Hanne Couckuyt van SAAMO, het vroegere Samenlevingsopbouw, legt uit dat de gemeente Zelzate en SAAMO samen inzetten op het thema ‘gezond wonen’. ‘Debbautshoek is een buurt met hoge kwetsbaarheid, waar een sterk gevoel van achterstelling heerst. Gezond wonen is een thema dat iedereen aanspreekt en dat een positieve dynamiek op gang kan brengen.’ Het gaat dan zowel over het binnenmilieu van de woning als over de kwaliteit van de directe omgeving.
‘Samen met LOGO Gezond+ ontwikkelden we een mobiele demowoning. Daarmee stonden we op verschillende plaatsen in de wijk om met (kwetsbare) buurtbewoners te praten. Via de verdeling van woonmeters waarmee de luchtvochtigheid in huis gemeten kan worden, konden we sensibiliseren over ventileren en verluchten in de woning bij maatschappelijk kwetsbare mensen. Voor wie structurele problemen aan zijn woning had en daar iets aan wou doen, maakten we een afspraak bij Woonwijzer Meetjesland.’ In samenwerking met de gemeente organiseert Woonwijzer een wekelijks zitmoment in Zelzate. De organisatie informeert en adviseert mensen met vragen over of problemen met huisvesting en energie.
Voor het luik van de woonomgeving is samen met de buurtbewoners gewerkt aan een buurt die aanzet tot meer ontmoeting, ontspanning en beweging. Zo zijn via een participatietraject met de buurt vier groene plekken en het centrale plein in Debbautshoek heringericht. Er zijn extra zitbanken en picknickbanken geplaatst om ontmoeting in de hand te werken. Op andere plekken is gekozen voor meer groen en bloemen, of voor fietstrappers aan de banken en fitnesstoestellen om beweging te stimuleren. Voor de kinderen en jeugd in de buurt zijn er onder andere schommels, trampolines, grondspelletjes, speeltuigen en voetbalgoals geplaatst.
Ook in Brugge grepen ze de mogelijkheden van projectmiddelen met beide handen aan. De stad heeft in het eerste jaar van het project ingezet op de wijk Sint-Pieters, op basis van de indicatoren uit de kansarmoedeatlas een van de meest kwetsbare buurten van Brugge. In het tweede jaar werd de Molenwijk er specifiek uitgepikt, een sociale woonwijk in Sint-Pieters. Het project kon rekenen op de ondersteuning van Peter Dierinck (Te Gek!?), grondlegger van het kwartiermaken in Vlaanderen. Met de middelen uit de projectoproep van de VVSG betaalde de stad Brugge de vzw Covias om de methodiek ‘kwartiermaken’ in de praktijk te brengen. Covias is een zorgorganisatie met een aanbod met betrekking tot langdurige zorg en activering in de geestelijke gezondheidszorg.
Anneleen Decuyper van Covias vertelt: ‘Het opzet is om de samenleving gastvrijer te maken voor psychische kwetsbaarheid. Daarvoor wordt ingezet op vier pijlers: gastvrije plaatsen creëren, verbindingen tussen mensen maken, taboedoorbrekend werken en participeren vanuit de buurt. Kwartiermaken is een visie waar doelbewust buiten de klassieke GGZ-lijntjes wordt gekleurd. Een tandem van een klassieke hulpverlener en een ervaringswerker zette in Sint-Pieters allerlei initiatieven op om buurtbewoners dichter bij elkaar te brengen en het thema psychische kwetsbaarheid bespreekbaar te maken. Daarvoor werden heel veel contacten met buurtbewoners gelegd. De kwartiermakers maakten verbindingen tussen buurtbewoners, het verenigingsleven, buurtcentra en hulpverlening. Binnen de Molenwijk werd, samen met bewoners, een sociaal-artistiek fotoproject uitgewerkt waar krachten en kwetsbaarheden van buurtbewoners centraal stonden. Dat zette een nieuwe sociale dynamiek in de wijk in gang.’
Het thema van psychische kwetsbaarheid blijft daarbij op de achtergrond. ‘We spreken mensen aan omdat we graag iets doen met en voor de buurt. In de gesprekken peilen we naar tevredenheid en sociale isolatie. Vervolgens polst de kwartiermaker met vragen als: Ken je iemand met psychische kwetsbaarheid, of heb je er zelf ervaring mee?’, legt Anneleen Decuyper uit. ‘Op deze manier bereik je veel mensen die nog niet begeleid of zelfs gekend zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg.’ In een kwetsbare buurt als de Molenwijk is er eigenlijk geen opdeling te maken tussen psychisch kwetsbaar of niet. Iedereen heeft wel een ervaring met kwetsbaarheid en iedereen heeft ook zijn krachten. Daarom is gekozen om met de hele wijk te werken en geen onderscheid te maken tussen buurtbewoners.
Welke inzet van het lokaal bestuur?
Om een duurzame buurtwerking op te zetten is de inbreng van het bestuur en de gemeentelijke diensten doorslaggevend. Eerst en vooral is er de investering in een opbouwwerker of buurtwerker en wat werkingsmiddelen om een dynamiek in een buurt te brengen. Daarnaast is er de inhoudelijke betrokkenheid. In Zelzate is er een prima samenwerking met verschillende gemeentediensten. De groendienst denkt mee na over de indeling en de aanplanting van de pleinen, de technische dienst voerde verfraaiingswerken uit op de pleinen of installeerde de nieuwe aankopen zoals de picknickbanken, de sport- en jeugddienst zijn nauw betrokken bij de aankoop van de sporten speeltuigen en het actieve gebruik van de vijf pleintjes… Daarnaast toont ook het bestuur aan mee te zijn met het verhaal. De opbouwwerker vangt allerlei signalen op en dan is het belangrijk dat de mensen voelen dat hun signalen en bekommernissen opgepikt worden door het bestuur. Zo volgen verschillende schepenen en gemeentediensten de lokale stuurgroep in Debbautshoek mee op.
De stad Brugge heeft Covias zeer veel tijd en speelruimte gegeven. Dat was nodig om samen met de buurt te kunnen invullen wat ‘kwartiermaken’ kan zijn. De stad besliste zelfs haar welzijnssubsidie, die verdeeld werd onder verschillende GGZ-organisaties, voor de lopende legislatuur integraal aan Covias toe te kennen. Het doel is kwartiermaken te bundelen in één fonds om er zo ook in andere buurten mee van start te gaan.
Met belangrijke voordelen
Door vanuit de buurtgerichte methode te vertrekken is de werking gegroeid vanuit de noden en vragen van de buurtbewoners. Gaandeweg krijgen trekkers zo een beter zicht op wat er mogelijk is in een buurt. Welke inbreng is er te verwachten van partners, gemeentediensten en buurtbewoners? Wat zijn zaken die leven in de buurt? De tijd nemen om de buurt goed te leren kennen maakt het mogelijk een werking op te bouwen met duurzame resultaten, zowel in bereik als in effect.
Een ander voordeel van een buurtgerichte werkwijze is dat het makkelijker wordt er lokaal partners bij te betrekken. Professionelen leren elkaar kennen, gewoon als mensen onder elkaar, samen actief in de buurt. Zo wordt de drempel veel lager voor bijvoorbeeld de wijkagent om de mensen van Covias te contacteren, wanneer hij vanuit zijn functie vermoedens heeft van sociaal isolement of psychische kwetsbaarheid.
Ten slotte worden de initiatieven veel toegankelijker door ter plaatse te gaan. De mobiliteit van mensen kan immers erg beperkt zijn. Voor mensen zonder eigen auto, maar met een aantal fysieke problemen of simpelweg te weinig fut en zelfvertrouwen is een buurtcentrum drie kilometer verderop toch nog te ver. De leefwereld van sommige mensen wordt zo erg klein. Een sociale activiteit op wandelafstand van hun deur is dan heel betekenisvol.
Maar ook zaken die extra aandacht vragen
De invalshoek in Zelzate is gezond wonen. Als buurtwerkers met mensen praten, komen er ook allerlei andere vragen, frustraties en knelpunten naar boven. Gelukkig beschikt SAAMO over een ruim netwerk aan partners, waarnaar ze voor die andere vragen en problemen kunnen doorverwijzen. Maar dat vraagt ook tijd, geeft Hanne Couckuyt aan. ‘Soms lijkt het gemakkelijker om in een bureautje apart, weg van de wijk, rustig aan je eigen project te kunnen werken. Als je midden in de wijk werkt, komen er allerlei randzaken op je af.’
Een andere moeilijkheid is de evenwichtsoefening wanneer zo’n project opgezet wordt voor één kwetsbare buurt. Het is niet mogelijk om de werking zomaar uit te breiden naar een andere buurt. Elke buurt heeft haar eigen kenmerken en dynamiek en dus ook een eigen traject naar een meer zorgzame en inclusieve buurt. De ervaring uit één buurt kan andere buurten wel helpen en inspireren om ook aan de slag te gaan.
Duurzame langetermijneffecten
De resultaten van een zorgzamere buurt zijn moeilijk in cijfers uit te drukken. Zowel in Brugge als in Zelzate hebben de buurten nieuwe sociale impulsen gekregen. In Zelzate is duidelijk te zien dat de heringerichte pleintjes meer gebruikt worden. Er is meer beweging en ontmoeting in de wijk. Maar het effect gaat verder. Vanuit het gemeentebestuur gaat er meer aandacht en beleid naar de wijk. Er is meer onderhoud, de gemeente organiseert er meer activiteiten, bijvoorbeeld een seizoensmarkt, er is handelaarsoverleg gestart… Dankzij het nieuwe ontmoetingshuis als uitvalsbasis voor verschillende diensten in de wijk is er ook op langere termijn meer ondersteuning aanwezig.
In de Molenwijk in Brugge zijn er allerlei nieuwe verbindingen gemaakt tussen mensen. Het sociaal-artistiek project plantte een zaadje dat een warme buurt doet opbloeien dankzij een groep van een tiental bewoners die zich verder willen engageren. Zo zal de sociale wasserette in de wijk uitgebouwd worden tot een buurthuisje, van en voor de bewoners van de Molenwijk. Kwartiermaker Filip Loobuyck getuigt: ‘De wijk is in beweging gekomen door het fotoproject. Er is enthousiasme bij vrijwilligers om zich verder in te zetten voor de wijk, iets dat er vroeger niet was.’ Maar ook Covias zelf is veranderd. Zo vertelt Anneleen Decuyper: ‘Het activeringsaanbod wordt nu anders georganiseerd. We laten de klassieke, eigen locaties los (oorspronkelijk dagactiviteitencentra) om ons te verspreiden over gastvrije, reguliere locaties in de stad. Dus buiten de GGZ-muren.’ —
Gorik Zelderloo is VVSG-projectmedewerker preventie gezondheidsongelijkheid
Voor Lokaal 04 | 2022
Wil jouw lokaal bestuur zelf ook werken aan zorgzame buurten? Voor meer informatie en ondersteuning bij jouw project Zorgzame buurten kun je terecht bij Dany Dewulf, VVSG-stafmedewerker Inclusie en vermaatschappelijking van zorg.