteria, ze voeren domiciliecontroles uit en zijn bevoegd voor alles wat te maken heeft met de burgerlijke stand. Daarin zit net zowel de kwetsbaarheid van lokale besturen als de hefboom die ze kunnen gebruiken om verstorend te werken voor georganiseerde criminaliteit. Bestuurlijke handhaving en integriteit vormen daarbij een essentieel luik, samen met “awareness” bij ambtenaren op sleutelposities: het bewustzijn of de reflex waardoor er een belletje gaat rinkelen bij de vergunningsaanvraag voor een vijfde kapperszaak in dezelfde straat of een twintigste vishandel in dezelfde wijk.
Als ambtenaar moet je verder kunnen gaan dan het louter afvinken van formele criteria: waar nodig moet je randvoorwaarden kunnen opleggen en aanvragen weigeren. Het is belangrijk dat lokale besturen een beleidscultuur nastreven of onderhouden waarbinnen ambtenaren zich gesterkt en ondersteund voelen om dat te doen. Lokale besturen zijn daar ook mee bezig, dat zie ik. Het bewustzijn waarover ik het had, vraagt een doordrongenheid van je missie bij de medewerkers – wat eigenlijk al bij de rekrutering begint –, en gaat gepaard met de proactieve bereidheid om over beleidsdomeinen en disciplines heen met mensen rond de tafel te gaan zitten, om informatie uit te wisselen en van elkaar te leren. Deel wat werkt, en onthoud ook wat niet heeft gewerkt. Dat samenzitten bedoel ik zowel binnen eenzelfde administratie als intergemeentelijk, bijvoorbeeld ook met de buurgemeente waarnaar je een probleem uit de eigen gemeente waterbedgewijs ziet verschuiven.’
Lokale besturen vertegenwoordigen de kern van ons democratisch bestel en brengen dat op het lokale niveau in de praktijk door dagelijks vorm te geven aan beleid, door dat beleid te voeren.
‘We weten dat criminele organisaties inwerken op jongeren en hen inzetten in criminele activiteiten, zo blijven volwassen criminelen ook gemakkelijker buiten schot. De conclusie mag dan niet zijn om jongeren harder aan te pakken, integendeel. We moeten rond onze jongeren net nog sterkere sociale weefsels aanbrengen. Daar zijn lokale besturen het best voor geplaatst, samen met hun partners in het onderwijs. Het sociale weefsel gaat natuurlijk verder dan jongeren alleen, het bestaat in leefbaarheid en verbinding voor de grote middengroep in de lokale samenleving.
Gemeenten kennen hun inwoners en weten welke wijken, gemeenschappen en zones meer kwetsbaar zijn voor criminele organisaties. Ze kunnen daar wendbaar op inspelen met de instrumenten die ze hebben voor wonen, werken, ruimtelijk beleid. Stadsontwikkeling kun je bijvoorbeeld sturen in een richting die bepaalde zones aantrekkelijker of minder aantrekkelijk maakt voor bepaalde soorten huisvesting. Architectuur en ruimtelijke ordening vormen een belangrijke factor in het veiligheidsgevoel in de buurt. Scholingsgraad, tewerkstelling en huisvesting zijn daarnaast drie kritieke elementen die de weerbaarheid van buurten tegen criminaliteit bepalen. Slaag je er als lokaal bestuur in op die drie vlakken de nodige standaarden aan te houden, dan zullen de gezinnen die je sociale weefsel vormen, er minder snel aan denken te verhuizen naar plekken waar het beter is.’
‘Onrechtstreeks is een lokaal bestuur altijd bezig met het mee creëren van een veiligheidsgevoel. Als meest toegankelijk basisniveau om dicht bij mensen zaken te organiseren, zitten lokale besturen in een dienstverlenende rol, dat is hun kerntaak. Zowel aan het loket als daarbuiten is het hoofdprincipe: inwoners helpen, zorgen dat ze zich goed voelen en hier blijven. Je moet natuurlijk personeel hebben om die dienstverlening te bieden. Ik ben ervan overtuigd dat je vanzelf al meer mensen gaat aantrekken, als je als werkgever het antwoord scherp krijgt op de vraag: waarom doen we het allemaal?
Die visie is vandaag soms wat bedolven geraakt onder het werk van alledag. De maatschappelijke relevantie die lokale besturen kunnen bieden, is een essentieel element in die visie, en misschien wel de belangrijkste motivatie voor mensen om er te komen werken en dat ook te blijven doen. Toch wordt dat nog te weinig naar buiten uitgespeeld en in de verf gezet. Besturen met een sterke en integrale visie – op collectieve verantwoordelijkheid, op levenskwaliteit, idealiter ook met oog voor de naburige besturen – zijn aantrekkelijke werkgevers.’
‘Daarnaast geloof ik in gerichte ingrepen met zo groot mogelijk effect. Vergelijk het met acupunctuur: op welke knooppunten kun je naalden zetten? Welke interventies kun je als lokaal bestuur het best doen op welke plekken om de winst aan levenskwaliteit zo groot mogelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen? Dat kan voor elk beleidsdomein het uitgangspunt zijn. Het komt er evengoed op aan om verschillende domeinen slim met elkaar te verbinden. Denk bijvoorbeeld aan investeren in een ontmoetingslokaal voor ouderen waar scholen tegelijkertijd stageplaatsen kunnen inrichten voor technische richtingen. Het zijn zulke zaken die een sterk weefsel tussen inwoners maken. Waar het bestuur daarvoor een motor is, krijgt criminaliteit automatisch minder voet aan de grond. We hebben lokale besturen in die zin echt nodig.’ —
Pieter Plas is hoofdredacteur Lokaal | Beelden Stefan Dewickere
Voor Lokaal 12 | 2023