Auteur: Marijke De Lange
Gepubliceerd op: 20-06-2020
In tegenstelling tot andere overheidsniveaus en de private sector staan de lokale besturen in België volledig zelf in voor de financiering van de pensioenen van hun statutaire personeelsleden. De meeste besturen hebben deze uitgaven gesolidariseerd door zich vrijwillig aan te sluiten bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (GPF-PPO). Sinds 2012 is elk nieuw lokaal bestuur verplicht aangesloten.
Elk jaar stelt de federale regering na advies van het Gesolidariseerd Pensioenfonds de basisbijdragevoet op het salaris van de statutair aangestelde personeelsleden vast, die voor de eerstkomende drie jaren nodig is om de pensioenuitgaven van dat jaar te dekken (omslagsysteem). Een derde van de besturen betaalt bovenop de basispensioenbijdrage een responsabiliseringsbijdrage. Voor het jaar 2022 besliste men vorig jaar al dat de basisbijdragevoet na zes jaar stabiliteit, opgetrokken wordt met 1,5% naar 43%, waarvan 35,5% werkgeversbijdrage en 7,5% persoonlijke bijdrage (KB 29.11.2019).
De lokale besturen die zich van oudsher bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds hadden aangesloten, hebben reserves opgebouwd die sinds enkele jaren ingezet worden om de basisbijdragevoet te milderen. Ook in 2022 ontvangen deze zogenaamde ex-pool 1-besturen een korting van 3% op de basispensioenbijdrage, zodat ze een effectieve werkgeversbijdrage van 32,5% betalen.
De juridische basis is het koninklijk besluit van 11 juni 2020 in uitvoering van de Financieringswet Lokale Ambtenarenpensioenen van 24 oktober 2011, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juni 2020. Inforum nr. 260992.
Voor meer informatie over de ambtenarenpensioenen kan je terecht op onze overkoepelende pagina.