De VVSG kijkt vooruit naar de verkiezingen van 2024 en werkt samen met haar leden aan de opmaak van een nieuw memorandum. In Lokaal laten we een reeks inspirerende en kritische mensen met een heldere visie op de samenleving aan het woord. We vragen hen onder andere hoe lokale besturen kunnen inspelen op de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen, wat het lokale bestuur voor hen betekent, hoe ze de relatie met de andere overheden zien, en hoe het beter kan.
Karel Van Eetvelt is gepokt en gemazeld in de ondernemings- en bestuurderswereld. Van 2004 tot 2017 was hij gedelegeerd bestuurder van Unizo, de vereniging van ondernemers, kleine en middelgrote ondernemingen en vrije beroepen. Nadien was hij onder meer CEO van Febelfin, federatie van de financiële sector in België, en voorzitter van de VDAB. Hij zetelt in het bestuur van bouwgroep Matexi en van verschillende andere organisaties.
‘Het lokale bestuur is voor mij het niveau dat het dichtst bij de burger staat. “De burger” is voor mij een containerbegrip, het slaat op alle mensen, de hele samenleving. Het is jammer dat de impact van het lokale niveau zo vaak onderschat wordt. En dat er een grote disconnectie bestaat tussen de beleidsniveaus die over de belangrijke dingen in het leven van mensen beslissen. De afstand tussen de burgers en die beleidsniveaus is zeer groot. De lokale besturen zitten echt tussen “de burger” en de andere beleidsniveaus (Vlaams, federaal, Europees). Lokale politici en ambtenaren worden zeer direct geconfronteerd met de weerslag van die beslissingen op de mensen in hun gemeente of stad. Ze zijn vaak ook het enige aanspreekpunt voor veel van die mensen. Daarom zou er veel meer rekening moeten worden gehouden met de stem van lokale besturen. Nu worden ze al te vaak als een aanhangsel beschouwd.’
‘Tegelijk stel ik wel vast dat lokale politici zich te veel alleen maar met dat lokale bezighouden en te weinig het verband met het centrale beleid leggen. Dat “directe contact” zou veel meer als een voordeel of een kans uitgespeeld moeten worden. Maar dat houdt ook in dat ze geen antwoorden meer geven in de stijl van “dat wordt hogerop beslist” of “we hebben er geen vat op”. Dergelijke antwoorden verhogen de frustraties bij mensen. Ik begrijp dat er veel op lokale politici afkomt en het allemaal zeer complex is, maar toch is het belangrijk om ook het grotere plaatje van het beleid te zien en burgers daarin mee te nemen.’
‘Het lokale niveau moet dus zelf goed nadenken over zijn positionering in het beleidslandschap en de relatie met de andere niveaus. Het kan een aanspreekpunt zijn voor alle problemen, uitdagingen en frustraties waarmee mensen geconfronteerd worden. Lokale politici kunnen een ideaal aanspreekpunt en doorgeefluik zijn en zo deel van de oplossing van frustraties en problemen worden. Dit is een visie die botst met die van mensen die vinden dat dienstbetoon afgeschaft moet worden. Het tegendeel is waar, het moet juist in ere hersteld worden. Het kind is met het badwater weggegooid. Omdat er een aantal misbruiken waren aan dat dienstbetoon moest het maar meteen volledig weg. Logisch dat de afstand tussen de burger en het beleid dan groter wordt. Mensen verwachten dat de burgemeester en schepenen naar hen luisteren en een aanspreekpunt voor hen zijn. Dat mag je niet weggooien.’
‘Heel wat lokale besturen kampen met krapte op de arbeidsmarkt. Voor lokale besturen zou die krapte er eigenlijk niet mogen zijn. Steeds meer mensen hechten belang aan “maatschappelijke meerwaarde” in een job. En zijn zelfs bereid beter betaald werk te laten staan voor werk waarvan ze echt voelen dat het meerwaarde voor de samenleving creëert. Dat is een uitgelezen kans voor lokale besturen. Het betekent wel dat overheden komaf moeten maken met dwaze regels uit het verleden. Ik geef een voorbeeld. Ik ben zelf bestuurder van een instelling voor personen met een handicap. Die is in de loop der jaren gegroeid van dertig naar 150 medewerkers. We zochten een verantwoordelijke voor de HR en kregen een kandidaat uit de privésector met tientallen jaren ervaring over de vloer. Maar ze had geen masterdiploma, waardoor we haar niet naar behoren kunnen verlonen. In de privé hebben ze die diplomadwang al lang achterwege gelaten. Als onze overheidsdiensten versneld naar moderner aanwervings- en personeelsbeleid schakelen, ben ik er zeker van dat de krapte op de arbeidsmarkt zich bij overheidsdiensten veel minder zal laten voelen.’
‘Het lokale bestuursniveau moet volop inzetten op connectie, op verbinding maken. Dat doen besturen het best ook in samenwerking met de private sector en het middenveld. De centrale vraag zou moeten zijn: hoe kunnen we samen uitdagingen, problemen van mensen oplossen? Ik geef weer graag een voorbeeld uit een van mijn vorige levens. Om efficiëntieredenen beslissen banken op een bepaald ogenblik om steeds meer lokale kantoren te sluiten. Tussen haakjes, ik vind dit nog steeds een kortzichtige beslissing die onderschat hoe belangrijk persoonlijk contact met klanten is. Lokale politici krijgen te maken met ontevreden burgers, omdat ze niet meer “om de hoek” bij een bank terecht kunnen. Waarom als lokaal bestuur niet zelf initiatief nemen en de banken uitnodigen om samen bancaire basisdienstverlening op te zetten? Gemeenten zouden hiervoor lokalen ter beschikking kunnen stellen, banken gekwalificeerd personeel.’
'Het kind is met het badwater weggegooid. Omdat er een aantal misbruiken waren aan het dienstbetoon, moest het maar meteen volledig weg. Logisch dat de afstand tussen de burger en het beleid dan groter wordt.'
‘Ook het verenigingsleven 2.0 moet er komen, het moet eigentijdser. Een vereniging die kampt met een gebrek aan vrijwilligers, moet zich afvragen hoe dat komt. En dan moet de vereniging zich aanpassen aan de vrijwilliger, niet andersom. De mens is van nature op zoek naar verbinding, dat moet je naar boven brengen. Een gemeente kan mee zorgen voor die connectie, bijvoorbeeld met cultuur- en sportinfrastructuur. Daar komen mensen samen. Het verontrust me dan ook dat veel gebouwen die in de jaren zeventig en tachtig gebouwd zijn, in verwaarloosde staat geraken. Er zijn dringend nieuwe investeringen nodig, de budgetten zijn te klein. En het belang van de aanwezigheid van die infrastructuur om weer meer verbinding te creëren wordt onderschat.’
‘Hoe krijg je deze situatie gekeerd? In ieder geval zijn er meer middelen nodig. Daarnaast moeten de lokale besturen meer kennis over netwerkvorming opbouwen en de weg naar de middelen vinden. De driehoek beleid - privé - middenveld is daarbij erg belangrijk. Laat het niet allemaal afhangen van de centrale overheden. Ga zelf op zoek naar verbindende krachten in de gemeente. In iedere gemeente wonen mensen met invloedrijke posities in bedrijven en overheidsdiensten, ondernemers, creatieve mensen… spreek hen aan, breng hen samen, ga op zoek naar de win-win.’
‘Een organisatie als de VVSG moet goed de vertaalslag naar het lokale niveau maken, jullie moeten de taal van de lokale besturen spreken, maar ook geloof in vooruitgang en enthousiasme creëren. Een duidelijke toekomstvisie voor het lokale niveau ontwikkelen en een strategie om die te realiseren. Een grote toekomstdroom – “We will go to the moon and come back safely” (J.F. Kennedy) – is belangrijk, maar er komt pas iets van, als de eerste stap gezet wordt. Probeer voor die eerste stap enthousiasme te creëren.
‘De VVSG kan ook een rol spelen in het versterken van de connectie tussen de beleidsniveaus en het contact tussen burgers en beleid. Ik heb zelf met stijgende verbazing naar het fusieverhaal tussen gemeentes gekeken. De grote drijfveer voor die fusies lijkt mij vooral “meer middelen vergaren”. Terwijl de echte drijfveer betere dienstverlening aan de burgers zou moeten zijn. Dat gaat niet alleen over de middelen hebben om gekwalificeerd personeel aan te trekken voor de complexe uitdagingen waarvoor steden en gemeenten staan. Uiteraard is dat belangrijk, maar het gaat ook over het verbeteren van het contact tussen de individuele burger en het beleid. Beide zijn even belangrijk. Ik heb nu vaak de indruk dat het laatste gewoon vergeten wordt. Mijn voorspelling is dat de antipolitiek daardoor alleen maar zal groeien. Waarom niet de mogelijkheid creëren voor ambtelijke fusies en beleidsmatig kleinere gemeentes behouden?’—
Nathalie Debast is directeur belangenbehartiging en communicatie VVSG | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 09 | 2023