Hebben we hiervoor dan geen gerechtelijk apparaat of federale gespecialiseerde politiediensten? Een gefundeerd antwoord op die vraag kunnen we vinden in het rapport ‘Bestuurlijke handhaving van georganiseerde misdaadfenomenen’ dat wijlen professor Brice De Ruyver in 2016 publiceerde. Het rapport geeft aan dat bestuurlijke handhaving niet in de plaats van de strafrechtelijke handhaving van criminaliteit komt, maar er complementair aan is. Preventieve bestuurlijke handhaving moet samen met het repressieve karakter van de strafrechtelijke handhaving een doelmatige strategie creëren.
Op het terrein stellen we vast dat georganiseerde criminaliteit steeds meer gebruik maakt van het reguliere economische systeem. Handelszaken worden ingeschakeld om geld wit te wassen of als dekmantel voor criminele activiteiten. Georganiseerde criminaliteit dreigt zich op deze manier steeds meer in te bedden in de reguliere samenleving en ondermijnt ze daarmee. Daardoor is het ook een taak van de lokale overheid om mee te vermijden dat deze ondermijning plaats kan vinden. Lokale besturen moeten dus de mogelijkheid hebben om op basis van informatie die de moraliteit of integriteit van een persoon betreft, te beslissen om bijvoorbeeld vergunningen, subsidies of overheidsopdrachten niet toe te kennen.
Een instrumentarium opzetten om bestuurlijke handhaving vorm te geven is echter een moeilijke oefening waarbij drie waardekaders met elkaar in balans moeten worden gehouden. Uiteraard moet elk overheidsoptreden rechtmatig en rechtszeker zijn. Rechtsen belangenbescherming zijn in een democratische rechtsstaat onontbeerlijk, ook, of misschien zelfs, bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Daarnaast zijn er nog twee andere waardekaders die we niet uit het oog mogen verliezen: de weerbaarheid van de overheid en van onze samenleving als geheel en de doelmatigheid en efficiëntie van het overheidsoptreden in verband met bestuurlijke handhaving.
Georganiseerde criminaliteit die de reguliere economie binnendringt, ondermijnt het vertrouwen van burgers in de samenleving en uiteindelijk de democratische rechtsstaat zelf. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid – ook van het lokale niveau – om zich hier weerbaar tegen op te stellen en ook vanuit een bestuurlijke invalshoek maatregelen te nemen om te verhinderen dat criminaliteit zich in de normale samenleving kan nestelen. Daarnaast moet het instrumentarium voor bestuurlijke handhaving ook doelmatig en efficiënt inzetbaar zijn. Ondermijnende criminaliteit slaagt erin zich snel en flexibel te organiseren en aan te passen. Dat betekent dat ook lokale besturen hierop snel en efficiënt moeten kunnen inspelen.
Bestuurlijke handhaving is niet de silver bullet waarmee we de georganiseerde criminaliteit kunnen bestrijden. Het is wel een noodzakelijke schakel in de hele ketting waarmee we ondermijnende criminaliteit moeten bestrijden. Dit vergt een instrumentarium dat rechtszeker is, maar ook de nodige weerbaarheid én efficiëntie garandeert. En liefst ook een goede afstemming tussen de verschillende bestuursniveaus in dit land. —
Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 04 | 2023