Auteur: Erwin Debruyne
Gepubliceerd op: 20-10-2022
Door de energiecrisis zijn de lokale besturen vragende partij om op korte termijn meer energie te besparen. Interactieve verledding zorgt al in toenemende mate voor energiezuiniger openbare verlichting die meer op maat kan worden ingesteld (*), maar nu overwegen veel lokale besturen ook tijdelijke acties zoals het volledig doven van de openbare verlichting. Steden en gemeenten kunnen daar zelf voor kiezen. Binnen welke kaders kan dat gebeuren, en wat zijn de aandachtspunten?
Veiligheid en aansprakelijkheid
Als wegbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid op haar grondgebied. Verlichting is daarbij geen absolute verplichting, wel een van de aspecten die de gemeente mee in overweging moet nemen om te bepalen hoe de verkeersveiligheid op de openbare wegen kan gewaarborgd worden. (De bestaande normen voor wegverlichting gelden als regels van goed vakmanschap, maar zijn op zich niet juridisch bindend.) Voor de locaties waar ze de openbare verlichting wil doven, moet de gemeente nagaan of daardoor geen abnormaal gevaarlijke situatie wordt gecreëerd voor een normaal voorzichtig weggebruiker. Om de verkeersveiligheid te waarborgen, kan het in dat geval bijvoorbeeld aangewezen zijn om bijkomende maatregelen te nemen zoals de installatie van extra verkeersborden, signalisatie, actieve wegmarkeringen, reflectoren en dies meer. Ook een heldere en brede communicatie aan de inwoners over de nieuwe situatie is aangewezen.
Neemt een lokaal bestuur dergelijke maatregelen niet, dan kan de aansprakelijkheid van de wegbeheerder bij eventuele schadegevallen worden ingeroepen en in het gedrang komen. De beslissing om te doven moet dus weloverwogen zijn, en mag niet enkel ingegeven zijn door financiële overwegingen.
Wat met gewestwegen?
Voor het doven van openbare verlichting op gewestwegen die een gemeente doorkruisen, moeten de mogelijkheden op het terrein worden bekeken in overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), dat de gewestwegen beheert. Voor die verlichtingsinstallaties die het AWV zelf beheert, kan de sturing worden losgekoppeld van die van netbeheerder Fluvius; de verlichting kan daar blijven branden volgens de richtlijnen van de bevoegde minister en het AVW. Andere verlichtingsinstallaties langs gewestwegen worden door Fluvius beheerd in naam van de lokale besturen. Is dat het geval, dan zullen bij een beslissing tot doven ook die installaties mee gedoofd worden. Het lokale bestuur zal hierover eerst moeten overleggen met wegbeheerder AWV.
Praktijkvoorbeelden en ervaringen
Een overzichtskaart geeft een zestigtal lokale besturen weer die nu voor volledig doven hebben gekozen, en ook een aantal lokale besturen waar meer dan 80% van de openbare verlichting al langer gedoofd is. Onder die laatste bijvoorbeeld Heuvelland en Oostkamp, die de beslissing eerder al namen uit uiteenlopende overwegingen (o.a. ook met het oog op een goed beheer van de biodiversiteit op het grondgebied). Bekijk en beluister hier hun ervaringen. Meer informatie is ook te vinden bij het Kennisplatform Openbare Verlichting van de provincie West-Vlaanderen, waar 39 gemeenten al langer verlichting doven en 14 gemeenten dimmen.
Lokale besturen kiezen zelf
De beslissing en verantwoordelijkheid voor het al dan niet doven van openbare verlichting op het eigen grondgebied liggen bij de lokale besturen. Fluvius staat in voor het beheer van het openbareverlichtingsnet en biedt de gemeenten verschillende opties aan om te doven. De lokale relatiebeheerders van Fluvius kunnen een betekenisvolle rol opnemen in de communicatie met de lokale besturen en waar nodig in het overleg met andere wegbeheerders.
Tot slot nog dit: volgens een nieuw onderzoek van HLN heeft 55 procent van de gemeenten beslist de straatverlichting 's nachts te doven, terwijl 28 procent daarover nog in overleg is en twaalf procent zegt het niet te zullen doen.
(*) 33% van Vlaanderen is intussen verled. Van die 33% - het gaat om 400.000 toestellen – is de helft interactief.