2022Lokaal03 - Leefbare buurten.png
Provider image

Studenten uit de bachelor Maatschappelijke Veiligheid van Hogeschool VIVES verzamelden de afgelopen jaren unieke data over verschillende aspecten van het leven in twintig buurten van negen steden en gemeenten. Het Expertisecentrum Sociale Innovatie wil op basis daarvan het aanpassingsvermogen van buurten aan globale uitdagingen in kaart brengen. Dat moet een bruikbaar instrument opleveren waarmee lokale beleidsvoerders de ‘veerkracht’ van een buurt kunnen versterken.

Een van de belangrijkste taken van lokale besturen is de openbare orde en veiligheid van hun inwoners verzekeren. Dit omvat zowel fysieke als sociale veiligheid. Fysieke veiligheid verwijst naar bescherming tegen leed door ongevallen of door incidenten van niet-menselijke oorsprong, zoals brand en overstroming. Sociale veiligheid behelst bescherming tegen leed door menselijke factoren, zoals misdrijven, overtredingen en overlast. De beschermingstaak is de laatste decennia steeds complexer geworden, in het bijzonder door processen van globalisering en digitalisering, door de toenemende klimaatveranderingen en de recente pandemie.

Een stad of gemeente is bovendien geen uniform geheel, sommige buurten zijn beter uitgerust en opgewassen tegen die uitdagingen dan andere. Dat maakt het voor lokale besturen nog complexer. Zij hebben meer dan ooit goede data op buurtniveau nodig. De data die de VIVES-studenten verzamelden, illustreren de uiteenlopende impact van globale processen op buurtniveau. De buurten diversifiëren bijvoorbeeld elk op een eigen manier; sommige verouderen, andere verjongen, de meeste herbergen een steeds grotere waaier van culturele achtergronden en nationaliteiten. Hoe beleidsmakers maar ook burgers met deze en andere kenmerken van de buurt omgaan, kan de impact van globale uitdagingen verscherpen of net verzachten.

 

Het aanpassingsvermogen van buurten in kaart

Veerkracht impliceert aandacht voor zowel sociale als ruimtelijke aspecten van de buurt, en vooral voor de interactie tussen beide. Het kan op die manier bijvoorbeeld de tweedeling tussen fysieke en sociale veiligheid overbruggen die de veiligheidspraktijk nog steeds beheerst. De uitdagingen van vandaag (en morgen) zijn zowel sociaal als fysiek, en vooral complex en onderling gerelateerd. Veerkracht situeert zich als concept op het kruispunt van verschillende disciplines. Het leent zich daarom goed om de interdisciplinaire kennis die we nodig hebben in de omgang met maatschappelijke uitdagingen samen te brengen.

De afgelopen jaren zijn al uiteenlopende instrumenten ontwikkeld om buurten te versterken, in het bijzonder om zogeheten zorgzame buurten te creëren. Het concept ‘zorgzame buurt’ vond het voorbije decennium een sterke bijval in het Vlaamse welzijns- en zorgbeleid. Het wordt ingezet in een streven naar een grotere vermaatschappelijking van de zorg, nu blijkt dat de overheid de complexe zorgvraagstukken niet meer alleen kan oplossen. Een zorgzame buurt is een buurt waar mensen, ongeacht hun leeftijd of zorgbehoefte, comfortabel in hun huis of vertrouwde buurt kunnen blijven wonen. Ze ondersteunt de zelfredzaamheid van haar inwoners, de zorgkracht van de persoonlijke netwerken en de lokaal verankerde sociale infrastructuur.

De notie van een veerkrachtige buurt sluit hier goed bij aan, maar het begrip is een stuk ruimer. Het niveau van zorgzaamheid is maar één puzzelstukje in het aanpassingsvermogen van buurten. Zorgzame buurten bieden een antwoord op ontwikkelingen zoals vergrijzing en groeiende eenzaamheid. Of en hoe de buurt voorbereid is op klimaatveranderingen en op de digitalisering, is moeilijker te beoordelen. De overstromingen in de Ardennen leerden dat lokale sociale infrastructuur, een sterke verbondenheid en netwerken in de buurt niet volstaan om zo’n ongeziene uitdaging het hoofd te bieden, er zijn ook netwerken en relaties buiten de grenzen van de buurt nodig, met bijvoorbeeld lokale, regionale en nationale overheden, met bedrijven en internationale organisaties. Zorgzame buurten formuleren ook niet noodzakelijk een antwoord op de uitdagingen die met de toenemende socioculturele diversiteit in vele steden en gemeenten gepaard gaan. Uit de verzamelde data, blijkt bijvoorbeeld dat in een van de buurten waar de onderlinge solidariteit hoog is, tolerantie voor diversiteit juist zeer laag is. Deze ‘zorgzame buurt’ is minder veerkrachtig ten aanzien van een groeiende diversiteit. Het begrip ‘veerkrachtige buurt’ impliceert in die zin een hoog niveau van tolerantie en het benutten van de kansen die diversiteit biedt.

In de literatuur bestaan al verschillende manieren om het concept ‘veerkracht van een buurt’ meetbaar te maken door het in een aantal dimensies op te delen. De universiteit Antwerpen ontwikkelde in 2018 op vraag van de provincie Antwerpen bijvoorbeeld een veerkrachtmonitor voor dorpen. Momenteel vergelijkt het Expertisecentrum Sociale Innovatie de bestaande literatuur met de verzamelde data van de studenten. De gegevens vallen voorlopig onder drie overkoepelende dimensies (zie figuur). De eerste omvat een omgevingsanalyse van de buurt met aandacht voor het demografische en socio-economische profiel van de bewoners, maar ook voor de openbare ruimte en voor ervaringen van buurtbewoners met onveiligheid en overlast. Een tweede dimensie brengt de aanwezige sociale infrastructuur oftewel het geheel aan formele en informele sociaalwerk- en zorgpraktijken in kaart. Het bespreekt ook de zorgkracht die aanwezig is in de burennetwerken en kijkt naar een aantal opvattingen en houdingen die een belangrijke impact hebben op de sociale cohesie in een buurt, met name het niveau van vertrouwen, solidariteit en tolerantie. Ten derde is er aandacht voor wat we ‘cocreatie’ noemen, wat verwijst naar het niveau van samenwerking tussen burgers, sociale organisaties en de lokale overheidsinstanties.

Deze drie dimensies hangen samen en maken het mogelijk de sterktes en zwaktes in het aanpassingsvermogen van een buurt in te schatten.

 

Peilen naar de subjectieve beleving van de buurt

Er bestaan op dit moment al veel cijfers en instrumenten om kenmerken van een buurt in kaart te brengen. Toch is de veerkrachtmonitor die het Expertisecentrum Sociale Innovatie aan het ontwikkelen is, om minstens twee redenen een waardevolle aanvulling op het bestaande instrumentarium.

Ten eerste wil de monitor verder gaan dan een buurtscan op basis van secundaire data; daarmee bedoelen we data gegenereerd door gegevens van uiteenlopende registers samen te brengen. Vlaamse steden en gemeenten kunnen zich nu al beroepen op ‘Provincie in Cijfers’ om bijvoorbeeld de leeftijdsverdeling, de migratieachtergrond en het socio-economisch profiel van bewoners tot op het niveau van buurten in kaart te brengen en daarmee de evoluties in buurten op te volgen. Maar met ‘Provincie in Cijfers’ krijg je geen zicht op de ervaringen, belevingen en attitudes van buurtbewoners en juist daaraan is de nood hoog. Tijdens de voorbereiding van dit artikel vertellen de stadsmariniers van Oostende ons: ‘Vooral subjectieve data interesseren ons. We hebben veel secundaire data over de buurt, maar hoe burgers hun buurt zien en beleven is zeker interessant.’

De veerkrachtmonitor wil aan die behoefte beantwoorden. Naast een buurtscan op basis van secundaire data moet de monitor het ook mogelijk maken de buurt te beschrijven op basis van data die rechtstreeks bij (een steekproef van) de bevolking worden verzameld. Het ontbreken van die primaire data die tot op het buurtniveau nauwkeurig zijn, is een belangrijk hiaat in het instrumentarium dat steden en gemeenten ter beschikking hebben. Er bestaan een aantal ‘monitors’ waarop ze zich kunnen beroepen om hun beleid vorm te geven, bijvoorbeeld de Veiligheidsmonitor of de Gemeente-Stadsmonitor. Die zijn bijzonder interessant, ook in het licht van het concept veerkrachtige buurt, maar ze meten op gemeentelijk of stedelijk niveau en laten helaas niet toe een onderscheid te maken naargelang de buurt.

 

Evalueren en vergelijken

De tweede reden waarom de veerkrachtmonitor zo belangrijk is, is dat lokale overheden er een gebruiksvriendelijk instrument mee in handen krijgen. Ze kunnen er de veerkracht van hun buurten niet alleen mee evalueren, maar ook vergelijken.

Nu is het Expertisecentrum Sociale Innovatie niet het enige dat zoekt naar een instrument om een buurtscan te maken op basis van zowel secundaire als primaire data. Onderzoekers van Thomas More bijvoorbeeld maakten in 2021 een mooi overzicht van de beschikbare data om ‘zorgzame buurten’ vorm te geven. Ze geven ook een praktisch overzicht van de verschillende manieren waarop lokale overheden zelf primaire data kunnen verzamelen bij buurtbewoners. Maar lokale overheden moeten op basis van dit overzicht wel nog zelf beslissen welke dimensies, data en indicatoren daarbij voor hen belangrijk zijn. Dit veronderstelt niet alleen nog veel studiewerk, het bemoeilijkt ook de vergelijkbaarheid. Een sterkte van de veerkrachtmonitor is precies het aanbieden van een ijkpunt.

De veerkrachtmonitor brengt de buurt in kaart met behulp van standaardindicatoren voor elk van de drie vermelde dimensies (omgevingskenmerken, sociale infrastructuur en sociale cohesie, cocreatie), steeds aan de hand van dezelfde methode. Deze monitor maakt dus wel vergelijkingen mogelijk, tussen buurten, maar ook in de tijd. Dit is bijvoorbeeld niet het geval voor de Duurzaamheidsmeter Wijken en bijbehorende quick scan die door de Vlaamse overheid in 2017 werd ontwikkeld en ook niet voor de ‘buurtscan’ van Vicinia uit 2018. Scores op deze scans zijn ‘goed’ of ‘slecht’, maar ze kunnen niet vergeleken worden met andere buurten en juist daaraan blijkt er behoefte te zijn, zoals ook de stadsmariniers van Oostende aangeven: ‘Om nuttig te zijn zouden data ook vergelijkbaar moeten zijn, er moet een soort objectieve standaard zijn waarmee we kunnen nagaan of de buurt nu beter of slechter scoort dan andere buurten in de stad, of in Vlaanderen.’

 

Stand van zaken

Het Expertisecentrum voerde al een overkoepelende analyse uit van de data die verzameld zijn in tien buurten in vier steden (Oostende, Kortrijk, Menen en Antwerpen). Daaruit blijkt dat ze heel uiteenlopend scoren op de drie dimensies. De diversiteit in de resultaten bewijst het belang van een veerkrachtmonitor op buurtniveau om heel gericht acties te ontwikkelen. Hij biedt beleidsverantwoordelijken en buurtactoren de kans om in één oogopslag een vrij goed beeld te krijgen van de werkpunten om de veerkracht van een buurt verder te ondersteunen. De analyse van de resterende tien buurten gebeurt nog dit voorjaar. Het instrument wordt dus nog verfijnd. —

 

Rebevva Thys, Ellen Vandenbogaerde en Evelien De Pauw zijn onderzoekers bij het Expertisecentrum Sociale Innovatie, VIVES Hogeschool, campus Kortrijk
Voor Lokaal 03 | 2022

Oproep

Om de veerkrachtmonitor nog verder te ontwikkelen tot een maximaal bruikbaar instrument doet het Expertisecentrum een oproep aan lokale besturen en buurtactoren. Ben jij geïnteresseerd om mee te denken over de verfijning van de veerkrachtmonitor? Neem contact op met de onderzoekers via rebecca.thys@vives.be, evelien.depauw@vives.be en ellen.vandenbogaerde@vives.be.