Het zijn drukke dagen voor minister Annelies Verlinden. Maar na de vragen in het parlement wil ze ook die van Lokaal beantwoorden.
We beginnen met de aanslag op twee politiemensen in Schaarbeek een week eerder. Hoe heeft ze dit als voogdijminister van de politie beleefd?
‘Het is een verschrikkelijk drama. Thomas Monjoie was in de fleur van zijn leven. Uit passie voor de politie had hij de horeca van Luik verlaten om bij de Brusselse politie te gaan werken. Die moord is een drama voor de hele politiefamilie. Politiemensen zetten elke dag hun eigen leven op het spel om de samenleving veiligheid te garanderen. We moeten nauwgezet onderzoeken wat er precies is gebeurd. Maar zelfs met waterdichte procedures kun je zoiets nooit voor honderd procent vermijden, je kunt nooit in het hoofd van een individu kijken.’
‘In geen geval mogen we iemand op basis van voorlopige informatie met de vinger wijzen. We moeten in het algemeen nadenken over de samenwerking en de communicatie tussen politie, justitie en de medische wereld. Uit een ingewonnen juridisch advies blijkt dat er vandaag geen gedeeld beroepsgeheim bestaat. Hierdoor kunnen politiemensen zonder instructie van het parket geen informatie delen met de medische wereld. Uiteraard moeten we ook nadenken over de procedures die het midden houden tussen die van een vrijwillige opname en die van een gedwongen opname. Misschien is bij een acute situatie een observatie voor beperkte tijd aangewezen. En dan is er nog de gevangenis, de man had zijn straf uitgezeten. Collega Koen Geens stelde al voor om mensen ook na hun strafuitvoering te laten opvolgen door justitie. Ik vind dat een terechte zorg.’
De politievakbonden vinden dat er te weinig gedaan wordt aan geweld tegen de politie. Hoe kunt u als minister hierbij helpen?
‘Uiteraard moeten we de collega’s en families bijstand verlenen, ook mentaal. We moeten hen helpen bij de procedures, contacten met de verzekeraars, de strafrechtelijke en burgerrechtelijke gevolgen van incidenten, … Aan het begin van de legislatuur heb ik samen met collega Vincent Van Quickenborne bij het college van procureurs-generaal aangedrongen op een striktere opvolging van gevallen van geweld tegen politie. Dat is nu de algemene richtlijn bij de parketten, maar honderd procent bestraffing bestaat niet. Soms zijn er gewoon geen voldoende bewijzen, of is de dader niet gekend. Op mijn vraag heeft de minister van Justitie trouwens een verhoogde strafmaat voor daden van geweld tegen politie opgenomen in zijn nieuw strafwetboek. De boodschap moet duidelijk zijn: aan onze politiemensen wordt niet geraakt.’
Het draagt ook niet bij tot de aantrekkingskracht van de politie. Veel politiezones kampen met een personeelstekort. Is er beterschap in zicht?
‘Om jaarlijks 1600 inspecteurs te rekruteren voor de politie, hebben we de rekruteringsprocedure gewijzigd en de doorlooptijd ingekort tot achttien weken. We zitten op schema: in ’21 waren er zelfs bijna 1900 nieuwe inspecteurs. Op 10 november dit jaar zaten we ook al aan 1500 nieuwe mensen die hun opleiding kunnen starten. Verder zetten we ook versterkt in op de zij-instromers. Maar na de rekrutering volgt nog een opleiding aan de politiescholen, dus die nieuwe mensen kunnen niet meteen beginnen werken. In elk geval zullen we op het einde van de legislatuur meer mensen hebben bij de politie dan in het begin.’
De oplopende inflatie zorgt voor een enorme stijging van de loonkosten en de statutaire pensioenlasten van de politiezones die negentig procent uitmaken van de uitgaven van politiezones. Lokale politiezones zijn wettelijk verplicht om hun politiebegroting in oktober klaar te hebben. Dat is nu extra moeilijk door de oplopende inflatie en het gebrek aan duidelijke begrotingsrichtlijnen vanuit de federale overheid.
‘Toen er nul indexatie was, leverden de budgetten niet zoveel problemen op. Maar bij tien procent wel. Ik heb een schrijven gericht naar de lokale besturen met de bedragen tot en met september die zij kunnen opnemen in hun politiebegroting. De finale geïndexeerde bedragen zullen pas in januari ’23 kunnen worden vastgesteld.’
‘Voor de hulpverleningszones hebben we heel hard gestreden in de begrotingsdiscussies. Zij krijgen in 2023 18 miljoen euro extra om de inflatie op te vangen. Het helpt de lokale besturen de gestegen kosten te milderen. Het liefst wil ik dit structureel verankeren, maar dat debat is nog bezig.’
U hebt begin dit jaar een nieuw sectoraal akkoord afgesloten met de politievakbonden. De lokale besturen zijn tevreden met de belofte dat u de factuur niet naar hen doorschuift. Hoe wordt de loonscorrectie doorgevoerd?
‘Na twintig jaar stilstand in de renumeratie vond ik dat akkoord nodig. Het is realistisch, zowel voor de mensen als voor het budget. In plaats van de verdeelsleutel driekwart lokaal en een kwart federaal, zoals gebruikelijk, zijn er nu geen meerkosten voor de lokale besturen. Dat is een unicum. De kosten van dit sectorale akkoord, 136 miljoen euro voor de gehele politieorganisatie, worden volledig door de federale regering gedragen. Dat is de afspraak. Het was mijn ambitie om snel te starten, maar daarin is de regering me niet gevolgd. We starten gefaseerd, met een verhoging van 45 procent in oktober ’23, 45 procent in oktober ’24 en een bijkomende tien procent in oktober ’25.’
‘Ik zal blijven vechten voor de politie, ik zal blijven zoeken naar een verbetering van het statuut en de organisatie van de politie, maar de huidige budgetcontext maakt het moeilijk.’
De financiering van dit sectoraal akkoord is gekoppeld aan een hervorming van de navap of de non-activiteit voorafgaand aan de pensionering.
‘Ik ben voorstander van langer werken, ik wil niet aan de voordeur jongeren aantrekken en door de achterdeur massaal veel senioriteit en expertise zien vertrekken. We moeten zoveel mogelijk mensen langer laten werken. We doen dit door in voldoende aangepaste functies te voorzien voor personeelsleden aan het einde van hun carrière, een extra vakantiedag vanaf 59 jaar en minder nachtprestaties vanaf 56 jaar. We laten het navap-systeem vanaf ‘23 uitdoven. Dat is beslist tijdens het begrotingsconclaaf van september. De vraag rijst nu of ook in andere domeinen eenzelfde regime zal worden doorgevoerd.’
Volgens het regeerakkoord zou er een nieuwe financieringswet komen voor de politie in plaats van de jaarlijkse KB’s. Zal die hervorming gebeuren?
‘Sommige mensen waarschuwen me dat ik er mijn tanden op kapot zal bijten, volgens anderen is het voldoende een paar parameters te veranderen. Ik weet niet wie ik moet geloven, maar alleszins moeten we dit herbekijken. Een aantal parameters is niet meer actueel. Dingen zijn veranderd, bijvoorbeeld activiteiten aan de kust of criminaliteit in de havens. De oefening is in gang gezet. Net zoals de ideale schaalgrootte van een zone, wordt dit momenteel besproken in het kader van de Staten-Generaal. En er komen nog andere thema’s aan bod, zoals de taken van de politie. Moet een wijkinspecteur domicilies bevestigen of meegaan met een deurwaarder? Moet een politieman de identiteitsdocumenten in de luchthaven controleren? Wat vinden we van betaalpolitie?’
‘De Staten-Generaal bespreekt ook de ideale schaalgrootte. Grotere zones zijn nodig, omdat je vanwege de complexiteit met grotere teams moet kunnen werken. Dat bleek bijvoorbeeld tijdens corona, een besmetting in een kleine zone had heel veel impact. Ook op het vlak van IT, HR of mentale begeleiding is een grotere zone beter, want kleinere zones kunnen niet over alle specialisten beschikken. Ik pin me nog niet vast op het gewenste aantal zones. De fusie van zones gebeurt nu nog op basis van vrijwilligheid. Binnen de administratie FOD-BZ zullen we een cel oprichten om de lokale besturen bij zo’n groot veranderingstraject te begeleiden. Ik ben absoluut voor subsidiariteit en verantwoordelijkheid, maar misschien moeten we toch een positief duwtje geven.’
Voor de bestuurlijke handhaving van de georganiseerde criminaliteit heeft de ministerraad een eerste wetsontwerp goedgekeurd. De burgemeesters van de centrumsteden zijn tevreden dat u hier werk van maakt, maar vrezen loodzware procedures.
‘We beogen inderdaad de slagkracht van de burgemeesters en de lokale besturen op dat vlak te verhogen. Het college van burgemeester en schepenen krijgt onder andere de bevoegdheid om, na een integriteitsonderzoek, bepaalde uitbatingen te sluiten als er een link is met ondermijnende criminaliteit. We willen de legale economie beschermen en onze levendige en commerciële kernen vrijwaren. Voor het overige wil ik benadrukken dat het plegen van bepaalde strafbare feiten in het verleden geenszins impliceert dat een persoon nooit meer een zaak kan uitbaten.’
‘Het voorontwerp werd voorgelegd voor advies aan onder meer de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit. Bij het verwerken van de adviezen houden we maximaal rekening met de suggesties en opmerkingen van de adviesinstanties, met inachtneming van de rechtsbescherming en de privacyregelgeving. Nadien wordt het wetgevend proces in het parlement zo snel als mogelijk verdergezet.’
‘De systematiek waarbij de gemeente de vestigings- of uitbatingsvergunning slechts kan weigeren, schorsen of opheffen of de inrichting kan sluiten na het verkrijgen van een advies van de Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen (DIOB) wordt verder besproken binnen de regering.’
Voor de financiering van de hulpverleningszones voorziet de Wet Civiele veiligheid in de garantie dat de gemeentelijke bijdragen en de federale bijdragen in balans moeten zijn. Dit is de zogenaamde 50/50-kostenverdeling. Hoe ver staat die nu?
‘Dat artikel komt uit het verleden, en is erg ingewikkeld. Wat er precies onder valt is niet in detail beschreven. Om eindelijk uitvoering te geven aan het artikel hebben we afgelopen zomer in een besluit de parameters bepaald om de verhouding te berekenen. We legden ook vast dat de berekening zal gebeuren in het jaar dat voorafgaat aan de parlementsverkiezingen, dus in 2023. Voor deze legislatuur hebben we wel al een duidelijk groeipad afgesproken: 25 miljoen extra in 2021, tien miljoen in 2022, twee miljoen in 2023 en vijf miljoen in 2024. Het zal aan de komende regeringen zijn om dat te bestendigen. We willen het wetsartikel en de 50/50-verdeling respecteren, maar we zijn er nog niet. Het groeipad en de indexering van de federale dotaties zorgen er alvast voor dat we niet de andere richting uitgaan. Alles samen genomen valt er een stijging op te tekenen van meer dan 27% van de federale dotaties. Terwijl we bij de start van de legislatuur op 147 miljoen euro zaten, zullen we in 2023 naar 203 miljoen euro evolueren. Aan de andere kant hebben de hulpverleningszones ook de verantwoordelijkheid om een adequate financiële politiek te voeren. Ik wil hierin zeker niet de schoonmoeder uithangen, maar het lokale beleid is evenzeer van cruciaal belang en we merken dat er ter zake ook verschillen bestaan.
Voor de brandweer zijn de vrijwilligers van cruciaal belang, maar voor hun opleiding ligt de lat steeds hoger. Hoe blijft de brandweer aantrekkelijk voor vrijwilligers?
‘Net zoals in alle sectoren is het moeilijk vrijwilligers aan te trekken. Maar de brandweer draait voor twee derde op vrijwilligers, we hebben ze absoluut nodig, we moeten hen blijven waarderen. Het is de uitdaging om een evenwicht te zoeken tussen veiligheid enerzijds en de zware opleidingen anderzijds. Met de FOD en de directie civiele veiligheid werken we binnen het project Vrijwilliger 2.0 aan oplossingen. We bekijken of er momenteel niet te veel drempels zijn in de aanwervingsprocedure en gaan na waar we de opleiding efficiënter kunnen maken om vrijwilligers sneller te kunnen inzetten en dus ook meer te motiveren, bijvoorbeeld door het meer toegankelijk maken van online modules, maar ook meer significante maatregelen. We werken hierbij nauw samen met het terrein.’
Op federaal niveau wilt u zorgen voor een betere vertegenwoordiging van de brandweer in een nieuw op te richten orgaan, namelijk het Brandweerorgaan. Heeft dit een link met de Raad van Burgemeesters?
‘De hulpverleningszones zijn grote organisaties geworden, die heel wat kunde en kennis hebben. Ik vind het belangrijk dat we die kennis systematisch kunnen delen binnen dat orgaan en met onze Algemene Directie Civiele Veiligheid. Dat zal ook de kwaliteit van onze regelgeving in positieve zin beïnvloeden. De politieke validatie van de adviezen zou kunnen gebeuren binnen de ‘Raad van Burgemeesters’. Vandaag focust deze raad op de taken van de lokale politie, maar die focus zou je kunnen uitbreiden tot het hele veiligheidsbeleid. De samenwerking tussen het federale niveau en de lokale hulpverleningszones is echt belangrijk. De adequate opschaling van de hulpverlening bij grote incidenten of crisissen is een uitdaging. Dat werd ook duidelijk bij de overstromingen. De inzet van materieel, maar ook de aankoop ervan, kunnen beter gecoördineerd worden. Zo’n samenwerking is essentieel. Zo gebeurt het ook in het European Protection Mechanism. In momenten van crisis moet je samenwerken.’
‘Corona en de overstromingen maakten duidelijk dat er een sterke veiligheidspoot nodig is voor het hele land. Zeker voor persoonsgebonden thema’s werkt versnippering contraproductief, daar bewijs je de burgers geen dienst mee.’
De strategische veiligheids- en preventieplannen zijn nu voor twee jaar verlengd. Hebt u als minister nog plannen om de hervorming deze legislatuur door te voeren? Hoe ziet u deze hervorming?
‘De regering heeft die plannen nogmaals verlengd met twee jaar. Zo kunnen we een nieuwe hervorming grondig voorbereiden en lokale besturen voldoende tijd geven om de nodige voorbereidingen te treffen. We willen de hervorming graag vorm geven door intens met de verenigingen van steden en gemeenten samen te werken.’ —
Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal en Koen Van Heddeghem is diensthoofd veiligheid bij de VVSG
Voor Lokaal 12 | 2022