2022Lokaal03 - Pluim.png
Provider image

Pluim, deze nieuwe naam geeft de veerkracht weer van de diensten thuiszorg in Herent en Kortenberg. Zij zorgen ervoor dat mensen zo lang mogelijk autonoom thuis kunnen wonen en houden een oogje in het zeil.

Sinds januari 2019 werken het welzijnshuis van Kortenberg en het sociaal huis in Herent samen op het vlak van gezinszorg, zo werden ze groot genoeg voor de nodige subsidie. Maar bij haar aantreden twee jaar geleden zag interimmanager Veerle Devogelaere dat die samenwerking tussen de diensten vooral op papier bestond. ‘Er was weinig overleg, er waren geen opvolgingscijfers.’ De naam Thuiszorg Herko stuitte haar meteen tegen de borst. ‘Ook de medewerkers waren er niet gelukkig mee, het leek wel of ze tot de politiezone behoorden!’ Op zoek naar rebranding kwamen tijdens de workshops eerst de missie, de visie en de body van de samenwerking aan bod. Veerle Devogelaere werkte met elke groep apart en koppelde vervolgens naar de andere terug. ‘Met die twee groepen kwamen we tot de nieuwe naam Pluim, want dat geeft hun veerkracht weer, hun flexibiliteit en wendbaarheid, zonder dat ze te zwaar op de hand zijn.’

 

Zolang mogelijk thuis

Ondertussen sloot ook de aanvullende thuiszorg, zeg maar de schoonmaakdiensten, aan bij Pluim, net als de schoonmaakdienst met dienstencheques van Kortenberg. Daardoor werken er nu bijna dertig mensen bij Pluim, ofwel twintig FTE. ‘Na de rebranding wilden we vooral als één geheel naar buiten treden, dus bieden we nu samen het hele gamma aan, van het huis schoonmaken tot lichte lichamelijke zorg zoals algemene lichamelijke hygiëne, maar ook boodschappen doen of het papierwerk overnemen, plus het sociale luik zoals samen met de cliënt het graf van een zus bezoeken of een broer in het woonzorgcentrum,’ vertelt Veerle Devogelaere. Zowel in Herent als in Kortenberg is er een lokaal dienstencentrum voor activiteiten overdag en in elke gemeente kunnen de mensen warm eten in het dorpsrestaurant. Pluim promoot deze dienstverlening, terwijl er omgekeerd voor Pluim reclame wordt gemaakt. ‘Als de mensen maar zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen,’ zegt Veerle Devogelaere.

 

Het hele gamma, van wieg tot graf

De maatschappelijk werker van Herent of Kortenberg luistert bij een hulpvraag naar het verhaal en naar wat er achter die vraag schuilt. Afhankelijk van wat er nodig is, wordt er iemand gestuurd voor het huishouden, maar het kan evengoed dat het adres van een kapper of pedicure wordt gegeven of dat de medewerker er mee naartoe gaat, zelfs als die kapper een dorp verder woont. ‘We ondersteunen de mensen om hun autonomie te bewaren. Als onze medewerkers komen schoonmaken, klussen of koken, proberen ze dat samen met de cliënt te doen en niet alles over te nemen. Zo blijven mensen zich nuttig voelen en behouden ze een zinvolle dagbesteding.’

De mantelzorg blijft zoveel mogelijk ingeschakeld. ‘Doet de buurman al boodschappen, dan helpen we bijvoorbeeld enkel met koken. Gaat de dochter al met de cliënt op bezoek in het woonzorgcentrum, dan nemen we dat niet over.’ Veerle Devogelaere weet dat die hulp jaren kan duren, soms tot het overlijden, soms tot de verhuizing naar het woonzorgcentrum. ‘Toch hebben we ook jongere cliënten, mensen met een zware ziekte bijvoorbeeld of voor kraamzorg, al zijn andere organisaties daar bekender voor. Maar breekt een jonge moeder haar pols, dan kunnen wij regelen dat ze tijdens de revalidatieperiode thuis mee kan blijven zorgen voor de baby.’

 

Het vangnet van het OCMW

Wat de privéhulpverlening niet doet, nemen deze thuiszorgdiensten wel aan. Mensen die extra zorg nodig hebben, die lijden aan een verslaving of die in onhygiënische omstandigheden wonen, botsen op de grenzen van de privézorgverleners. ‘Wij bieden deze mensen dan wel een vangnet aan,’ zegt Veerle Devogelaere. ‘We zoeken naar een oplossing. Dikwijls is dit heel intensief en totaal niet winstgevend, maar openbare besturen zien het wel als hun opdracht om dat laatste vangnet te zijn. Dat is van groot belang, want in welke situatie komen deze mensen anders terecht?’

Veerle Devogelaere ziet de medewerkers hun werk met hart en ziel doen. ‘Als ze iets zien dat niet helemaal klopt, rapporteren ze dat ook meteen. Dat kan gaan van materiële dingen zoals een zetel vol urine of een kapotte wasmachine tot behoefte aan financiële steun. Het OCMW-netwerk is heel ruim, cliënten kunnen er terecht voor budgetbegeleiding. Onze medewerkers helpen ook bij rechtenuitputting en als die rechten zijn opgebruikt, schakelen ze de sociale dienst in. Die link is bijzonder belangrijk. Dat vangnet voor minderbedeelden is toch het grootste voordeel van een openbaar bestuur.’ De schepenen Wim Moons van Kortenberg en Liesbeth van Hemelrijck van Herent staan dan ook achter Pluim. ‘We voelen ons door hen gedragen,’ zegt Veerle Devogelaere. ‘Ze willen op de hoogte worden gehouden en als er een probleem dreigt, zijn ze niet te beroerd om te komen kijken wat ze kunnen doen.’

 

Over het muurtje

De opdracht via CC Consult van Veerle Devogelaere wordt telkens met twee maanden verlengd. ‘Ik hoop stiekem dat ik toch nog even mag blijven, want de dienst kan nog stabiliteit gebruiken. Ik vertrek liever als iedereen op zijn plaats zit. Al zijn we al goed op weg en hebben we tot nu toe een mooi parcours afgelegd.’ Ondanks corona verliep de samenwerking vlot, de gezamenlijke folder ligt er, ze hebben samen voor de foto geposeerd. ‘Dat geeft een band, door corona gaat het om zulke kleine dingen, we konden geen groot feest geven.’ De uitwisseling kan nu verder groeien. Zo blijft iedereen nog te veel op het eigen grondgebied. ‘We kunnen veel meer over het eigen muurtje kijken en elkaars behoeften aanvullen.’ Samen opleidingen volgen staat hoog op het verlanglijstje van Veerle Devogelaere. ‘Door corona gebeurt het apart, maar het is interessanter om samen een opleiding over dementie te volgen of dat er iemand binnen Pluim in de toekomst een expert wordt zoals een referente dementie, woonzorg of mondhygiëne, wat zo belangrijk is voor het algemeen welzijn van een persoon. Dan komt Pluim steviger in de markt en kunnen de medewerkers hun talenten verder ontplooien. Medewerkers die nieuwe talenten kunnen ontwikkelen, zie je vaak openbloeien en dat goede gevoel straalt ook af op de cliënten. De mensen zijn het goud van onze organisatie en we moeten ze in de watten leggen. Het zijn echt toppers. Ik draag ze allemaal op handen.’ —

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 03 | 2022