In het vrolijk gestemde artikel over de hervorming van het openbaar vervoer (p. 54) is de kloof met die beschamende praktijk een belediging. We maken ‘samen de mobiliteitsswitch’ belooft het artikel van de Vlaamse overheid: voor een ‘efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer’. Op drukke trajecten komt er meer en beter openbaar vervoer, op minder drukke trajecten komt er ‘Vervoer op Maat’ met deelauto’s, deelfietsen, taxi’s, dat alles via telefoon, app, website of chat. Op knooppunten van al dat gereis komen er 1000 Hoppinpunten voor een vlotte overstap.
Ik voel mij als bestuurskundige persoonlijk ongemakkelijk bij deze opgeblazen retoriek. Ik ben zelf te zeer in dat bestuurlijke voluntarisme meegegaan. Ik heb het weer maar eens verkeerd ingeschat: zelfs met de staatshervorming blijken we in Vlaanderen niet in staat belangrijke maatschappelijke hervormingen te realiseren. Het patroon is angstwekkend identiek voor alle bekende dossiers. Eerst kondigt een minister met veel gedruis een belangrijke hervorming aan. Voor het brede publiek lijkt het dan alsof die al gerealiseerd is. Dan beginnen de ambtelijke circuits overuren te draaien en komt er stroop in de machine. Veel is niet goed voorbereid en snel blijkt dat er door de constante besparingen niet voldoende personeel is. Oeps: er moet nog een en ander decretaal vorm krijgen, het zal dus wat later zijn. Laten we al maar met een rondzendbrief starten en, voor de zekerheid, nog een rondzendbrief. Een omhooggevallen cabinetard ziet het ondertussen net een beetje anders. Er komt een regeringswissel. Er volgen nieuwe onduidelijke compromissen. In de uitvoeringsfase duiken lacunes in de decreten op, die vergen reparatie en ondertussen lopen er juridische procedures. Het zal nog wat later zijn. En in die hele periode moet de winkel open blijven en moeten diensten functioneren in een halfslachtige tussentoestand met een half oog op een halve hervorming die er misschien niet komt.
In 2015 kondigde de Vlaamse regering de basisbereikbaarheid aan. Noteer: in 2015. Er kwamen proefprojecten, ik werkte enthousiast mee. Ik tekende mee het concept van de 15 vervoerregio’s die als interbestuurlijk overleg tussen het departement MOW en de lokale besturen in 2019 opstartten. Ik vond dat een interessante omslag: voor het eerst kreeg de regio vorm als een onderhandelingsniveau tussen Vlaanderen en de lokale besturen. Ik vond dat een interessant prototype voor gebiedsgerichte werking die er eindelijk ook eens echt toe zou doen. Voor het eerst hervormde een belangrijk Vlaams departement zich ingrijpend op een gebiedsgericht niveau. Ik ontmoette gedreven maar ook overbelaste Vlaamse ambtenaren. Het lukte, soms moeizaam, tot een nieuwe tekening van het kernnet en het aanvullend net te komen. Ik heb veel respect voor de manier waarop De Lijn op deze regionale schaal anticipeerde, boven op alle financiële miserie die De Lijn al jarenlang teistert en de grote onzekerheid bij het personeel. Enthousiast, interessant: u merkt dat ik in mijn naïeve fase zat.
Geleidelijk pakten de onweerswolken samen. De hervorming mocht niets kosten. Minister Peeters vond wat extra middelen maar die compenseerden zelfs niet wat De Lijn jaarlijks aan exploitatie moest besparen. Het ‘Vervoer op Maat’, dat de zwaksten in onze samenleving recht moest geven op varianten van openbaar vervoer: dat zouden we later regelen. De Mobiliteitscentrale die als regisseur zou functioneren, moest en zou een privaat bedrijf zijn. We wachten er nog altijd op en de procedure verzandt in een juridisch kluwen. En dan moeten we maar hopen dat het private consortium dat voor elkaar krijgt. Minister Peeters kondigt aan dat nog belangrijke decreten nodig zijn. U noteerde: 2015. Het draagvlak in de vervoerregio’s kalft af, de bereidheid bij lokale besturen daalt, het geloof in gebiedsgericht beleid verdwijnt.
De hervorming zou ingaan op 1 januari 2021. Uitstel. De minister spreekt nu over ‘midden 2023’, maar geeft zelf aan dat niet te geloven. 2024 is een verkiezingsjaar. Nieuwe regering, nieuw uitstel, misschien een nieuw compromis: vóór 2025 is er op het terrein niets te merken. Van de 1000 Hoppinpunten zijn er welgeteld 59 gerealiseerd, bijna allemaal in Leuven bovendien. Minder naïeve mensen dan ikzelf krijgen gelijk: de enige hervorming die overblijft, is minder openbaar vervoer, meer privatisering en grotere sociale onrechtvaardigheid. Mocht u ouders kennen met een kleuter op de bus naar het buitengewoon onderwijs: raad ze af om dit nummer van Lokaal te lezen. —
prof. dr. Filip De Rynck is columnist van Lokaal
Voor Lokaal 03 | 2022