Auteur: Jan Leroy
Gepubliceerd op: 12-02-2021
De financieringsstroom van 121 miljoen euro per jaar van de RSZ naar de pensioenen van de lokale besturen valt stil. Het bedrag staat, in tegenstelling tot de voorbije drie jaar, niet in de federale begroting. Minister Lalieux is wel van plan dit opnieuw aan te kaarten bij de begrotingscontrole, zo zegt ze in een brief aan de VVSG.
De voorbije drie jaar ging er telkens 121 miljoen euro van de algemene sociale zekerheid naar het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de lokale besturen. Het geld was afkomstig van de loonmatigingsbijdrage betaald op de lonen van de statutairen van de lokale besturen en het ging dus niet om een puur federale steun aan de lokale pensioenfactuur. Die 121 miljoen euro is goed voor circa 4% van de totale uitgaven voor pensioenen van statutairen van lokale overheden.
De ministerraad moet het bedrag jaarlijks bij KB vaststellen, en het bovendien indexeren, zo zegt de wet van 30 maart 2018. Dat is voor 2021 nog niet gebeurd, en nu blijkt dat het bedrag zelfs niet is ingeschreven in de federale begroting. Niet alleen legt de regering daarmee een wettelijke verplichting naast zich neer, bovendien wordt de lokale pensioenproblematiek er nogmaals door verzwaard, net op het moment dat de federale regering in haar regeerakkoord had aangekondigd te willen werken aan een fundamentele oplossing. Over het schrappen van deze financieringsbron stond in het regeerakkoord in elk geval niets vermeld. De 121 miljoen euro minder ontvangsten kunnen later dit jaar ook leiden tot thesaurieproblemen bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds, waardoor het verplicht wordt tijdelijke financiering te zoeken op de markt.
De VVSG gaat ervan uit dat de federale regering dit bij de komende begrotingscontrole alsnog rechtzet. Ze zal dit ook formeel vragen aan de verschillende betrokken ministers. Tegelijkertijd dringt de VVSG er bij minister Lalieux op aan om snel werk te maken van de beloofde analyse ten gronde, uiteraard in overleg met de lokale besturen.