Auteur:

Gepubliceerd op: 12-10-2022

Vorige vrijdag 7 oktober keurde de Vlaamse Regering een besluit goed met maatregelen om de Vlaamse Woningmarkt tijdens de energiecrisis te ondersteunen.

Door de sterk verhoogde energieprijzen is het niet ondenkbaar dat huurders de woonkost niet langer kunnen dragen, waardoor mogelijk meer mensen beroep doen op het OCMW omwille van huurachterstal. De Vlaamse Regering versterkt dan ook het  Fonds  ter  bestrijding  van  uithuiszettingen (FBU) door een aantal modaliteiten te wijzigen. Deze wijzigingen komen er onder andere op basis van de evaluatie door Steunpunt Wonen.  

Tijdelijk hogere tussenkomst

  • Tot 1 april 2023 zal het OCMW een hogere forfaitaire vergoeding bij de start van de begeleiding ontvangen. Die vergoeding bedraagt tot dan 400 euro.
  • Het tussenkomstpercentage bij de start van de begeleidingsovereenkomst wordt tijdelijk opgetrokken van 25% naar 45%. De tweede tussenkomst na goede uitvoering van de begeleidingsovereenkomst kan hierdoor worden beperkt tot 15% van de huurachterstal. De tussenkomst is gekoppeld aan de  ondertekening van de begeleidingsovereenkomst met de huurder waarin het  afbetalingsplan van de achterstallige huurgelden wordt afgesproken.

Na 1 april 2023 worden deze aanpassingen geëvalueerd.

Ook voor SVK-huurders

Een belangrijke wijziging is dat ook de huurders van een woning van het sociaal verhuurkantoor in aanmerking komen voor ondersteuning van het fonds ter bestrijding van uithuiszettingen. (Eens de woonmaatschappij is opgericht geldt dit uiteraard voor de huurders van een woning die de woonmaatschappij heeft ingehuurd op de private huurmarkt en sociaal doorverhuurt).

Andere gewijzigde modaliteiten

Verder wordt er meer ruimte en verantwoordelijkheid aan het OCMW gegeven om het Fonds ter bestrijding van uithuiszetting in te zetten:

  • De voorwaarde dat de huurachterstal minstens twee keer de huurprijs moet bedragen en maximaal zes maal de huurprijs, om in aanmerking te kunnen komen voor een tussenkomst van het FBU wordt opgeheven.
  • Het OCMW krijgt iets meer tijd, namelijk tot 10 werkdagen, om de helft van de huurachterstal te betalen aan de verhuurder.
  • Het OCMW krijgt meer vrijheid om de mate en de wijze van terugbetaling door de huurder  te  bepalen: in de begeleidingsovereenkomst kan in samenspraak tussen de drie partijen afgesproken worden hoe de terugbetaling van de huurachterstal zal verlopen. 
  • Enkele elementen van de begeleidingsovereenkomst werden aangepast.

Het OCMW is het best geplaatst is om te bepalen wanneer een beroep kan worden gedaan op het Fonds ter bestrijding van de uithuiszetting. Het OCMW beslist autonoom of het al dan niet een beroep doet op het Fonds. 

Enkele aanpassingen aan bijzondere sociale lening, huurwaarborglening en mijn verbouwpremie

Het besluit van de Vlaamse Regering regelt ook nog dat 

  • er een betalingsuitstel van zes maanden, verlengbaar met drie maanden, kan gegeven worden aan de ontlener van een bijzondere sociale lening en van de huurwaarborglening. Voorwaarde hiervoor is dat de ontlener kan aantonen dat hij ingevolge de uitzonderlijk hoge energieprijzen in betalingsmoeilijkheden zit.
  • voor de  mijn verbouwpremie de geïndexeerde inkomensgrenzen van de laagste inkomenscategorie met 10% worden opgetrokken zodat meer eigenaar-bewoners in aanmerking komen voor de hoogste premies.

Lees meer over het fonds ter bestrijding van uithuiszetting op de VVSG website.

Via de volgende linken lees je het

Deze wijzigingen gaan in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Het besluit verscheen in het Belgisch Staatsblad op 20 oktober 2022. 

Joris Deleenheer