Auteur: Jan Leroy
Gepubliceerd op: 18-01-2023
De Vlaamse regering nam op 13 januari akte van het eindrapport van de Commissie Decentralisatie. Die besprak in de tweede helft van 2022 in negen thematische werkgroepen (één per Vlaamse minister) een reeks voorstellen om bevoegdheden te decentraliseren naar de lokale besturen, of te schrappen in uitvoeringsregels of planlastverplichtingen.
De besprekingen gebeurden op basis van een lijst met 61 voorstellen, waarvan negen afkomstig waren van de VVSG. De andere waren door de Vlaamse regering ingediend. De VVSG gaf eerder al aan positief te staan tegenover dit debat, maar had wel gewaarschuwd voor een verdoken besparingsoperatie wanneer bij een bevoegdheidsoverdracht niet ook de nodige middelen meekomen. De ervaring die de Nederlandse gemeenten hebben met de decentralisatie van een pak bevoegdheden op het vlak van zorg is voor de VVSG immers niet voor herhaling vatbaar.
Uiteindelijk was er een akkoord om acht decentralisatievoorstellen niet verder te behandelen. Daarnaast werden er tien in de loop van de besprekingen aangepast. De rest kwam ongewijzigd in het eindrapport.
Zo is er het engagement om te werken aan maximale planlastvermindering voor intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor bovenlokaal cultuurbeleid of cultureel erfgoedbeleid. Verder is er een akkoord om te werken aan een beter digitaal instrumentarium voor de organisatie van kermissen, met een eenmalige gegevensopvraging. Lokale besturen krijgen een sterkere rol op het vlak van arbeidsmarktbeleid. Er werd ook afgesproken dat gemeenten een grotere rol kunnen krijgen in de vergunningsprocedure van een schoolinfrastructuurproject met het oog op een maximaal multifunctioneel gebruik van onderwijsgebouwen. De Vlaamse overheid en de gemeenten gaan ook samen onderzoeken of het jaarlijks aanleveren van het vergunningenregister nog zinvol is. Er wordt verder bekeken of de inkomsten uit de handhaving door de gemeenten op het vlak van o.a. milieu en afval naar de lokale besturen kunnen terugvloeien. In de sector mobiliteit en openbare werken is er de afspraak om te werken aan meer coherentie van de verschillende subsidielijnen richting lokale besturen en de frequente projectoproepen zo veel mogelijk te vervangen door structurele financiering.
Het is de bedoeling dat de komende maanden verder wordt gewerkt om de vele afspraken uit te voeren. Eind 2023 volgt een nieuwe evaluatie met een stand van zaken.