De toekomst van Brugge startte eind 2014 met een grote oproep naar ideeën voor de toekomst van Brugge. De eerste ideeëngolf werd voorgesteld op een ambitieus stadscongres met meer dan 500 deelnemers. De ideeën werden gebundeld per thema op een online platform en via 3 projectenworkshops ontstonden er 11 projectgroepen die verder begeleid werden. Enkele van deze projecten werden uitgevoerd door de Stad of door de burger, al dan niet in een doorgedreven samenwerking (bijv. Brede school, burenhulp,…). Andere projecten plantten minstens zaadjes voor toekomstig beleid (bijv. nieuwe woonvormen, Fablab).
Uit deze eerste fase bleek vooral dat er nood was aan ruimte. Ruimte voor creatie, experiment, voor ontmoeting. Met deze vaststelling werd het tweede jaar van de toekomst van Brugge ingezet, het jaar van de ruimte. Een oproep naar interessante plekken resulteerde in 10 toekomstplekken waar verder rond werd gewerkt. De plekken waren zeer divers. Van een pop-up bar georganiseerd door een buurtcomité in een populair park, de ontwikkeling van een oude pastorie in Sint-Pieters tot een eco-sociaal deelhuis tot een toekomstvisie voor Zeebrugge.
Via het platform www.detoekomstvanbrugge.be vonden de stad en actieve Bruggelingen elkaar via de website, een maandelijkse nieuwsbrief en de social media kanalen, maar ook via diverse ontmoetingen of events.
Twee medewerkers beheerden dit proces en dit platform. Ze kanaliseerden de vragen en ideeën, zorgden voor een gecoördineerd antwoord op de participatievragen en deelden kennis en do’s en dont’s over participatie in stads- en buurtprojecten met collega’s en bestuur.
Verschillende stadsprojecten werden op een ambitieuzere participatieve manier aangepakt onder impuls van deze cocreatieve vibe.
1000 Bruggelingen dachten mee over het nieuwe mobiliteitsplan, er werden stadsdebatten georganiseerd voor de opmaak van het nieuwe beleidsplan ruimte, het label kind- en jeugdvriendelijke stad werd behaald, er werd een open fietscongres georganiseerd en onder de noemer ‘boost je buurt’ werd een impuls gegeven aan buurtinitiatief.
Doorheen het hele traject kon iedereen deelnemen aan de verschillende projecten en sessies. Het platform richtte zich in de eerste plaats op inwoners maar afhankelijk van het thema of project werden ook experts, organisaties, middenveld, enz gericht aangesproken. Idee-indieners werden ook ondersteund en aangemoedigd om zelf verder initiatief te nemen. Cocreatie betekent nu éénmaal niet dat een burger een voorstel doet en vervolgens alles aan de Stad overlaat.
Voor ondernemers ontstond een afzonderlijk traject ‘de toekomstmakers’. 3 keer per jaar komen Brugse beslissingsnemers samen om te luisteren naar ambitieuze en innovatieve projecten van collega’s uit Brugge.
Door de toekomst van Brugge kwam er een cocreatieve dynamiek op gang in Brugge en werden projecten gerealiseerd die voorheen niet zo evident waren. Bijv. zwemmen in de reien, een pop-up bar in een openbaar park, een samenwerking over de netten en sectoren heen in het onderwijs om naschoolse activiteiten op het programma te zetten, mensen die actief meedachten en vooral meewerkten aan projecten en aan het beleid...
Tegelijk was dit ook een proces van trial en error dat enkele spanningsvelden blootlegde. Heel wat ideeën waren opdrachten voor de stad terwijl vooral burgerinitiatief of samenwerking werd beoogd. Soms ging het om mooie, kleine ideeën die snel gerealiseerd konden worden als we onze procedures maar een beetje ‘loslieten’ tot grote projecten waarvoor budget- en beleidskeuzes gemaakt moeten worden. Die konden uiteraard niet altijd gerealiseerd worden of nemen wat tijd in beslag. Niet iedereen kon daar (onmiddellijk) begrip voor opbrengen. Participatie is een wederzijds leerproces.
Er geen apart projectbudget beschikbaar om dit soort projecten te ondersteunen en was het een hele klus om reguliere budgetten te heroriënteren naar burgerprojecten. Dit kon enkel wanneer het voorstel vrij goed in lijn lag van de reeds bestaande doelstellingen.
Het ondersteunen van burgerinitiatief vergt af en toe wat out of the box denk- en doewerk voor het bestuur en de administratie. Bestaande werkwijzes of procedures worden dus snel op scherp gesteld. Het is ook op dat vlak een enorm leerproces om (nog) meer vanuit de inwoner te denken en te handelen.
Participatie werd ondertussen structureel onderdeel van de strategische cel waar nu vooral wordt ingezet op het structureel verankeren van de basisprincipes van participatie in de hele organisatie en het voorzien van instrumenten om burgerparticipatie te bevorderen, bijvoorbeeld door het voorzien van een duidelijk overzicht van de lopende projecten en participatiemogelijkheden, een aanspreekpunt en het ontwikkelen van een burgerbudget. Zo wordt het experimentele participatieplatform een structureel onderdeel van de stadsorganisatie. Maar met nog volop nood en ruimte om te leren en te experimenteren.
Waar traditionele infoavonden vooral een publiek van middelbare leeftijd aanspreken, kwamen opvallend meer jonge mensen en vrouwen op dit traject af. Hoofdzakelijk middenklasse en hoger opgeleid.
Voor specifieke projecten zoals rond de toekomstplekken werd naar de buurt zelf gegaan, bij voorkeur naar een evenement dat sowieso reeds plaatsvond (bijv. een rommelmarkt). Op die manier is het bereik groter en diverser.
In de structurele participatie-aanpak van de stad Brugge worden extra inspanningen gedaan om kansengroepen te bereiken. De netwerkende skills van ambtenaren met organisaties, sleutelfiguren en nieuwe burgerbewegingen (denk aan youth for climate, Bruges united against racism) worden daarin steeds belangrijker. Maar het blijft zoeken en proberen om een zo groot en divers mogelijk bereik te hebben.
Ine Plovie – ine.plovie@brugge.be – 050/448126
Budget van 25.000 euro per jaar – afhankelijk van projecten en prioriteiten ook cofinanciering vanuit andere diensten.
Vanaf 2021: 240.000 euro voor het burgerbudget.