‘Het waren m’n vrienden die zeiden dat het echt iets voor mij was. Ikzelf zag het niet. Gek hè? Maar ik heb hun advies gevolgd en mijn ogen opengetrokken.’
Sharon is nog geen week bezig wanneer de eerste bommen vallen op Kiev. Het conflict komt nog dichterbij als de eerste vluchtelingen arriveren. Bij het begin van de crisis heerst er veel onzekerheid. ‘We gingen veel op ons buikgevoel af. Want hoe bied je zoveel mensen op zo’n korte tijd onderdak en andere hulp? Gelukkig kwam er veel steun van vrijwilligers en gastgezinnen. Maar toch… Zitten ze daar wel goed? Vinden ze hun weg doorheen de administratieve mallemolen? Pas wanneer de hoogste nood gelenigd was konden we effectief op huisbezoek gaan.’ Om de snel veranderende situatie het hoofd te bieden worden er aan razend tempo beslissingen genomen. Sharon gaat naar infosessies en leest nieuwsbrieven en leert de kunst van het netwerken. Bellen, mailen en nog eens bellen naar andere OCMW’s en bovenlokale overheidsdiensten. Heel wat voor een jonge twintiger die ‘maar’ stageloopt.
De grote instroom van Oekraïners is intussen afgezwakt en Sharon verdeelt haar tijd tussen hen en het andere werk. Ook dat andere werk komt niet overeen met het beeld dat ze ervan had. ‘OCMW-werk is zo veel meer dan leeflonen toekennen.’
Het zijn diezelfde misverstanden en verkeerde ideeën die ook mensen weghouden van diensten waar ze recht op hebben: een verwarmingstoelage, een vrijetijdspas, een activeringstoelage, psychologische hulp, werktrajectbegeleiding…
‘Mijn takenpakket ziet er elke dag anders uit en is elke dag een beetje verrassing.’ Sharon leert observeren, alert zijn tijdens gesprekken, tussen de lijnen lezen, luisteren en nog eens luisteren om dan samen naar oplossingen te zoeken. ‘De administratieve kant is niet onbelangrijk, maar de heilige angst die ik ervan had, bleek ongegrond. Je moet niet alle regels vanbuiten kennen. Je zoekt ze op en vraagt bij twijfel even hulp aan collega’s.’ ‘Is alles rozengeur en maneschijn? Tuurlijk niet. Ik heb leren kritisch denken. Want de realiteit op het terrein strookt niet altijd met beslissingen die ver van het bed van mensen genomen worden. Het leven is voor veel mensen bikkelhard. Iemand zei me ooit: “Je mag de schoenen van de cliënt passen, maar je mag er niet met rondlopen.” Daar help je niemand mee hè. En laat dat nu net de essentie zijn van de job.’